TALKIN’ ‘BOUT: RED LIPS

Red lips collage

Ik weet niet precies waarom ik vandaag bij uitstek een geschikte dag vond om felrode lipstick te dragen. Ik draag het namelijk bijna nooit. Ik ben niet vies van een kleurtje op mijn lippen hoor. Lief roze, koraal, perzik en zelfs neon roze draag ik regelmatig. Maar rood is toch anders.

Deze dag was alles behalve ‘anders’. Geen speciale gebeurtenissen, sterker nog: ik had een ‘thuisdag’, die ik zou opvullen met leerwerk, opruimen en verder gewoon maar wat aanlummelen. Misschien was dat de reden: die rode lippen zouden deze dag nog enigszins speciaal maken. Met uiterste precisie bracht ik het aan. Ik deed er denk ik een kwartier over. Nooit gedacht dat dat zo moeilijk was. (Het zou natuurlijk ook kunnen dat ik gewoon extreem nauwkeurig ben, op het irritante af. Ja, dat is het. Ik ken mezelf.) Dus, vijftien minuten later zat ik vers gestift aan mijn bureau, klaar om de dag te beginnen. En toen kwam mama binnen.

‘Hoi, daar zijn we wee – hoo!’ Dat was ongeveer de reactie. ‘Maar wel mooi, hoor!’ voegde ze er snel aan toe. Ik vertelde dat het een experiment was. Vandaag was ik toch de hele dag thuis, dus waarom niet? Om een heleboel redenen, weet ik inmiddels.

Ten eerste de voor de hand liggende: je moet gewoon erg uitkijken. Met eten, met kussen, met witte kleren (ook al zo’n wijze beslissing, om naast rode lipstick te dragen, een wit t-shirt aan te trekken. Tot nu toe is het echter wel goed gegaan. *geeft zichzelf een schouderklopje*). Continu was ik dus aan het checken of de boel nog goed zat. Soms terecht: dan zat er lipstick op mijn tanden, op mijn bovenlip of zat er alleen nog een uiterst charmant rood randje om mijn mond. Maar negen van de tien keer was het niet nodig en zat alles nog keurig op zijn plek. Dan had ik alleen maar het gevóél dat er iets mis was.

Zoals bij de Kruidvat, waar ik eventjes heen was gefietst om snel iets te halen – mijn uitstapje van vandaag. Ik stond bij de kassa en had écht het idee dat het meisje achter de kassa me vreemd aan stond te kijken. Ik als een malle naar huis fietsen, daar meteen in de spiegel kijken… Niets aan de hand. Natuurlijk niet.

Conclusie van dit experiment: rode lippen brengen een hoop met zich mee.  Maar toch zal ik ze wel vaker dragen. Ik vind het er namelijk wel heel tof uitzien.

LOVE: PIECES

Muziek is voor iedereen anders. De manier waarop je ernaar kijkt en wat het met je doet. Sommige mensen weten er alles vanaf. Ze weten precies wat ze mooi vinden, wat hun favoriete muzikanten, genres en liedjes zijn. Daarnaast zijn ze altijd op de hoogte van de nieuwste, gaafste en onbekendste bandjes en zangers die op het punt staan om door te breken. Je hebt die mensen. En dan heb je mij.

Ik houd heel erg van muziek, begrijp me niet verkeerd. Ik speel zelf piano en luister ook heel graag naar allerlei liedjes, op allerlei momenten. Tijdens het studeren, terwijl ik hardloop, als ik heel hard mee wil zingen, wil dansen, terwijl ik me opmaak of wanneer ik in mijn eentje naar huis moet fietsen. Muziek doet een hoop: het kan mijn stemming veranderen, een herinnering terugbrengen of een geweldige gebeurtenis nog beter maken.

Muziek is belangrijk voor me – maar toch ben ik er niet zo ‘goed’ mee. Ik ontdek nooit nieuwe dingen en kan mijn eigen smaak ook niet zo goed onder woorden brengen. Ik vind zo veel leuk: pop, klassiek, indie, singer-songwriter (al moet ik eerlijk bekennen dat ik vaak niet eens weet tot welk genre iets behoort…). Voor mij dus geen wekelijks gemaakte, verse playlist met de nieuwste liedjes. Maar laatst ontdekte ik toch iets nieuws, al was het op een wat ongebruikelijke manier.

Een paar weken geleden fotografeerde ik bij het jaarlijkse concert van mijn school. Samen met de presentatrices was ik in de kleedkamer van de Effenaar, een grote concertzaal in Eindhoven. We waren aan het kletsen en omkleden, ik zette wat lijntjes eyeliner, toen we op de gang iets hoorden. Twee jongens die ook meewerkten aan het concert stonden voor de deur. ‘Dat was Matt Simons!’ zeiden ze. We wisten dat hij die avond ook in de Effenaar zou optreden. En daar kwam hij plots de lift uit. Eerder die middag hadden we al lachend voor zijn kleedkamer gestaan, waar een bordje met ‘Matt Simons’ op de deur hing. En nu liep hij er naar binnen. ‘Hi guys,’ zei hij. De jongens besloten aan te gaan kloppen voor een foto, maar dat vonden wij niet kunnen. Een kleedkamer hoort een rustige plek te zijn, waar je je kan voorbereiden zónder hysterische fans, vond ik.

Ongeveer twintig minuten later was het tijd om te gaan: het concert zou zo beginnen. Ik stond in de gang te wachten tot iedereen zijn schoenen aan had, haren had gecheckt en ‘zit mijn jurk wel goed?’ Toen hoorde ik een stem zingen. Een mannenstem. Heel mooi zingen. Het waren slechts flarden van liedjes, maar toch klonk het prachtig. Ik zette heel zachtjes wat passen dichterbij, en zag dat de kleedkamer van Matt Simons openstond. Een mini live concert, op drie meter afstand. Een paar minuten lang stonden we met ingehouden adem te luisteren, maar toen moesten we echt gaan.

Eenmaal thuis wilde ik natuurlijk meer. Ik downloadde zijn album Pieces, en sindsdien staat het op replay. Dat is iets wat me vaak overkomt. Ik hoor een liedje op de radio en zoek het album op. Vaak vind ik de nummers die daarop staan veel mooier dan dat nummer dat iedere dag 100 keer gedraaid wordt. Matt Simons’ ‘With You’ vind ik mooi. Maar ‘Pieces’ (het nummer, niet het album) spreekt me nog meer aan. En ook de andere (relatief onbekende) nummers op zijn album zijn super. En misschien ben ik wel weer de laatste die het ontdekt, maar dat maakt me niet zoveel uit. Ik heb weer een nieuw album om grijs te draaien.

MARRAKECH: DAY #4 ENFIN

IMG_1246

Op woensdag brak onze laatste dag aan. Donderdag vliegen we weer naar huis, maar als we op het vliegveld zijn is de zon waarschijnlijk nog niet eens opgekomen. Dan denk ik dat je dit wel de laatste dag mag noemen.

‘Wat wil iedereen nog doen?’ was eigenlijk de vraag van vandaag. We bezochten een soort van winkelcentrum. Ik zeg ‘een soort van’ omdat de winkels er geen ‘Zara’ of ‘H&M’ heetten – het waren allerlei kleine winkeltjes met Marokkaanse producten. Antieke spullen, een ander deel was handgemaakt. Even later liepen we door een straat waar wél een Zara zat, die ik natuurlijk niet zomaar voorbij kon laten gaan. Echter ging ik zonder tasje weer naar buiten. De winkel was heerlijk buitenlands in zijn opgeruimdheid en kalmte. Helaas in de maten ook: XS en S en dat was het. Maar goed, het is niet dat ik nog niet genoeg kleren heb of zo.

We lunchten en besloten daarna de souks in te duiken. De souks laten zich denk ik het best omschrijven als een overdekt doolhof, vol met winkeltjes. Er wordt van alles verkocht: van Perzische tapijten tot gedroogde vruchten en van namaaktassen (wat zeg ik? Namaak ‘alles’) tot wonderlampen van Alladin. Het lijkt eindeloos. Steeds kan je weer een andere afslag nemen, de steegjes worden alsmaar smaller. Op de eerste dag namen we ook al een kijkje, maar toen was het een beetje te overweldigend voor mij. Ook vandaag keek ik mijn ogen uit, maar op een relaxtere manier. Het was veel rustiger in de souks, aangezien we er op het heetst van de dag waren. Alle verkopers die je normaal zouden bespringen, leken even pauze te hebben. Vond ik niet erg.

Ik had mijn camera bij me en klikte er op los. Er is zoveel te zien: prachtige kleuren, mooie structuren en vele interessante mensen. Wel moest ik een beetje oppassen met fotograferen. Sommige verkopers waren er namelijk niet van gediend. ‘Madame, madame, non!’ Duidelijke taal, dan liep ik maar snel door. Ik schrok trouwens wéér van zo’n stomme houten nepslang. (Ik weet het, je verklaart me nu voor gek. Maar ze bewegen en dan lijken ze heel echt!) ‘I’m sorry’ mompelde ik een beetje beschaamd tegen de man die ze vasthield. Hij lachte. ‘No, no, i’m sorry! Don’t be affraid.’

We koelden af met een laatste uurtje aan het zwembad en maakten ons klaar voor het eten. Ook pakte ik mijn spullen alvast (lees: ik gooide drie jurkjes en een broekje in mijn koffer), aangezien we donderdag zo vroeg weg moesten. We hebben van veel verschillende keukens geproefd terwijl we hier waren. Frans, twee keer Marokkaans en tenslotte Indisch / Aziatisch. Ook erg lekker! De zonsondergang die we vanaf het dakterras konden zien maakte de laatste avond compleet.

Ik kan wel zeggen dat ik een hele fijne vakantie heb gehad. Ten eerste was het weer heerlijk: zonnig, maar niet té warm (wat het hier in de zomer wel kan zijn). Marrakech is een stad vol drukte en productiviteit. Er is veel te zien, veel te doen en je aandacht wordt op allerlei manieren getrokken. Dit kan soms een beetje too much zijn, maar ik vond het toch ook wel erg leuk. Je komt in een totaal andere wereld terecht – anders als in: helemaal niet westers (ondanks de Franse invloeden op het gebied van taal). Er zijn zeker ook manieren om even aan de drukte te ontsnappen, zoals in de Jardin Marjorelle, of zelfs al in het hotel waar wij verbleven (terwijl dit toch midden in de stad zat). Het was een hele leuke ervaring, ook op fotografisch gebied: Marrakech is erg fotogeniek! Hieronder de laatste foto’s.

IMG_1215 IMG_1221 IMG_1232 IMG_1243 IMG_1246 IMG_1251 IMG_1258 IMG_1266 IMG_1273 IMG_1279

MARRAKECH DAY #3 MAKE A RIGHT TURN

IMG_1190

Gisteren eindigde de dag bij het zwembad, vandaag begon hij er. Na een lekker ontbijtje, natuurlijk. Het werd een ultieme relax-ochtend, mama en ik hadden namelijk een massage besproken. Onder het hotel bleek een enorme spa te zijn, inclusief binnenzwembad in oriëntaalse sfeer. De massage was heerlijk. Helemaal ‘zen’ gingen we lunchen, even opfrissen en de stad in.

Al eerder vertelde ik over de koetsjes met paarden die hier veel rondrijden. Supertoeristisch, maar aangezien wij toeristen zijn… waarom niet? We hobbelden door de stad en zwaaiden naar andere mensen in hun koetsjes. (Volgens mij was er een soort onuitgesproken regel: mensen in koetsjes zwaaien naar elkaar. Net als mensen in oldtimers.)

Er was niet gedacht aan een klein detail, namelijk dat Mart en ik allebei allergisch zijn voor paarden. We worden er dan ook niet vaak aan herinnerd, aangezien niemand van ons in het speciaal paardenliefhebber is. Daarnaast zou je denken: in de openlucht, terwijl je in een karretje zit áchter het paard… (dus niet eens erop). Dan zal je er toch geen last van hebben? Dus wel, blijkbaar. Een beetje sniffig maakten we ons toertje af. We kwamen weer langs allerlei interessante dingen. Chique buitenwijken, steegjes waarvan je je afvroeg of we er wel doorheen zouden passen. Het paleis van de koning (al zagen we alleen een hele hoge muur en een dikke poort met daarvoor vier bewakers).

Terug in het hotel legde ik even een koud doekje op mijn ogen. Zo’n reactie trekt gelukkig snel weg, dus konden we op zoek naar het restaurant voor die avond. Niet ‘op zoek’ in de zin van: ‘waar zullen we eens gaan eten?’. Nee, met ‘op zoek’ bedoel ik: ‘waar bevindt het restaurant zich?’ Natuurlijk hadden we dat in het hotel wel even gevraagd. ‘Drie keer rechts en dan bent u er.’ werd daar gezegd. Klinkt simpel, maar wij wisten wel beter. Dat zeiden ze gisteren namelijk ook, en toen kwamen we na drie kwartier zoeken toch maar terug naar het hotel. Niet gevonden. Het lastige hier is, dat je niet zo goed weet wat je als straat moet beschouwen. Je kan om de halve meter wel ergens afslaan, maar dit zijn vaak behoorlijk duistere steegjes. Dat je denkt: ‘Dit kan het nooit zijn.’

Vanavond ging het gelukkig makkelijker. De naam van het restaurant stond netjes op een bordje naast de deur, en voor we het wisten stonden we op een dakterras met uitzicht op de stad. Er waren banken met kussentjes, kaarsjes op de tafels en lantaarns stonden in inhammen in de muren. Tientallen zwaluwen vlogen door de schemering. Het eten was lekker, de sfeer was goed. Een paar uur later gingen we drie keer links, en waren we weer op de hotelkamer.

IMG_1138 IMG_1141 IMG_1160 IMG_1161 IMG_1163 IMG_1172 IMG_1179 IMG_1190 IMG_1200 IMG_1205

MARRAKECH: DAY #2 AROUND THE CITY

IMG_1015

Eén van de redenen voor mijn familie om Marrakech te bezoeken is de Jardin Marjorelle. Dit is een botanische tuin midden in de stad. Het is opgezet door (surprise!) meneer Marjorelle. Toen hij overleed werd Yves Saint Laurent de eigenaar van de tuin en het bijbehorende huis. Ik weet dat de tuin meestal bij het huis hoort, maar hier is het toch echt andersom. Toen we door de poorten liepen, ebde de drukte van de stad meteen weg. In plaats van het geraas van scootertjes, kon je hier de vogeltjes horen fluiten (en het kwam niet uit een luidspreker of paddenstoel à la de Efteling). Er groeide van alles: bamboe, cactussen, hier en daar een felgekleurde bloem en nog vele andere planten en bomen. Dit alles stak mooi af tegen de kobaltblauw geverfde muren en potten, die door de hele tuin verspreid stonden. Mama was blij, aangezien ze de tuin al lang eens wilde zien. Maar ik vond het ook allemaal prima, want het was heerlijk om er foto’s te maken.

Na een theetje op een terras verlieten we de tuinen en gingen we de drukke binnenstad weer in. Ik verbaasde me over de Franse invloed die de stad kent (en het gehele land, denk ik dan?). Ergens in mijn achterhoofd wist ik wel dat Marokko Franstalig is (met name door ‘D’accord’, mijn Franse schoolboek. Daarin hebben ze het vaak over ‘Aziz’ die zijn familie gaat bezoeken in ‘le Maroc’.) Bijna iedereen spreekt hier Frans: mensen in het hotel en restaurants, taxichauffeurs en mensen die op straat hun handeltje verkopen. Ook dingen als straatnaamborden, reclames en menukaarten zijn Franstalig. (Thank god, want mijn Arabisch is niet meer wat het geweest is.) En misschien nog het beste: ze hebben crêpes met Nutella bij het ontbijt. Daar ga ik zeker nog een keer gebruik van maken!

We liepen wat rond, proefden de sfeer en ik maakte vele foto’s voor mijn ‘scooterproject.’ Wat ben ik toch blij met mijn familie: die gaan rustig een kwartier ergens langs de weg zitten omdat ik graag mijn foto’s wil maken. Gelukkig vinden we het allemaal leuk om alleen al ergens ‘te zijn.’ Het is lastig uit te leggen, maar bij ons gaat het er meestal niet om om in één vakantie zo veel mogelijk te doen. Zodat je alle highlights van de stad te zien krijgt. Gaaf natuurlijk, maar aan het einde van de vakantie ben je helemaal op door al het gehaast, en aan de dingen die je super interessant vind heb je waarschijnlijk niet heel veel tijd kunnen besteden in verband met een druk schema.

We doen dus meestal gewoon waar we zin in hebben, en na een flinke wandeling door de stad was dat relaxen. We lagen aan het zwembad, waar ik iets probeerde te doen aan mijn melkflesjes. (Een tamelijk mislukte poging, trouwens, ik houd het nooit lang uit in de zon. Maar misschien is dat ook wel een goede eigenschap?) Verder las ik een boek op de iPad (het derde deel van de Shopahollic serie, vond dat ik daar toch maar eens aan moest beginnen), typte ik m’n blogjes en genoot ik van het feit dat ik lekker niets hoefde te doen. Want ook daar is het vakantie voor.

Bereid je voor op een shitload aan foto’s!

IMG_0929 IMG_0930 IMG_0931 IMG_0932 IMG_0943 IMG_0947 IMG_0954 IMG_0957IMG_0968 IMG_0976 IMG_0977 IMG_0983 IMG_0989 IMG_0992 IMG_1015 IMG_1020 IMG_1021 IMG_1042 IMG_1098 IMG_1116

MARRAKECH: EN MOBILETTE

Collages

In Marrakech verplaatsen de mensen zich op veel verschillende manieren. Sommigen wijken niet af van die in Nederland: lopend, met de auto, met de fiets (al had ik dat niet gedacht), met de bus (waarin mensen zich bijna opstapelen, zo vol zit die), en in taxi’s. Yellow cabs, net als in New York, maar toch net iets anders. Ten eerste zijn ze niet felgeel, meer een pasteltint. Daarnaast is de staat van de taxi’s ook… anders. Dat je bang bent dat de deur eruit zal vallen als je hem te hard dichttrekt. Maar voor vijf euro brengen ze je waar je heen wilt en daar gaat het natuurlijk om.

Naast de traditionele vervoersmiddelen zijn er nog andere opties. Er crossen tuk tuk’s door de straten, er zijn ezels die karren trekken en paarden met wagens erachter. Al denk ik dat die laatste enkel gebruikt worden door toeristen.

En dan is er nog één ding dat echt opvalt. De enorme hoeveelheid scooters die hier rondcrossen. En met scooters bedoel ik eigenlijk dat, en alles wat er in de buurt komt. Brommers, snorfietsen, solexen – ik ben geen expert op dat gebied. Ze crossen overal rond, met erg variërende bestuurders. Mannen, vrouwen (met en zonder hoofddoek/burka), stelletjes, vriendinnen (van tieners tot oma’s), zelfs hele families. Eén kind op het stuur, daarachter vaak papa, daarachter weer een kind en mama achterop. Een kind voor de bestuurder is ook nog een optie. Wie zegt dat je een grote auto nodig hebt voor een gezin met drie kinderen?

Ze zijn overal, les mobilettes, zoals ze hier denk ik genoemd worden. Op snelwegen, drukke kruispunten, in de binnenstad en zelfs in de smalste steegjes.  Het leek me leuk om er een serie van te maken!

IMG_1073

MARRAKECH: DAY #1 FIRST IMPRESSIONS

Schermafbeelding 2013-05-06 om 23.21.22

‘Milou, maak jij een wereldreis of zo?’ was een vraag die me laatst via Whatsapp gesteld werd. ‘Amsterdam, Antwerpen, Parijs en Marrakech in één vakantie!’ Ik ging naar Amsterdam en Antwerpen met mijn nichtje, een paar spontane dagen Parijs met een vriendin en haar ouders, en dan ook nog op (een lang van tevoren geplande) vakantie met mijn eigen familie. Mij hoor je absoluut niet klagen!

Ik heb een heleboel verhalen over Marrakech gehoord en gelezen. Verhalen van mensen met slechte ervaringen: diefstal, problemen met apen en slangen, opdringerige hennatatoeëersters, en nog meer bizarre dingen. Daarnaast ook veel positieve geluiden, van mensen die de tijd van hun leven hebben gehad. Nou ben ik niet iemand die altijd uitgaat van de goede afloop van dingen. Sterker nog: meestal ga ik daar niet van uit (want dan kan het alleen maar meevallen, is dan mijn redenatie. Pessimistisch, i know, maar wat doe je eraan?).

Die verhalen over geweldige ervaringen was ik dus een beetje vergeten toen we op de eerste dag over Djemaa el Fna liepen, één van de grootste en drukste pleinen van de stad. Overweldigend, is denk ik het goede woord om het te beschrijven. Van alle kanten kwamen er indrukken op me af. Honderden mensen krioelden over het plein. Lopend, in tuk tuk’s, op scooters, in huifkarren. Daarnaast waren er veel dieren: paarden die de huifkarren trokken, compleet verwaarloosde ezels, zwerfkatten, aapjes in kooitjes, slangen (!!!) die bezwoeren werden door fluitspelende mannen. En er was lawaai. Brommende en toeterende voertuigen, muziek van artiesten en Cd-spelers, roepende mensen. En daar liep ik dan tussen, in mijn zomerjurkje met daaronder mijn melkflesbeentjes (maar daar wordt aan gewerkt). Kun je het je voorstellen?

Aan de ene kant was het erg indrukwekkend en leuk om te zien. Aan de andere kant was het misschien iets té overweldigend. Aan allerlei kanten waren er mensen die iets van je wilden. ‘Miss, miss! Beautiful handbags!’ ‘Come see, come see!’ Op een bepaald moment was er zelfs een man die riep: ‘Kijken, kijken, niet kopen.’ toen we vriendelijk bedankten voor zijn koopwaar (bestaande uit rieten hoedjes, neppe Louis Vuiton tassen en ‘de nieuwste iPhone 6’.) Ik was moe van de reis en van alle kanten vlogen de indrukken op me af. Een man met een stuk of zes slangen in zijn hand passeerde. Ik schrok me kapot, slaakte een gilletje en week uit. ‘No, no!’ riep de man. ‘Milou,’ hoorde ik mama achter me zeggen, ‘die zijn van hout.’ Oeps.

Ik liep ook wel te genieten hoor! Het plein geurde naar kruiden, overal stonden kramen met daarin honderden sinaasappels uitgestald. De zon wierp lange schaduwen over de tegels. In mijn hoofd had ik al honderden foto’s gemaakt. Ik had mijn camera niet bij me namelijk. Eerst maar eens de stad zien met mijn eigen ogen, in plaats van door mijn zoeker. (De foto hierboven is genomen met mijn telefoon – ik kon het natuurlijk niet laten om er ééntje te maken.)

PARIS: LE TROISIÈME JOUR

IMG_0828

Vandaag begonnen we aan onze derde en laatste dag in Parijs. Aan de ene kant heb ik het idee dat we hier al heel lang zijn, aan de andere kant heeft de tijd gevlogen. Het heeft denk ik te maken met het feit dat we al zo veel gezien hebben in twee dagen. En ook vandaag wilden we nog een hoop zien.

Met de metro gingen we naar de Arc de Triomphe – ook al zo’n gevalletje ‘groter dan verwacht’. En ook weer erg indrukwekkend. Ik maakte een hoop foto’s, maar gek genoeg geen één waar het hele gebouw opstaat. Ach ja, tik ‘Arc de Triomphe’ in op Google en dat krijg je er honderden. We liepen door de ondergrondse tunnel onder het Place Charles de Gaulle en kwamen op de Champs-Élysées.

We zagen nog meer mooie winkels, ik proefde nog meer van de sfeer van Parijs. We staken de Seine over via één van de mooie bruggen, namen de metro naar Montparnasse. Carmen en ik zaten tegenover een man die erg op Mr. Bean leek, wat zorgde voor de nodige lachstuipen. We lunchten bij Indiana en haalden in het hotel onze koffers op. Deze gingen nog snel even open om er een chilltrui uit te vissen en toen vertrokken we toch echt.

De reis verliep heel goed. Binnen vier uur reden we van hartje Parijs naar het bruisende Noord-Brabant. Eenmaal thuis maakte ik vlug een foto van de macarons – die zouden niet lang meer zo mooi in hun doosje liggen.

Ik heb genoten tijdens onze trip. Ik wilde heel graag Parijs leren kennen, en ook al hadden we maar kort de tijd, het is gelukt. Lieve Carmen, Frank en Yvonne, bedankt dat ik mee mocht!  We hebben veel gedaan, het erg gezellig gehad met z’n allen en bijna alles gezien wat we wilden zien. En de rest is een goede reden om nog een keer terug te gaan.

IMG_0814 IMG_0821 IMG_0824 IMG_0826 IMG_0828 IMG_0836 IMG_0840 IMG_0846 IMG_0854

PARIS: LE DEUXIÈME JOUR

IMG_0789

De wekker om kwart voor acht is niet echt mijn ding, maar wakker worden in Parijs wel! Er is altijd bedrijvigheid, dus ook wanneer je om negen uur aan het ontbijt zit in een caféetje op de hoek. Sterker nog: dat caféetje was al sinds vijf uur ’s ochtends open, en het zou met niet verbazen als er toen ook al behoorlijk wat mensen waren. Zakenlui gooien aan de bar een espresso achterover, hippe Parisiennes eten een croissant en buiten crosst het verkeer al door de Parijse straten.

Nadat we zelf ook een lekker ontbijtje hadden gegeten gingen we richting de metro – er zat een station tegenover het hotel, erg handig. We stapten uit bij de Sacre Coeur, één van de beroemde kerken in Parijs. Wel moesten we eerst aanspraak maken op onze beenspieren om een paar steile trappen te beklimmen. We bekeken de gigantische kerk van binnen en van buiten. En alles eromheen, natuurlijk: een prachtig uitzicht over de stad en duizenden mensen. Frans, buitenlands (veel Nederlanders. Grappig hoe dat altijd erg duidelijk is. ‘Ik geloof d’r nie in, maar ik vin het toch wel mooi hoor, zo’n kerk.’ klinkt het dan keihard). Jong, oud – sommigen erg slecht ter been, ik vroeg me af hoe zij die trappen op zijn gekomen – toeristen, zwervers. Van alles. Zittend op de trappen voor de kerk genoten we van het uitzicht, met harpmuziek op de achtergrond.

We gingen door naar Montmartre, de schilderswijk. Vele kunstenaars lieten hun charmes op Carmen en mij los. ‘Jolies filles, do you want a portret?’ ‘You, pretty girl! Come over here!’ ‘Non, merci’ met een glimlach, dat was ons standaard antwoord. Ik vond het kijken naar hoe anderen geportretteerd werden veel leuker. We liepen door smalle straatjes naar beneden, richting Galeries Lafayette. Ik heb in mijn leven al behoorlijk wat warenhuizen gezien: in Hongkong, Dubai, Amerika en Londen waren ze allemaal groot, modern en vol met de prachtigste spullen. Toch denk ik dat er geen enkele zo mooi is als Lafayette. Die prachtige koepel, constante drukte, een geweldige cosmetica-afdeling (altijd pluspunten!) en étages vol met mooie kleding.

Het bleef bij kwijlen en kijken, maar bij de volgende winkel sloegen Carmen en ik wel onze slag: Séphora! Ik houd erg van cosmetica. Carmen houdt erg van cosmetica. Zet ons samen in een Séphora en dan… ben je zo anderhalf uur verder. (Geen grapje.) Eerst alles bekijken, en dan de grote vraag: wat nemen we mee naar huis? Want dát we iets mee zouden nemen, was natuurlijk zeker. Zo’n beetje álles was mooi, en dan is kiezen lastig. De ouders van Carmen waren gelukkig op een terras neergestreken. Uiteindelijk kwamen we allebei met een zwart-wit gestreept tasje naar buiten.

Bij Ladurée kocht ik een doosje voor het thuisfront. Ik stuurde er een foto van. ‘Als ze het maar halen dan!’ kreeg ik terug. Daar had ik natuurlijk al aan gedacht: voor mezelf kocht ik een macaron ‘to go’. Op de eerste avond hadden we een druk programma, maar nu was iedereen behoorlijk moe. We aten bij Indiana in Montparnasse, een Mexicaans-achtig restaurant waar ook weer die Parijse bedrijvigheid heerste. Carmen en ik sloten de avond af met de laatste aflevering van The Carrie Diaries. Het licht ging uit en binnen vijf minuten viel ik in slaap.IMG_0751IMG_0763IMG_0781IMG_0780


IMG_0788 IMG_0789 IMG_0797 IMG_0801

PARIS: LE PREMIER JOUR

IMG_0745

Na vijf uur in de auto stonden we in hartje Parijs. Even de spullen organiseren op de hotelkamer, en daarna de stad in (althans, dat was het plan. Carmen en ik ploften neer op het bed – je begrijpt dat er van dat organiseren niet heel veel meer terecht is gekomen). We hadden van tevoren al besloten dat we graag naar de Tour Montparnasse wilden. Dit is één van de hoogste gebouwen in Parijs. Vanaf de 65e verdieping op 207 meter heb je heel mooi uitzicht. Jammer dat het een beetje mistig was, maar alsnog konden we erg ver kijken. En natuurlijk mooie foto’s maken. Eenmaal aanbeland in een cafeetje begon het heel hard te regenen. Dat was wat minder, maar aan de andere kant: wij zaten daar wel prima. In het café hing een typisch Franse sfeer (of hoe ik me deze voorstel, in ieder geval): het interieur in donkerrood, nukkige, stressende obers. Naast die laatste had niemand haast: opa maakte zijn kruiswoordpuzzel, een gezinnetje at een hapje met twee kindjes die perfect Frans praatten (hoe schattig is dat), een zakenman tikte wat documentjes met een glaasje wijn erbij. En wij konden het allemaal prima zien. Het stopte maar niet met regenen, dus trokken we een sprintje naar Gare Montparnasse. We namen de metro richting het hotel. Op de hoek van de straat aten we in één van de vele bistro’s, en daarna was het wederom tijd om te chillen. Onze kamer heeft WiFi met een behoorlijk snelle verbinding, dus Carmen en ik wisten wat ons te doen stond: The Carrie Diaries kijken! ’s Avonds stond de Eiffeltoren op de planning. Jeetje, wat een ding is dat! Naar mijn idee lijkt alles groter als je zelf nog klein bent, maar in dit geval was het andersom. Toen ik een jaar of negen was, ben ik al eens bij de Eiffeltoren geweest, maar ik herinner me echt niet meer dat hij zo massaal was. De keuze om hem ’s avonds te gaan bekijken was een goede: het was niet extreem druk, en de toren was mooi uitgelicht. Ik maakte een paar foto’s van de reflectie in de plassen op straat. ‘Ja, dat is inderdaad een mooi plaatje. Nu zit er natuurlijk wel auteursrecht op?’ Achter me stond een Nederlandse man te kijken wat ik aan het doen was. Nadat ik mijn foto’s gemaakt had deed ik natuurlijk een stapje opzij. Een paar minuten later zag ik een heleboel mensen foto’s maken van de plassen. Erg grappig vond ik dat. Op een bepaald moment begonnen er honderden lampjes in de toren te knipperen. Superkitchserig en toeristisch natuurlijk, maar het heeft toch iets magisch. De Eiffeltoren hoort bij een bezoekje aan Parijs en crêpes zeker ook. Carmen en ik stonden met verbazing te kijken naar de jongen die ze bakte. Heel relaxed stond hij perfecte crêpes te bakken. Hup, nog een pannekoekje. Wel ja, drie tegelijk. Ondertussen een sms’je, een knipoog naar twee meisjes in de rij. Alsof hij nooit anders deed (wat ik me ook wel kan voorstellen). We aten onze crêpe (met Nutella! En aardbeien!) met uitzicht op de Eiffeltoren. Rond een uurtje of twaalf belandden we moe maar voldaan in ons bedje, met de wekker op acht uur.

IMG_0654 IMG_0690 IMG_0703 IMG_0707 IMG_0708 IMG_0712 IMG_0724 IMG_0726 IMG_0745