om niet te vergeten

img_2700Het is zaterdagavond 21 juli, de laatste avond van onze vakantie. We varen op een catamaran voor de kust van Valencia. Meteen toen we aan boord kwamen, hebben we de fijnste plekken geclaimd, helemaal vooraan op de trampolines. Een stuk of tien bruine benen bungelen overboord, de rest bewaakt de tassen. De golven zijn flink. Sommigen worden een beetje misselijk, ik word lichtelijk sentimenteel zoals we daar zitten: haren in de wind, de zon die ondergaat achter de zeilen die ons samenbrachten.

26cd4973-4be0-4fc4-8946-a15711404954de7b20a7-376c-4664-b415-13266ba03848

Het was heet, in Valencia – dat moest minstens één iemand zeggen als we ons appartement verlieten. Verder waren er geen regels. Je kon vroeg opstaan, naar de markthal voor zoete broodjes en vers sap, lachen om de enorme hammen en lelijke vissen die je niet zomaar bij Albert Heijn zou treffen. Je kon mee kerken bekijken, of in je bed blijven tot de zon je er uiteindelijk uit zou branden. Stad of strand, inkakken of bijpakken, het was allemaal oké.

img_2635img_2637

Met eten waren we samen: twee keer per dag zaten we rond een volgezette tafel. Stapels stokbroden, tapas, paella, soms een eigen creatie. Diner in ieder geval niet voor half tien ’s avonds. Noem het Spaans, maar met negen vrouwen en één douche duurt het nou eenmaal lang voordat iedereen het strandzand van zich af heeft gespoeld.

b95f6ee0-d411-47cb-a8eb-ba4491bce9b2

We hadden fietsen gehuurd en hadden veel bekijks. Negen veelal blonde meisjes in een rijtje achter elkaar – de fietspaden waren smal daar. Ook de fietsen zelf leken niet gemaakt naar onze Hollandse standaarden, dwongen je voorover richting het stuur te buigen – even iets anders dan je omafiets. Maar ze brachten ons vrijheid, dus we namen het voor lief. Ze brachten ons naar het strand, naar de clubs in de haven, door de kleine straatjes vol street art. Een gids had ons erlangs geleid, verteld over de verschillende kunstenaars, hun eigen stijlen. Daarna leek haast geen muur meer onbeschreven. Achter elke hoek schuilde weer een nieuwe eenhoorn, ruimtevaarder of ninja (die geen ninja bleek te moeten voorstellen, maar ja, oordeel zelf maar).

img_25491e391ddf-99d0-4fab-91fd-3ed317897df7img_2546

Terwijl we door het Turiapark fietsten, door de supermercado renden, de nacht verkenden, bedachten welk dier we zouden zijn als we een dier zouden zijn*, in rare musea belandden, om zes uur ’s ochtends in bh tosti’s bakten, een dansje leerden, de weg kwijtraakten, Calippo’s aten, Calippovlekken maakten, enge Spanjaarden afwimpelden, samen in zee waren, over de golven heen springend – ik moest steeds denken, een jaar geleden kende ik je nog niet. En nu doen we al deze dingen samen.

Kijk ons gaan, zonder gezeik of gezever. Negen vrouwen, ieder haar eigen persoon met haar eigen leven, verschillende doelen, wensen, zonder problemen op die beperkte vierkante meters. Ik schrijf het toe aan eenzelfde gevoel voor humor en een gezamenlijke liefde voor eten.

We deelden veel die week. Tandpasta, zonnebrand, douchegel – we moesten wel, de vloek van de handbagage. Smaak: we kwamen terug met dezelfde bloesjes, haarbandjes, sokken. Bedden, eten. (‘Wie wil de laatste garnaal?) Verhalen die na een jaar nog niet naar boven gekomen waren, verhalen goed genoeg om nog eens te delen. Er waren duizend grapjes en opmerkingen en momenten, maar het gevoel zal ik niet vergeten. Het gevoel dat ik op de vlucht terug probeer te beschrijven: wat zal het morgen stil zijn.

bwEoLtVg

* Voor mij kwamen we uit op een vlinder, óf een baby-olifantje.

parade

Processed with VSCO with f2 preset

Het verbaast me soms hoe lang bepaalde keuzes nog een effect hebben. Toen ik veertien was schreef ik me in voor een toneelgroep – met knikkende knieën, welteverstaan. In drie jaar leerde ik meer schijt te hebben en minder schaamte te kennen. Ik werd verliefd op het gevoel dat me bekruipt wanneer ik verhalen mag vertellen – zij het die van iemand anders. Ik ontwikkelde een fascinatie voor wat echt is – en of iets ooit echt echt kan zijn. Tenslotte vervult ieder mens dagelijks verschillende rollen. Ik kwam terecht op De Parade, een theaterfestival dat elke zomer door Nederland reist.

En dit jaar deed ik ook mee. Tien dagen lang speelde ik ‘Je Favoriete Kassameisje’ op De Parade in Rotterdam. Het was geen ingewikkelde rol; vooral veel enthousiasme, simpele tekst, leuke medespelers. Hier en daar wat improvisatie – wat doe je wanneer je ouders en peuter naar een voorstelling hebt gestuurd, waar bij binnenkomst twee naakte mannen op een bed bleken te liggen?

IMG_0127

Ik wijs de weg, geef advies en vervul de rol van bankier – tientallen dronken mensen pinnen bij mij hun tientje. Uiterlijk om twee uur valt het doek – sluiten de luiken van de kiosk.

(Vervolgens blijkt het lastig loslaten. De eerste paar nachten slaap ik onrustig, omdat ik constant denk dat er bezoekers bij mijn tent staan. ‘Goedenavond, kan ik u helpen?’ mompel ik vanuit mijn slaapzak. ‘Heeft u misschien nog een Rotterdampas? Dat wordt dan elf euro alstublieft.’)

Een oranje luchtbedje – nog een toevoeging aan de lange lijst bedden waarin ik heb geslapen dit jaar. Daarmee doel ik niet per se op nachtelijke avontuurtjes met wildvreemden; het was in alle opzichten een periode vol nieuwe personages, nieuwe decors. Nieuwe dekens die ruiken naar een wasmiddel dat ik niet herken, waardoor ik ’s nachts wakker word en niet weet waar ik ben.

Processed with VSCO with c1 preset

In een tent dus, de afgelopen tien dagen. De lucht is dik. De zon brandt door de transparante muren en zet alles in een pastelgroen licht, tot ik het doek openrits. Buiten is het beter ademhalen. Tegenover me doet mijn favoriete Paradebuurmeisje haar voordeur open, met kleine oogjes wens ik haar goedemorgen. De Euromast waakt over onze zandbak annex camping.

Aan drugs doe ik niet, maar een roes kan ik wel waarderen. Zo’n gevoel dat je overvalt als alles even klopt, in een kleine wereld die maar tien dagen bestaat. Een wereld waarin mijn telefoon veelal leeg is en autoruiten mijn beste optie op een spiegel zijn. Een wereld waar nieuws binnensijpelt als filterkoffie – langzaam en niet bepaald sterk. Alles zit er onder de modder, van mijn broekspijpen tot mijn sjaal-die-ook-mijn-kussen-is. Vroeg of laat bestaat er niet. Alles gebeurt op het juiste moment.

Processed with VSCO with f2 preset

Zo is het ’s avonds tijd om te kijken, een theatertent in te duiken met mijn lichtroze keycord om mijn nek. Het zit nooit vol – dan schuif je maar wat dichter tegen elkaar aan. Welkom in de Paradebubbel, waar we afspreken te geloven in de verhalen die er verteld worden. Iedereen kan iedereen zijn. Je eet er poffertjes als ontbijt, middernachtelijke tosti’s en bier op de bon. Liefst eindigt de dag zwevend, in de molen midden op het terrein. Rond en rond, met een sporadisch afzetje op het beton van het Museumplein.

Processed with VSCO with f2 preset

Verder in Rotterdam: eigenlijk helemaal niets, behalve de weg naar de camping en het station. Ik kom nog wel een keer terug voor de rest.

Ik besloot te schrijven over de steden waar m’n leven zich afspeelde, de afgelopen tijd. Dit was stad vier, verhaal twee. (Ik gooi alles door elkaar, want wat nou chronologie.) ‘Je Favoriete Kassameisje’ is misschien nog te zien op De Parade in Amsterdam, en gaat sowieso volgende zomer in reprise.

een weekend in parijs

9r7a9121

We zijn nu op het moment waar ik vaak aan gedacht heb, deze zomer. Met zicht op hoe het gaat lopen, hoe de ritmes van onze levens gaan samenvallen – en soms niet. Dit weekend treffen we elkaar in Parijs.

9r7a9056

De vrijdag begint in Utrecht, met twee colleges. De docente geeft aan te begrijpen dat we vaak in brakke staat naar haar zullen luisteren, vanwege de nodige feestjes op donderdagavond. Een paar uur later sluiten we onze ogen. Er wordt een filmfragment afgespeeld en wij beelden ons in hoe het eruit ziet, aan de hand van de muziek. En zo geldt voor alles op de HKU: het had kunnen lijken op een normale school, maar dat is het niet.

9r7a8961

En dus noem je iedereen bij de voornaam. Krijg je huiswerk toegestuurd via Facebook en beginnen de lessen soms om zeven minuten over twaalf. Er wordt gestrooid met tegenstrijdigheden, die weer allemaal teniet worden gedaan door één en dezelfde kreet: doe vooral ook wat jouzelf juist lijkt. Daar kan ik iets mee.

Tussen de colleges door eten we pepernoten uit de kantine (plus- danwel minpunt). Na een gehaast applaus ren ik de zaal uit, richting Parijs.

9r7a9129

De straatverlichting kleurt de avond geel. We eten vroeg voor daar en laat voor hier. Een restaurant met een krijtbord als kaart en eieren met mayonaise op het menu. Om de hoek een bed, een bank en De Wereld Draait door. Ook in Frankrijk.

9r7a8974

Op zaterdag ben ik in het park, voor foto’s van het gewone maar absurde Parijse leven. Een vrouw in sportkloffie spreekt me aan. Alles aan haar zegt me dat ze die kans maar zelden krijgt: praten tegen iemand anders dan zichzelf. Dus ik luister, terwijl ik eigenlijk schuil voor de regen, met kans op een foto. Met Fransen valt prima te praten, merk ik. Zolang je maar niet laat blijken dat je er niets van verstaat.

9r7a9218

Aan ‘merci’ heb je genoeg. Ik koop nectarines bij de Turkse winkel, we geven onze merci over en weer, net als het plastic zakje en het wisselgeld. Nog een ‘au revoir’ toe en klaar ben je.

9r7a9203

Volgende dag. Pap zegt bonjour bij binnenkomst, stokbroden en kranten in het Frans. Maar het idee is hetzelfde: wij vieren aan een lange houten tafel op zondagochtend.

9r7a9031

Weer in de trein. Een vrouw met een last-minute kaartje zit met een buggy in het tussengedeelte. Ze neemt een slok wijn uit een fles terwijl ik wacht voor de wc. Wankelend door het gangpad is iedereen dronken. Ik loop door de wagon tegen de richting in – toch brengt de Thalys me terug.

9r7a9217

Eerst was alles automatisch verbonden. School met vrienden, vrienden met het dorp en het dorp met thuis. Een leven als compleet bouwpakket. Momenteel zijn het losse legoblokjes, verspreid door de kamer. Soms is er één kwijt of vergeten, word ik er pas aan herinnerd wanneer ik er met mijn blote voet in ga staan. De vanzelfsprekende samenhang is dat niet meer. Maar via de rails rijg ik het geheel aan elkaar.

of dit ooit went

9R7A8917

We rijden van San Francisco naar Carmel, Big Sur en verder. Op de radio klinken ieder uur dezelfde liedjes, eventuele scheldwoorden vervangen door een beschaafder alternatief. Mij doet het vooral raden naar wat er oorspronkelijk gezegd werd. Het landschap verandert, van huizen naar loodsen naar bergen. Amerika is, behalve het land van heel veel, ook het land van heel veel niets.

9R7A89349R7A8942

Soms doemt er toch een huis op, temidden van al die leegte. Een verroeste brievenbus naast de stoffige oprijlaan, het rode vlaggetje naar beneden. Misschien omdat er geen post is, misschien omdat het niet meer rechtop blijft staan. Aan het einde een grijze pick-up, zoals een goed Amerikaan betaamt. ‘SCHOOL BUS STOP 500 YARDS’ staat er op een geel bord dat we passeren.

9R7A89869R7A8882

Ik vergeet soms dat er mensen zijn die hier daadwerkelijk hun leven leiden. Dat er kinderen zijn die elke ochtend deze bergen aflopen om een half uur in zo’n gele bus te zitten, op naar een school met een football field en een theater voor de performing arts. Dat er mensen zijn die wekelijks een uur rijden voor de boodschappen en verder avocado’s kweken, naast de paarden in de achtertuin. Of dat die achtertuin het strand is. Dat is voor hen gewoon.

9R7A8886

Een objectief ‘gewoon’ bestaat niet. Het zijn de dingen die je zo vaak ziet of doet dat ze vanzelfsprekend worden. Voor jouzelf. Want reizend door deze omgeving, kan ik me nauwelijks voorstellen dat dit ooit went.

9R7A90209R7A8920

Dan vraag ik me af of de mensen hier nog acht slaan op de gouden bergen, het gras zo droog dat het al vlam vat wanneer je erover nadenkt. Of zij zich ook verbazen over het feit zich boven de wolken te bevinden. Of zij proberen de diepte te schatten tot daar beneden, zich afvragen of de golven zo klein zijn of zijzelf zo hoog. Of ze elke avond de mist zien optrekken, de zon zien verdwijnen achter wat net nog de horizon was. Of zij de zee nog horen, constant ruisend vanuit waar de wind dan ook waait.

9R7A89299R7A8967

Of zij ook het idee hebben aan het einde van de wereld te zijn gekomen, rug naar het land en blik op de zee. Of dat ze denken dat, andersom, de wereld juist hier begint.

Ik vraag me af of het altijd bijzonder blijft. Of zelfs dit ooit gewoon wordt.

zwart-wit

9R7A8649

De term ‘zwart-wit’ betekent doorgaans niet veel goeds. Wanneer het op fotografie aankomt, denk ik daar anders over. Men vindt het vaak zonde – iets van vroeger. Waarom zou je nog, nu het niet meer hoeft? Naar mijn idee valt er soms veel te winnen wanneer een foto zijn kleur verliest.

De focus verschuift. Er is meer aandacht voor lijnen, schaduw, contrast. De bedoeling van een rommelig beeld kan ineens duidelijk worden door afleiding in de vorm van kleur te elimineren. Hoewel San Francisco een zeer kleurrijke stad is, leent het zich perfect voor foto’s in zwart-wit.

9R7A87699R7A87909R7A8710

Al is het maar vanwege alle tegenstellingen die het in zich heeft. Fishermans Wharf – meer kermis dan haven – tegenover de uitkijkplaatsen bij de Golden Gate, waar het ruikt naar eucalyptusbomen en waar feloranje bloemetjes langs de bergen omhoog groeien. Dan Union Square, met reclameborden die je toeschreeuwen en uit hun context getrokken rode dubbeldekkers die om het kwartier hordes toeristen inladen.

9R7A8601

Iets hoger op de heuvels bevindt zich weer een andere wereld, in de vorm van pastelkleurige woonwijken. Huizen met opritten die zo scheef zijn dat het een ware uitdaging wordt om de auto de garage in te rijden. De brandtrappen, prominent aanwezig op de façades, werpen scherpe schaduwen op de roze, gele en blauwe gebouwen. De elektriciteit wordt nog via houten palen geleid, door kabels die met grote nonchalance gespannen lijken. De duiven kan het niets schelen – die maken er gretig gebruik van.

9R7A8843

Na iedere hoek onthult zich een nog steilere heuvel en een kilometers ver uitzicht. Ik verdenk de taxichauffeurs van een onderlinge competitie: wie kan zijn passagiers het best het gevoel geven dat ze geen ritje in een taxi, maar in een achtbaan maken? Het lukt hen meermaals mijn trommelvliezen te laten poppen.

9R7A8805

Het is kouder dan verwacht. Verdampend zeewater hult de bruggen in mist en laat mij wegduiken in mijn sjaal. Ik voel me weer even veertien wanneer ik noodgedwongen in een hoodie, spijkerbroek en op gympen door de stad loop – een ultiem veilige kledingkeuze voor de gemiddelde puber. Tevens het laatste restje warme kleren dat ik bij mij heb, bedoeld voor in het vliegtuig. Anderzijds maakt de mist elke zonnestraal tot een cadeautje.

9R7A85379R7A88289R7A8675

De stad doet soms Europees aan. Het zal liggen aan de veelal gehandhaafde laagbouw, maar de vele fietsers vervullen hierin ook een rol. Tussen de SUV’s in het centrum beschouw ik het als verkapte zelfmoordpoging – alleen al vanwege die dodelijke heuvels – maar verder naar de kust kan ik het begrijpen. De helmen die ermee gepaard gaan zijn wat minder Europees, net als de verkeersregels. Het duurde even voor ik ze doorhad. Door rood rechtsaf slaan mag altijd, doorrijden op een verlaten kruising nooit – ervan uitgaande dat er een stopbord staat. En dat staat er, geloof me.

Dan die mysterieuze letters op de weg: ‘XING PED’. Na heel wat gefantaseer over Chinese restaurants, Japanse keizers en de grenzen van China Town, kwam ik erachter dat het ‘PED XING’ moest zijn; pedestrian crossing.

9R7A87239R7A8734

San Francisco betekent palmbomen, maar ook dichte mist. Hippe espressobars, maar ook Rosies Diner, waar je de koffie zelf moet inschenken (Maar dan kan je wel kiezen uit zes verschillende smaken. Vanille, hazelnoot, je zegt het maar.) Ontelbaar veel vrouwen in yogabroeken, die onmogelijk allemaal op weg kunnen zijn naar een yogaklas. En dan nogal wat mensen die de weg volledig kwijt lijken te zijn.

9R7A8567

Ze rijden heen en weer met volgeladen winkelkarretjes, zoeken naar warmte liggend op luchtroosters en staan met kartonnen borden in de winkelstraten. Sommigen pennen er hun hele levensverhaal op. Hoe het zo gekomen is, en wat ze nodig hebben om ervoor te zorgen dat het niet zo zal blijven. Anderen houden het kort. ‘Need for weed’. ‘Spare a slice of pizza’. ‘Anythang halps’.

9R7A8837

San Francisco voelt vrij en meegaand, met ruimte voor grijs. Gebouwd op de heuvels die er nu eenmaal zijn.

welcome to the u.s.a.

9R7A8523

Tien uur, vier slechte films en 8800 kilometer verder. We volgen de bordjes naar een grote grijze ruimte, waar we in de rij aansluiten voor de paspoortcontrole. We leggen onze right hand, right thumb, left hand, left thumb op een scanner. Ondertussen verkondigt Barack Obama via meerdere videoschermen een boodschap.

9R7A86559R7A8519

Welkom in het land waar alles in de spiegel ‘closer is than it appears’. Waar bakkerijen bestaan die taarten bakken voor je hond. Of winkels die gespecialiseerd zijn in glutenvrije croutons. Waar minutenlange televisiespotjes worden uitgezonden om medicijnen te promoten. Een kwart van de tijd worden de gunstige effecten benadrukt. De rest van de kostbare seconden gaan op aan het benoemen van bijwerkingen. ‘This medicine can cause headache, weight gain, dizziness, confusion and heart failure.’ Ondertussen zien we beelden van een blije picknickende familie op een zonovergoten grasveld. ‘Be sure to ask your doctor about it!’

9R7A88489R7A87519R7A8721

Het land waar je in de supermarkt kan kiezen tussen tien verschillende soorten water. Voss designwater, Smartwater, Propel fitnesswater, Kellogs proteïnewater en elektrolytwater met een pH van 9,5. Wat me niet helemaal gezond lijkt overigens, gezien dit overeenkomt met de pH van bleekwater. Maar het zal vast ergens goed voor zijn.

9R7A85399R7A86859R7A8550

Welkom in het land waar iedereen – zo mogelijk – nóg harder praat dan in Nederland. In de kamer naast ons wordt een soap opera opgenomen. Tenminste, ik hoop dat de relatiecrisis aan de andere kant van de muur in scène gezet was, gezien het hoge theatrale gehalte ervan. Voor ons was het prima te volgen; elke handeling werd letterlijk benoemd door een vrouw met een schelle, harde stem. Type pornoblond, iets te veel mascara, satijnen kamerjas met luipaardprint – vertelt mijn fantasie me, althans. Vervolgens een mompelend antwoord in een lage mannenstem. Type net kalend, iets te suf, tien jaar ouder dan zijn vriendin. Zij was veelal aan het woord en richtte zich steeds tot ‘good God’. Ik hoop maar dat Hij niet meeluisterde, gezien alle verwensingen die er voorbij kwamen.

9R7A86689R7A88219R7A8642

Een kort fragment:

‘What the fuck, you just slammed a door into my face!’

(Mompel, mompel.)

‘What the fuck are you doing?! You can’t just slam a door into my face! Go get me an icepack!’

(Mompel, mompel.)

‘Go get me an icepack! Oh my god, I just can’t… Get me an icepack!’

(Mompel, mompel.)

‘Get me a beer, then! No, you know what, I’m so done. Leave. Just leave.’

(De man begint nu ook te schreeuwen.)

‘No, you leave!’

‘This is my room!’

‘No, it’s my room!’

‘No, my room!’

(Enzovoorts.)

Zo ging het door, tot een uurtje of drie. ’s Nachts. Gelukkig vond de rest van de opnames ergens anders plaats. De eerste afleveringen van Take it or leave it zullen vanaf oktober te zien zijn bij CBS.

9R7A85839R7A85629R7A8566

Welkom in het land waar je bij elke maaltijd frietjes krijgt – of je dat nu wilt of niet. In de stad waar elke toerist een San Francisco trui draagt, omdat het kouder is dan verwacht. Waar afslankcrèmes voor je onderkin worden gepromoot op levensgrote banners, inclusief voor en na foto’s. (‘No double chin. No surgery. No kidding.’)* Waar je zomaar naast Jack Sparrow in de lift kan komen te staan. Waar het afwisselend ruikt naar sour dough, huiskamerparfum, zoute zee en pies. Waar er stoom door de straten waait en er op elke hoek een stop sign staat. Het land van groot, mooi en bizar, allemaal tegelijk. Zoals Obama het verwoordde: welcome to the United States of America.

Ik ben op vakantie! Als je mij een beetje kent, weet je wat dat betekent: heel veel foto’s en verhalen. Next up: San Francisco in zwart-wit.

* Mocht je dit niet geloven, klik even hier.

YES FORGET NU MAAR MIJN NAME

Processed with VSCO with f2 preset

‘Ladies! That way to the beach!’ Een Portugees op leeftijd houdt ons met licht doorrookte stem staande. Ik begrijp hem wel. Zes jonge meisjes, allen in bikini en weinig verhullende strandjurkjes. Twee van ons dragen een blauw-witte koelbox, gevuld met literflessen water, watermeloen en prosciutto. Over mijn schouder hangt een Aldi-tas met daarin handdoeken en zonnebrand. We zijn blond, verbrand, en ogenschijnlijk verdwaald. Maar wij weten beter. ‘Oh, we know. But thank you so much!’

Albu

Al een paar dagen zijn we in Albufeira en we zijn er inmiddels al aardig vertrouwd. We gaan een dag naar Gale beach, een strand wat verder uit het centrum. Bepakt en bezakt trotseren we op slippers de zanderige paden. We klimmen over rotsen heen, om zo de verlaten baaien te ontdekken die Gale beach zo bijzonder maken. Met onze handen plakkerig van de watermeloen zitten we in de zon, kijkend naar de golven die tegen de rotsen omhoog spatten.

Albu3

We doen verscheidene pogingen tot koken. Of ja, ‘koken’. Dingen maken in de keuken, laten we het daar op houden. Bij poging één laat ik een zak magnetronpopcorn aanbranden – wat heus niet zo stom is als het nu klinkt. Normaal ben ik wel visueel ingesteld, maar wanneer het aantal watt aangegeven wordt met één, twee of drie vlammetjes, haak ik toch af. Bij poging twee gaat het enigszins mis met de pasta-sausratio. Bij de derde poging lukt het ons (lees: Marre) om een paar fatsoenlijke eitjes te bakken. De kleine keuken staat blauw van de rook, maar het smaakt prima.

Albu5

Het zal je niet verbazen dat we vaak buitenshuis hebben gegeten. We belanden bij een Portugees restaurant dat er wel héél authentiek uitziet. Sommigen van ons hebben zo hun twijfels bij het zien van het interieur, dat overeenkomt met dat van een bruin café, maar dan met tl-verlichting. Toch besluiten we naar binnen te gaan. Een stevige jongen zet ons met een eindeloze glimlach borden met eten voor. Verse vis, vlees en kip die wel héél erg ‘piri piri’ is. Vanuit de keuken roept zijn moeder (?) af een toe iets vanachter de pannen.

De laatste avond zitten we op een terras op de eerste verdieping, met uitzicht op het strand. Maar de grootste ontdekking van de week is, geen grapje: de supermarkt – Pingo Doce, om precies te zijn. Naast de ingrediënten van de gemiddelde buitenlandse supermarkt (vissenhoofden ter grootte van een voetbal, watermeloenen ter grootte van drie voetballen), heeft deze supermercado nog iets extra’s te bieden. Het laat zich het beste omschrijven als een superkantine. Je kan kiezen uit verschillende soorten  vis, vlees, of pizza met daarbij zoveel rijst of aardappeltjes als ik normaal in een week zou eten. Het wordt voor je neus gebakken en is super lekker. Kosten: zo’n vijf euro. Aanrader.

Albu1

Al deze adressen hebben we te danken aan onze host Veronika, die ons via Airbnb het appartement verhuurt. Zij is niet de enige vriendelijke Portugees die we treffen deze week. Er is het meneertje dat ons ongevraagd de weg wijst. Het mevrouwtje aan wie we vragen of er in dat ene blauwe pakje inderdaad kookroom zit. In volzinnen antwoorden lukt haar niet, maar een enthousiast ‘yes, yes, yes!’ is voldoende. De chauffeur die ons van en naar het vliegveld rijdt. Hij gaat volgend jaar in Delft studeren. We leren hem wat over Nederland (‘Your fiets will get stolen at least once.’) en we voeren heuse filosofische discussies. Er is de willekeurige man bij wie we in zijn witte busje stappen, omdat hij ons wel naar het strand wil brengen. Gratis. (Sorry mam. Ik weet wat je altijd zei. Maar alles is goed. We zijn niet verkracht.)

Albu6

Wat betreft uitgaan slaan we het advies van Veronika wel in de wind. Zij raadt ons het oude centrum aan, maar daar treffen we vooral bejaarde Britten. In het nieuwe centrum zijn meer mensen van onze leeftijd (maar ook nog genoeg bejaarde Britten). Het is één groot Nederlands feest in de café’s, waar het dringen is tussen de honderden eindexamenleerlingen, hun polsen behangen met felgekleurde toegangsbandjes.

Albu4

Het liedje van de week is al vlug gekozen. ‘Forget my name’ van Side2Side, ook wel ‘de jongens van Streetlab’. Er is ook geen ontkomen aan; op een gemiddelde avond wordt het minstens drie keer gedraaid. Binnen een dag kennen we de tekst uit ons hoofd* en ik weet al snel: die gaat er voorlopig niet meer uit.  Later in de avond verhuizen we naar Heaven, meer club dan kroeg, meer dance dan Top-4o meezingers. We dansen tot we onze voeten niet meer voelen. Op weg naar huis zien we het licht worden. Twee van ons slaan af richting het strand, om de zon op te zien komen. De rest loopt door, langs een stad die allang slaapt. Twee jongens staan in hun tuin nog een sigaret te roken. Ze steken hun hand naar ons op. ‘Welterusten.’

We creëren een heel nieuw ritme. Om zeven uur ’s avonds liggen we nog aan het zwembad,  om kwart over negen schrikken we wakker van een middagdutje. Misschien maar eens gaan eten. Om half zes ’s ochtends schuiven we een intens smerige diepvrieslasagne in de oven. Die op dat moment intens lekker smaakt.

Albu7

We leren elkaar goed kennen, deze week. Sarcasme voert de boventoon, de meest gehoorde uitspraak is ‘doe het lekker zelf’. (‘Wil iemand even mijn rug insmeren?’ ‘Doe het lekker zelf.’) Wanneer ik op de wc zit denk ik: dit is de eerste keer dat ik alleen ben vandaag.

Het is precies zoals ik verwacht had. Ja, het is een puinzooi. Je moet op slippers douchen omdat de badkamervloer onwijs plakt. Vanaf de helft van de week is er niemand meer die de moeite neemt de afwas te doen. We liggen in bed tot we er van de hitte uitzweten. Er is vaker niet dan wel een plan. Maar ik kan ervan genieten.

Albu2

Op het vliegveld worden al die zelfstandige tieners toch braaf door hun ouders opgehaald. We eten koude pizza, zittend op de warme stoep voor de aankomsthal. We zijn vrij stil – eindelijk uitgepraat. Eenmaal thuis slaap ik dertien uur aan een stuk. Ik had gedacht dat ik graag op mezelf zou zijn na zo’n week, maar niets is minder waar. ’s Avonds zitten we alweer met elkaar op de bank. Om langzaam weer te wennen aan het ritme van het gewone leven.

IMG_6201

* Mocht je dat nu ook willen, dan moet je even hier klikken en het liedje luisteren! Instant vakantiegevoel gegarandeerd.

venetië

9R7A7369

Om één uur ’s middags houd ik me nog bezig met de stelling van Pythagoras. Twaalf uur later ben ik in Venetië – waar het water lichtgroen is en alle mannen van boven de zestig elkaar lijken te kennen. In barretjes gieten ze gezamenlijk straffe espresso’s naar binnen. In de waterbus groeten ze elkaar, waarna ze in rap Italiaans gesprekken beginnen over de dagelijkse gang van zaken. “En wat vind jij nou van het referendum?”

9R7A73959R7A74009R7A74119R7A7422

We zijn met z’n tweeën, Mart en ik. We eten pizza als ontbijt, zitten minutenlang doelloos in de zon. Maar er zijn ook plannen – plannen genoeg. We steken kaarsjes op in kathedralen, dwalen door paleizen. We wandelen door de duizenden nauwe steegjes die de stad rijk is. Hoek na hoek slaan we om, ons richtingsvermogen testend tot we het echt niet meer weten. In mijn geval is dat natuurlijk vrij snel. Mart is een grotere doorzetter in dezen, maar toch diep ik meermaals de licht verkreukelde kaart op uit mijn tas.

9R7A74379R7A74459R7A7454

Venetië doet aan als een mediterraans Amsterdam. Maar waar in Nederland de stad won van het water, won hier het water van de stad. Of beter: werden ze één. De groenige kanalen stromen tot aan de achterdeuren van de pastelkleurige huizen. Het doet bijna onecht aan. Dobberend door de nauwe grachten verwacht ik elk ogenblik een mechanisch monster dat uit het water opdoemt, terwijl er rook en spannende muziek uit de voorkant van de boot komt. Aan het einde van de rit kunnen we een foto van dit actiemoment kopen.

Het idee dat ik me in een pretpark bevind, valt niet geheel uit te sluiten. Bovendien dragen de vele Japanners nogal bij aan het Disneylandgevoel.

9R7A74599R7A74789R7A7521

Het voelt weer echt als Italië wanneer we de drukste straten links laten liggen. We kopen aardbeien op een markt waar het naar vis ruikt en eten ze op in een rustige bocht van het Grand Canal. De zon brandt door mijn bloesje, mijn voeten bungelen van de steiger. Voorzichtige golfjes maken mijn sokken nat.

9R7A75249R7A7532

We bezoeken de Gallerie dell’Accademia, benieuwd naar de werken van Leonardo da Vinci. Zaal na zaal gaan we af, maar geen Leo. ‘Not on display. Sorry.’  wordt ons in Italiaans Engels verteld. Natuurlijk pas nadat we het complete museum hebben gezien. We hebben dus vooral gelachen om talloze dikke engeltjes en disproportionele paarden.

(Ik wijt dit aan een gebrek aan ouders.)

9R7A75389R7A7547

We ontbijten op een trapje in de zon. We beklimmen de Campanile van Venetië, waar we niet meer voor het kindertarief naar binnen mogen. Veel te vroeg rollen we onze koffer over de kinderkopjes. Met de boot, met de bus, met het vliegtuig. We rijden van Brussel naar huis terwijl het langzaam donker wordt. Mart achter stuur, ik reik handjes chips aan en wijs zo nu en dan op een naderende flitspaal. Ik verzorg de muziek, maar zing vooral erg hard mee. Het was fijn – even los van alles.