huid

Schermafbeelding 2019-05-08 om 18.29.54.jpg

Een kort verhaal genaamd ‘Ik draag ook een keer een crop top’ :

Ik: ‘Wat sta je te kijken?’

Broer: ‘Nergens naar?’

Ik: ‘Je kijkt naar m’n buik.’

Broer: ‘Ik dacht opeens: wat is dat daar?’

Ik: ‘Mijn buik?’

Vader: ‘Gewoon een extra stukje Milou!’

(Voor de duidelijkheid, ik heb altijd al een buik gehad.)

Ik toon steeds meer huid. Dat is geen uitnodiging – behalve voor de wind langs mijn rug, voor de zon op mijn schouders. Ik toon meer gezicht, puist, haar. Het zit eraan, het hoort erbij. Ik laat het vaker maar – zoals het is. Soms ook niet, als ik zin heb om er werk van te maken.

(Dat is alsnog best vaak.)

Ik toon steeds meer huid. Afwisselend zacht, droog, roze, verbrand. Rood, vanwege het bloed dat minimaal eenmaal daags naar mijn wangen kruipt. Altijd wel ergens blauw, (op) een onverwachtse plek.

Laatst was het opeens mooi weer. Gedachteloos gooide ik mijn wijde truien in een doos onder het bed. We hadden het fijn gehad samen, maar het was tijd voor iets anders. Fluitend trok ik een jurkje uit de kast. Niets in mij betwijfelde of dat kon. ‘Is het warm genoeg?’, dat was de enige vraag. Dat was wel eens anders.

Op de middelbare school ging de komst van de zon gepaard met een hoop overleg. ‘Doe jij al een rokje aan?’ Je wilde niet de enige zijn met blote benen, zeker niet als ze nog bleek zagen. Het was steeds wennen, om na een winter onder laagjes mijn huid weer te tonen. Liever hield ik mijn vesten en panty’s aan.

Mijn ouders hebben een paar maanden geleden hun fotoarchief gedigitaliseerd, uitgezocht en al mijn foto’s op een USB-stick gezet. Eenentwintig jaar op een klein schijfje. Naast de verplichte kiekjes (in een hoop herfstbladeren, slapend tussen dertig knuffels, met een gezicht vol tomatensaus) vond ik ook foto’s uit een mindere fase. Een jaar of vijftien, schouders gebogen. Een glimlach voor de vorm, maar twijfel in mijn ogen.

Schermafbeelding 2019-05-08 om 18.28.39.jpg

Ik weet niet precies wie of wat mij verteld heeft dat er iets mis was met mijn lijf. Er zijn heus concrete momenten aan te wijzen. De GGD-arts die me vertelde dat ik zwaar was in vergelijking met meisjes van mijn leeftijd (maar daarbij mijn lengte niet meenam). Een kennis die me begroette door te zeggen dat ik ‘wel dikke billen had gekregen’. Hij zei het terloops, maar ik weet het nog steeds. Spijkerbroeken die na een halfjaar niet meer pasten – ik radeloos, bang dat mijn heupen nooit zouden stoppen met uitdijen. Met jaloezie keek ik naar mijn vriendinnen en hun bonenstaken, niet wetend dat zij net zo goed jaloers waren op mijn goedgevulde beha, of zelfs het bloed in mijn onderbroek. Er is altijd wel iets. Deze voorvallen waren niet de oorzaak – die zit diep in de maatschappij.  De economie draait op onzekerheid.

Gelukkig weet ik inmiddels dat het niet waar is – dat mijn lijf er mag zijn, hoe dan ook. Het heeft jaren geduurd, dat wel. Rond mijn zestiende was ik klaar met groeien en kon ik gaan wennen aan de buik, borsten en benen waarmee ik door het leven zou gaan. Er was nog een fase van diëten, kijken of ik het niet allemaal wat minder, strakker, ‘beter’ kon maken. Dat bleek moeizaam en – uiteindelijk – de honger niet waard.

Naar het nu: zeker wekelijks krijg ik een compliment over mijn uiterlijk. ‘Wat zie je er goed uit.’ Aan mijn lijf is niets veranderd, behalve haar bewoonster. Na jaren van strijd is er vrede – ben ik tevreden, en dat is zichtbaar.

Wat een logica hielden we erop na. Wanneer je je benen niet laat zien, worden ze nooit bruin. En wat zou het eigenlijk. Al geef je licht, zo wit. Dan straal je ook.

hoe fijn ook de lijntjes

thumbnail_filename-1 2Een prachtige chaos, dat is mijn leven op dit moment. Ik ben vast de enige niet – die heerlijke hectiek kenmerkt deze tijd. Deze fase, een aaneenschakeling van nieuwe vrijheden, ervaringen en plaatsen waarin ik een structuur probeer te ontwaren, om te ontdekken dat die eigenlijk niet bestaat. (Indien gewenst maak je ‘m zelf maar.) Dagelijks blader ik door mijn papieren weken, zoekend naar gaten in mijn tijdlijn, om te concluderen dat ze ontbreken. De ene gebeurtenis buitelt over de ander en mijn gedachten denderen erachteraan.

Deels neem ik het voor lief: de verdwenen kledingstukken, de haastige broodjes, de plakkerige schoenen. Het slordige handschrift, de onafgemaakte zinnen. De fietstochten van tien-in-vijf-minuten, gevolgd door een blozende binnenkomst in de collegezaal. Maar ook in mijn hoofd loopt alles door elkaar – namen, afspraken, (on)belangrijke zaken. Het lijkt onvermijdelijk, in deze tijd van losse eindjes: je gooit ze haastig op een hoop en na een tijd tref je ze verward weer aan. Hoe fijn ook de lijntjes – samen vormen ze toch een knoop.

Ik merk het ook hier; vroeger schreef ik over een broodrooster of een schaduw op een muur, nu lijkt alleen het grotere geheel te tellen. Alles is met elkaar verweven, tot één Groot Stuk waaraan ik honderd keer zal beginnen, maar wat nooit klaar zal zijn. Vandaar deze poging tot ontwarren. Met geduld – niet te hard trekken, dan wordt het alleen maar erger. Een gooi naar overzichtelijke delen, om alles weer op orde te hebben – al is het maar voor even.

M’n leven is heel leuk momenteel, maar het is wel een beetje een zooitje. Al schrijvend (tekenend, filmend?) zet ik dingen op een rijtje. Zo ontstaat een nieuwe reeks verhalen. Wat-gebeurt-er-nou-eigenlijk-allemaal-in-het-leven-en-wat-vind-ik-daarvan. Waar-ben-ik-eigenlijk-mee-bezig-en-waarom. Hoe-werkt-dit-volwassen-worden. Dit was stukje één.

WAT GOED IS

9R7A4078

We bespraken Descartes, vorige week. Het bord werd volgeschreven met zijn gedachtegoed, met als conclusie zijn bekendste uitspraak: cogito ergo sum – ik denk, dus ik ben. Voor het eindexamen filosofie dienen we de theorie te kennen die leidde tot deze uitspraak: de methodische twijfel. Descartes besloot aan alles te gaan twijfelen, om zo zekerheden te vinden – zaken waar niet aan te twijfelen viel en die als fundament gebruikt konden worden voor de verdere filosofie. Ik voelde me Descartes, de afgelopen weken. Maar waar hij met zijn getwijfel een antwoord zocht op de vraag ‘Wat is waar?’, hield ik me bezig met een andere kwestie. Wat is goed?

Aangezien ik er graag vanuit ga dat de mens van nature goed is, neem ik aan dat iedereen het liefst de best mogelijke keuzes maakt. Sommigen doen dit heel weloverwogen, anderen zijn impulsiever van aard. Toch is er een gelijkenis, die schuilt in het feit dat mensen zullen kiezen voor datgene wat hen het juiste lijkt. Maar soms blijkt een keuze achteraf toch niet zo goed geweest. De reden daarvoor: wat goed lijkt, staat niet altijd gelijk aan wat goed is.

9R7A4089

Goed op alle fronten

Volgens mij zijn er verschillende soorten goed. Zo is er ‘goed voor anderen’, en ‘goed voor jezelf’. Dat laatste valt weer opnieuw op te splitsen: goed voor je gevoel, voor je gedachten, voor je gezondheid. Er is goed op lange of korte termijn. In de ideale wereld zouden deze belangen altijd met elkaar verenigbaar zijn: een goede keuze is dan automatisch ‘goed op alle fronten’. Maar zo werkt het niet altijd. En dan zal je moeten kiezen: welk belang gaat voor?

Een universeel antwoord op die vraag bestaat niet. Ieders belangen zijn tenslotte anders. Het afwisselen van belangen is voor mij een goede optie bij het maken van keuzes. De ene keer kies ik voor mezelf, de andere keer kies ik voor een ander. Soms kies ik voor nu, soms voor later. Die keuzes zijn allemaal op hun eigen manier goed. Maar vorige week botsten mijn belangen met die van anderen. Er waren mensen gekwetst, mede door een keuze die ik maakte. En toen sloeg de twijfel toe. Waarom had ik zo gehandeld? En hoe had ik het beter kunnen doen?

9R7A4095

Vraagtekens plaatsen

Zoals dat gaat bij filosofische problemen, leidde één vraag automatisch tot een volgende. En zo wierp mijn twijfel over één ding, een schaduw over zaken waar ik altijd zeker van was. Ik ging vraagtekens plaatsen bij keuzes waarvan ik wist dat ze goed waren. Alles werd in twijfel getrokken. Dat resulteert erin dat ik niet meer kan duiden wat ik belangrijk vind, wat ik kan of wat ik voel. (‘Hoe gaat het met je?’ ‘Ik weet niet. Goed. Denk ik.’) Alles wordt zo zwaarder en donkerder dan het hoort te zijn.

Mijn twijfel was, in tegenstelling tot die van Descartes, niet methodisch te noemen. Hij wist zijn overpeinzingen netjes te categoriseren. Ik zie het helemaal voor me: Descartes zit aan een bureau in een hutje op de hei. Voor hem ligt een blanco vel papier, in zijn hand houdt hij een ganzenveer, klaar om de eerste zekerheid te noteren. Descartes beheerst de twijfel, en dat zou ik graag kunnen. Want soms beheerst de twijfel mij.

Twijfelen is prima. Het houdt je scherp en laat je nadenken over de juistheid van je handelen. Het laat je inzien dat je soms foute keuzes maakt. Maar hoe tegenstrijdig het ook klinkt: ook die foute keuzes zijn gebaseerd op het goede. Of in ieder geval: wat ooit het goede leek te zijn. Wanneer men dat inziet, kunnen er excuses gemaakt worden, kan er worden vergeven. Op die manier heeft ook mijn twijfel een doel. Echter, aan alles twijfelen werkt verlammend. Het is vermoeiend en bovendien onnodig. Want mijn visie op het goede mag dan geen zekerheid zijn zoals Descartes ze zoekt – ik mag er wel op vertrouwen.

En nu twijfel ik – ironisch genoeg – of ik dit moet plaatsen. Maar ik doe het toch, omdat ik zeker weet: ik ben niet de enige die hier wel eens last van heeft.

NOG EVEN OVER VWO 5

Processed with VSCOcam with b1 preset

Het is niet de eerste keer dat ik dit zeg: ik leef in schooljaren. Het begin en het einde ervan brengen veel veranderingen met zich mee, en het begin van een schooljaar voelt dan ook – meer dan 1 januari – als een frisse start.

Zo’n laatste schoolweek is voor mij dan ook een moment waarop ik als vanzelf terugdenk aan het afgelopen jaar. Het jaar waarin ik – geheel in stijl van mijn profielwerkstuk – het heft in eigen handen heb genomen wat betreft mijn leven en mijn geluk. Voor de zomer maakte ik er al een begin mee. Het was niet altijd makkelijk, maar dit jaar plukte ik er de vruchten van. Zo vaak heb ik gedacht: wat ben ik blij dat ik weer kan genieten en dat ik dingen weer intens beleef. Want één ding is zeker: dit jaar viel er heel veel te beleven.

The Row

De laatste zondag van de vakantie stond zoals altijd in het teken van roosterstress; heb ik gunstige uren, welke docenten krijg ik en vooral: bij wie zit ik in de les? Ik bleek geplaatst in V5C, een klas vol natuurkundigen en wiskunde B-ers. Daar ben ik er zelf natuurlijk één van, maar zo voelt het voor mij nog steeds niet. Het was een klein klasje, zo’n twintig man, met gek genoeg maar drie jongens erin. Al snel ontstond er een soort van tweedeling. Niks vervelends hoor, maar elke klas kent nou eenmaal kletsers en niet-kletsers. Mogen jullie raden in welke groep ik me bevond… Juist. Met nog zes andere meisjes vormde ik de groep die geregeld geërgerde blikken of wanhopige schuddende hoofden tot zich gericht kreeg. We noemden onszelf ‘The Row’, omdat we steevast in de rechterrij van de klas zaten. Het is aan hen te danken dat ik alle natuurkundelessen heb overleefd. Wat The Row ook heeft veroorzaakt: er hoeft maar één iemand het woord ‘quark’, ‘neutrino’ of ‘energiebalans’ te noemen en ik heb al de slappe lach.

(En zoals je kunt zien, werden er ook de nodige selfies gemaakt. Hierboven een bescheiden selectie.)

1d54008b08e055d9092a032b7a025452

VWO 5 was het jaar waarin ik geacht werd na te gaan denken over mijn toekomst. Omdat ik mezelf ook geregeld afvroeg wat ik nou zou gaan doen, bezocht ik heel wat open dagen. Ik ging naar de TU Eindhoven, de Universiteit van Amsterdam, de Kunstacademie in Utrecht en de Filmacademie in Amsterdam. Daar wil ik volgend jaar nog de Universiteit van Utrecht aan toevoegen, en dan denk ik dat ik er wel uit ben.

Waar school de eerste jaren vooral uit lessen en toetsen bestond, gebeurt er inmiddels steeds meer omheen. Zo organiseerde ik een kerstquiz, samen met vier vriendinnen (en tevens klasgenoten), om op die manier met VWO 5 het jaar af te sluiten. Ik denk dat we tijdens het bedenken van de vragen nog het meeste lol hebben gehad. Naast een aantal serieuze categorieën als ‘nieuws’ en ‘kennis over de school’, ging de rest over uiteenlopende flauwekul: uitspraken die docenten ooit gedaan hadden, bizarre feitjes over medeleerlingen en fotovragen – in welk lokaal staat deze bloempot?

Ik ging naar het gala, waar ik een hele leuke avond had en alvast kon proeven hoe het volgend jaar zou zijn. Verder was ik weer minimentor, hielp ik mee op een themamiddag, deed ik voor de laatste keer mee aan het schooltoneel, leidde ik groep acht rond, maakte ik foto’s bij het theater en rondde ik mijn profielwerkstuk af. Daarnaast maakte ik nog af en toe mijn huiswerk. De sfeer die er rond de meeste lessen hing kon ik heel erg waarderen: minder betutteling, meer ruimte voor discussies en interessante gesprekken. En om gewoon te lachen met z’n allen.

IMG_0757

Het schooljaar 2014-2015 stond ook in het teken van concerten en festivals. Ik ging naar Ben Howard, 538 Kingsday, Pinkpop en het festival van de Volvo Ocean Race, waar Racoon optrad. Bij Ben Howard stond ik helemaal zen te genieten van de muziek die ik al zo vaak geluisterd had. Bij 538 was het juist een kwestie van constant springen met een hele leuke groep mensen. Ook werd ik daar een beetje verliefd op Nielson. (Ik was niet de enige.)

Pinkpop was een ervaring om nooit meer te vergeten. Vooral OneRepublic bezorgde me kippenvel en stiekem ook een paar tranen. Het Volvo Ocean Race Festival is pas kort geleden. Racoon zong naast I Love You More ook Blackbird, één van mijn favoriete liedjes, dus dat stemde me intens gelukkig.

Qua muziek was dit voor mij ook het jaar van Bastille, Ed Sheeran, Chef’ Special, Sam Smith, John Mayer, Lorde, Banks, James Bay en Matt Simons. Die laatste komt in oktober naar Eindhoven (of all places). Het eerstvolgende concert staat dus alweer op de planning!

V52

Dit jaar heeft zich een groep met hele lieve mensen gevormd. Mensen met wie ik kan lachen en huilen, bij wie ik mezelf kan zijn en met wie ik het vooral altijd heel gezellig heb. We hebben dit jaar een hoop gedaan samen: feestjes, spontane avondjes aan iemands keukentafel, Sinterklaas, carnaval en zo kan ik nog wel even doorgaan. Geregeld wordt er gevraagd: wie gaat er mee iets doen vandaag? En wie er dan ook op komt dagen, het is altijd leuk. Liefde voor jullie, toppers!

IMG_3924

Natuurlijk gebeurden er niet alleen maar positieve dingen dit jaar. In september kwam een oud-trainer van mij te overlijden. Hij was nog veel te jong en moest een heel gezin achterlaten. Voor mij was het de eerste keer dat er iemand overleed die echt dicht bij me stond en met wie ik een bepaalde band had. Op die dag schreef ik: “Een zoete foto op een bittere dag. Bitter en zout, als alle tranen die er gehuild zijn. Vanwege het verdriet dat bestaat, omdat jij er niet meer bent. Terwijl juist jij er altijd was.” Het nummer dat op de dienst gedraaid werd, kan ik nog steeds niet horen zonder aan Ralph te denken.

Die avond nog stapte ik in de auto voor mijn eerste rijles. Ik twijfelde of ik wel moest gaan, maar het stond al een tijd gepland en bood me ook afleiding. Vele lessen volgden. In eerste instantie vond ik het heel frustrerend, omdat ik het niet meteen kon. Niet slim om het op die manier te bekijken: natuurlijk kon ik het niet meteen, anders had ik helemaal geen les hoeven nemen. En die frustratie zou me niet verder helpen. Het duurde even voor ik dat doorhad, maar sindsdien ben ik steeds met goede moed achter het stuur gaan zitten. En zoals ik in de vorige post al zei, mag ik bijna op examen. Het heeft even geduurd, maar dat geeft niet. Het resultaat – een rijbewijs – is hetzelfde.

DSC00286

Seminyak

Processed with VSCOcam with g3 preset

Toronto

IMG_4750

Curaçao

IMG_4672

Berlijn

Processed with VSCOcam with g3 preset

Kaapstad

Ik zag een hoop van de wereld, dit jaar. Wanneer ik bovenstaande foto’s zie, kan ik bijna niet geloven dat ik ze zelf gemaakt heb. Want dat betekent dat ik daar geweest ben, op al die geweldige plekken. Dat ik dat kan en mag voelt als een enorm voorrecht. Ik heb zo genoten van alle nieuwe culturen die ik ben tegengekomen en heb naar hartelust kunnen fotograferen, filmen en schrijven over mijn ervaringen. De herinneringen aan al die mooie reizen worden nog regelmatig opgehaald, en ik weet zeker dat ze niet snel zullen vervagen.

9R7A1352

Een hele bijzondere reis maakte ik vanuit school. De reis op zich was mooi: we bezochten Berlijn, Krakau, Auschwitz en Dresden. Maar de mensen met wie ik ging, maakten het extra speciaal. Met z’n allen beleefden we slapeloze nachten, hadden we bijzondere gesprekken, werd er veel gelachen en soms gevloekt na heel wat uren in de bus. We hebben elkaar weer beter leren kennen. En dat geldt voor dit hele jaar, wat mij betreft. We zijn weer meer één groep geworden. En volgend jaar moeten we het echt met elkaar doen: vrienden uit VWO 6 of Havo 5 zijn vertrokken. Gelukkig hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: slagen. Daarbij heb ik nog een persoonlijke doel voor volgend schooljaar: heel veel lol hebben en genieten, om zo mijn middelbare school tijd op een mooie manier af te sluiten. Aan hen gaat het niet liggen, dat is zeker.

DIT WAS MIJN WEEK (EN EEN BEETJE MEER)

Processed with VSCOcam with b1 preset

Dit was mijn week (en een beetje meer). Want ‘Dit was mijn week en vier dagen’ klinkt nou eenmaal minder leuk.

Hierboven zie je dat ik duidelijk niet de enige ben die van gestreepte shirtjes houdt. Dinsdag tijdens het eerste uur bleek al dat we met vier mensen eenzelfde soort t-shirt aanhadden. In de pauze zagen we dat de streepjesclub die dag zeven mensen telde. Alsof we het zo afgesproken hadden. (On tuesdays, we wear stripes.) Dat moest natuurlijk even vastgelegd worden. (Wegens vermoeide we-zijn-aan-vakantie-toe-hoofdjes, was besloten die er maar niet op te zetten.)

Processed with VSCOcam with f2 preset

Vrijdag vond de presentatie van mijn film plaats, in de collegezaal op school. Het is allemaal goed verlopen: er heerste een fijne sfeer en de film werd goed ontvangen. Inmiddels is ‘Wie we zijn’ 1000 keer bekeken. In YouTube-Land is dat misschien helemaal niet veel, maar voor mij is dat een behoorlijke mijlpaal. Wat ik vooral heel bijzonder vond om te merken, was wat het allemaal teweeg heeft gebracht. De hoeveelheid reacties die ik heb ontvangen was best overweldigend: via Facebook, Whatsapp, Instagram – het hield maar niet op. De meesten waren enthousiast, anderen zelfs geëmotioneerd. Dat had ik van tevoren nooit kunnen bedenken, dat iets van mijn hand dat kon veroorzaken.

Voor de nieuwsgierigen: de beoordeling (want oh ja, het was ook nog een profielwerkstuk) krijg ik donderdag. I’ll keep you posted!

Processed with VSCOcam with f2 preset

Zowel op maandag als op vrijdag zat ik weer achter het stuur. Inmiddels heb ik genoeg uurtjes in de Opel gemaakt om te kunnen zeggen dat ik bijna op examen mag. Spannend!

IMG_2712

Donderdag had ik de laatste lesdag van het schooljaar, want op vrijdag zou de testweek officieel beginnen. De invulling van de laatste lessen was heel afwisselend. Bij het ene vak was één klacht over de hitte al genoeg om de rest van het uur slechts een beetje te keten. Bij filosofie sloten we op donderdag het jaar af met taart. Andere docenten zetten ons juist zonder pardon aan het werk met een oud eindexamen. Soms was het ook wel nodig, omdat er nou eenmaal nog veel moest gebeuren voor de naderende test.

Bij biologie bijvoorbeeld, bij uitstek een les waar veel lol getrapt wordt, was dat nu eens niet het geval. Het gehele uur werden er in rap tempo vragen gesteld en beantwoord. ‘Dit is denk ik de meest productieve les ooit,’ mompelde ik lachend tegen mijn buurvrouw, waarna ik meteen moest bukken voor een prop papier die naar mijn hoofd geworpen werd. Ik had niet gedacht dat de docent mijn opmerking ook zou horen.

Processed with VSCOcam with f2 preset

Die avond gingen we (net als de rest van Nederland) barbecuen. En dat zag er best feestelijk uit, vond ik zelf.

Processed with VSCOcam with kk2 preset

Ik maakte nog een foto van de mooie lucht.

Processed with VSCOcam with hb2 preset

En voor de rest waren mijn activiteiten vrij eenduidig: leren, leren, leren. Al probeerde ik tussendoor ook regelmatig wat zonnestraaltjes mee te pakken of ergens in een zwembad te springen.

Hierboven was ik bezig met mijn aller liefste lievelingsvak: wiskunde! Ik was zo mogelijk nog minder gemotiveerd dan anders om eraan te werken, aangezien het hoofdstuk waar we mee bezig waren geen examenstof was. Dat betekent dus dat ik er nu een toets over moest maken, om er vervolgens nooit meer iets mee doen. Daarnaast was het ook gewoon een moeilijk hoofdstuk. En het was warm, natuurlijk. Maar die toevoeging kan je in principe achter elke zin in dit verhaal plakken.

Mijn eerste cijfer heb ik inmiddels binnen: een 9,8 voor filosofie! Het was geen moeilijke test, dat moet gezegd. Voor mijn overgang of voor mijn gemiddelde maakte dit cijfer niet zoveel uit, maar toch ben ik er blij mee. Alleen al omdat ik het vak heel leuk vind en er een kans bestaat dat ik er verder mee wil. Ik heb dit jaar wel een aantal tienen gehaald, maar dat was meestal een kwestie van domweg dingen uit mijn hoofd leren. Dan valt er aan een filosofietest meer eer te behalen, wat mij betreft.

Dus dat was mijn week (en een beetje meer). Op naar de volgende!

WAT ER GAANDE IS

Processed with VSCOcam with f2 preset

Veel en weinig tegelijk. Laat me dat uitleggen.

Op school ben ik in de gebruikelijke eindejaarshectiek beland: een handvol so’s, twee literaire werken van weet-ik-het-hoeveel bladzijden en een onderzoek naar een maatschappelijk probleem. Dan nog wiskunde (sowieso problematisch), een performance (?) voor CKV en een praktische opdracht voor scheikunde, waardoor het voor mij zo mogelijk nog duidelijker is geworden dat ik nooit nooit nooit op een lab wil gaan werken. Ten slotte is de testweek ditmaal uitgewaaierd over twee weken. Dat is zo gedaan om het voor ons leerlingen wat minder stressvol te maken allemaal. Of dit effect behaald gaat worden, moet ik nog zien.

Processed with VSCOcam with hb1 preset

CKV-performance: abstractie op hoog niveau. 

Processed with VSCOcam with x1 preset

Scheikunde: toverdrank brouwen op hoog niveau

De motivatie is soms ver te zoeken. Wanneer het warm is en de dagen lang zijn, is er nou eenmaal veel te doen dat geen ‘huiswerk’ heet. Er is elke week wel sprake van een festival of een (eindexamen)feest. Ook het uitgaansgebied wordt met enige regelmaat bezocht, nu ik niet meer hoef te vrezen dat mijn tenen eraf vriezen wanneer ik om vier uur ’s nachts naar huis fiets.

Kortom: vanaf de vrijdag zijn er festiviteiten alsof het al vakantie is. En dan komt de maandag hard aan. Vriendin Colette verwoordde het erg treffend: ‘We gaan naar school tussen de weekenden door.’

Er gebeurt een heleboel, dus. Maar soms voel ik me leeg, ondanks alle dingen die ik doe en waarover ik nadenk. Dat klinkt misschien dramatisch, maar het is voor mij de meest kloppende omschrijving. De drukte in mijn hoofd maakt dan dat ik me nergens meer echt op kan focussen. Gelukkig kan ik inmiddels zonder schuldgevoel het besluit nemen om dit dan ook maar niet te proberen. Niet koste wat het kost elke taak tot in de puntjes af willen ronden, maar gewoon een avond op de bank gaan zitten en vol overgave niets doen. Gaan sporten terwijl ik ook had kunnen leren. Of een heel weekend geen boek openslaan, omdat mijn schema vol zit met leuke dingen.

FullSizeRender

(Ja, dit is een quote uit Harry Potter. Kon het niet laten.)

Ik weet dat, hoe deze periode ook mag verlopen, het over drie weken helemaal klaar is. Dat er dan even helemaal niets is, behalve dingen die me energie geven. Het zijn ook die dingen die ervoor zorgen dat ik de afgelopen weken prima ben doorgekomen. Ja, het was druk en ja, ik was geregeld moe, maar ik kan zeggen dat het goed met mij gaat. Dat ik me goed voel en blij ben en er een hoop lichtpuntjes zijn die me door de drukte heen helpen. Dingen om naar uit te kijken: een dag naar Pinkpop, een zonnige vrijdag met twee lieve vriendinnen en natuurlijk een hoop blijdschap vanwege geslaagde eindexamenleerlingen. (En niet te vergeten: het bijbehorende gala.) Dit alles maakt me blij en motiveert me om te proberen steeds positief te blijven, niet te veel te piekeren en alles te nemen zoals het komt. Een jaar geleden kon ik dat nog niet op die manier, dus ook het feit dat dit me nu wel lukt, zorgt voor een goed gevoel.

Processed with VSCOcam with f2 preset

Processed with VSCOcam with g3 preset

Processed with VSCOcam with b1 preset

Nog een lichtpuntje in de nabije toekomst: de presentatie van mijn film. Ik kijk er erg naar uit, omdat ik eindelijk kan laten zien waar ik al die tijd mee bezig ben geweest. Anderzijds maakt het behoorlijk wat zenuwen in mij los. Dat lijkt misschien gek, aangezien ik op dat moment niets anders hoef te doen dan de afspeelknop indrukken – het eigenlijke werk is al gedaan. En toch ben ik nerveus. Het verbaast me niets, om eerlijk te zijn. Er komen mensen die belangrijk voor mij zijn en aan wiens mening ik veel waarde hecht. Ik sta achter hetgeen dat ik gemaakt heb en ben er zelf tevreden mee. Maar dat neemt niet weg dat ik heel benieuwd ben of de film overeen zal komen met het beeld dat die mensen ervan gevormd hebben, naar aanleiding van wat ik hen erover verteld heb.

De presentatie zal deze vrijdag, 26 juni, plaatsvinden. Er komen nog twee drukke weken en dan nog een soort van drukke week, die ik hopelijk in dezelfde goede modus ga beleven. Dus dan weten jullie weer wat er gaande is. Ten slotte, voor de strijders in de het-is-bijna-vakantie-strijd: hang in thereAnd stay positive.

NIETS OM AAN TE DENKEN

Collages3

Het was weer even stil hier – ik moest vorige week mijn stem ergens anders laten horen. Mijn eigen stem, andermans woorden.

Er is geen aandacht meer voor grote lijnen. Het betreft nu details, die onze regisseuse telkens opschrijft in een turquoise notitieboekje. Het was ooit slechts gevuld met horizontale strepen, nu staan er duizenden letters die samen ideeën en aandachtspunten vormen. We volgen de lijst: een verwarrende blik, een verkeerd geplaatste pas, een handgebaar dat meer aandacht trekt dan het zou moeten doen. Het zijn zaken die op zichzelf niemand zullen opvallen. Echter, samen maken ze een verschil.

We verkennen de ruimte en wennen aan het fellere licht. Het toneel verandert langzaam in een kleedkamer. Er staan wat tafels en stoelen die stiekem uit het biologielokaal komen. De spiegels die erop staan worden omringd door delen van scripts, toitjes, grimespullen en allerhande prullaria.

Door een verlaten school loop ik naar het laatste verlichte lokaal. Morgen zullen hier weer brugklassers razen. Nu sluit ik de ramen en doof ik het licht.

Toneel 20151

De avond van de première, mijn hoofd is leeg. Het is iets wat ik regelmatig wens – dat ik eens een moment nergens aan zou kunnen denken. Juist nu komt die wens uit. Soms herinner ik me een enkele zin of handeling, die in een flits voorbij komt. Het biedt me geen houvast, omdat ik ze niet kan combineren tot een lopend geheel, zoals ik dat straks wel hoop te kunnen. We eten (of eten niet). Ik probeer mijn rode wangen weg te poederen, maar tevergeefs. Ieder bereidt zich voor. Sommigen lezen hun teksten. Ik durf niet meer naar mijn script te kijken, bang voor alle woorden die ik ben vergeten.

We doen nog een concentratie-oefening, waardoor je er van iedereen achterkomt wat zijn lievelingsdier is en wat zijn vader voor werk doet. Het werkt, ik vind mijn rust.

En dan is het ieder voor zich, alleen met de stilte of drukte in zijn hoofd. We worden omringd door duisternis, afgebakend door de zwarte vierkante vloer. Een zachte gloed beschijnt ons van onderen. Het warme licht strijkt langs mijn koude armen, waarop haren recht overeind staan. Alles in mij staat op spanning. Nog drie minuten.

Een laatste woord. We moeten genieten, vooral alles loslaten en de vrijheid nemen elkaar te verassen. (De nodige grappen worden gemaakt: ‘Zullen we gewoon iets heel anders spelen. Of de hele rolverdeling omgooien.’) We roepen heel hard ‘HOER’ bij wijze van een yell, want dat bekt lekker. Dan is het tijd.

Toneel 2015

De deuren gaan open. Het publiek zoekt een plaats in de zaal, wij hebben de onze op het toneel al ingenomen. Beide avonden verwacht ik vrienden en familie. Ik zoek hen en zij zoeken mij. Onze ogen zullen elkaar onvermijdelijk kruisen. Zij lachen en ik lach terug, maar dat valt niet op. Ik lach de hele tijd al, net als mijn tegenspelers. Mijn lip begint te trillen –  achteraf heb ik vernomen dat daar niets van te zien was.

Het lukt me alles los te laten. Al doende vallen de stukjes op zijn plaats. Als vanzelf weet ik waar ik moet zijn en wat ik moet zeggen. Spelen maakt plaats voor zijn, ik sta midden in het verhaal. En dan is er dat gevoel. Dat gevoel dat ik al eerder ervoer maar waar ik op dit moment pas van kan genieten: er is niets om aan te denken. Nu is alles wat er is.

Processed with VSCOcam with f2 preset

(En ziehier de reden dat ik normaliter de foto’s maak en er zelf niet op sta.)

Wij, vrienden!

Wij zijn rijker dan de zeeën diep.

Wij hebben alles wat er is.

Wij hebben — luister goed! — elkaar!

– uit ‘De Jossen’, Tom Lanoye (2004)

WAT IK HET LIEFSTE DOE

9R7A1528

Het is weer tijd om uit te ademen. Om me achterover op bed te laten vallen met een hoofd vol zorgeloze gedachten en dat er even geen twijfel bestaat. Niet meer dat zenuwachtige geklik van pennen of het massale gesnif in bedompte klaslokalen na een fietstocht door de koude morgen. Donderdagmiddag zette ik de laatste punt op mijn proefwerkpapier.

Het ging allemaal goed overigens, mocht je je dat afvragen. Op één vak na – mogen jullie raden welke. Ik ga er even niet meer aan denken. De testweek is voorbij en nu heb ik vier vrije dagen. Ik beschouw het als minivakantie – het is maar net wat je er zelf van maakt, natuurlijk. Samen met mijn ouders en Mart ben ik in Amsterdam, waar het perfect weer belooft te worden om paaseitjes te zoeken.

Verder ga ik mijn tijd gebruiken om wat dingen te filmen voor mijn project. Vrijdag maakte ik al een begin in het dorp, waar ik over de ventweg racete. Mart zat achter het stuur, ik hing als een soort razende reporter uit het open dak, met mijn camera in de aanslag. Maar daarover later meer.

9R7A1534

Vijf toneelspelers, één idyllisch berglandschap

Dinsdag beginnen mijn lessen weer, maar of ik me veel met school bezig ga houden, durf ik te betwijfelen. Na een aantal maanden van repetities, vinden volgende week de voorstellingen van het schooltoneel plaats, waar ik in meespeel. Zoals ieder jaar is het weer een enigszins absurd stuk. Toen we het script voor het eerst lazen, heb ik meermaals hardop moeten lachen. In de praktijk lijkt het allemaal wat serieuzer, maar het gaat er natuurlijk om hoe serieus je het neemt. Donderdag hadden we voor het eerst een hele doorloop met publiek. Op het einde zaten zij zo te lachen dat ik zelf mijn gezicht niet meer in de plooi kon houden. Nog een week om daarop te oefenen, dus.

Voor die voorstellingen worden ieder jaar posters gemaakt. Dat is natuurlijk een goede zaak, aangezien het zo onder de aandacht wordt gebracht. Echter is er dit jaar voor gekozen een foto van de spelers te gebruiken. De voorstelling heeft op een vreemde manier te maken met The Sound of Music. Op die poster staan we dan ook in vol Dirndl-ornaat, gefotoshopt voor een idyllisch berglandschap. En dat hangt dan door de hele school, gedurende drie weken. Er is ook geen ontkomen aan: welke ingang ik ook neem, ik kom die posters tegen. Inmiddels word ik dan ook herkend, wanneer ik over het schoolplein loop.

(Grapje.)

9R7A1540

Wat juist voelt

Vrij snel na de voorstellingsweek vinden de jaarlijkse schoolconcerten plaats. Daar doe ik zelf niet aan mee. (Gelukkig niet, zeg. Toneel vind ik geweldig, maar dan heb ik een personage waarachter ik me kan verschuilen. Ik zou maar als mezelf op zo’n podium moeten gaan staan. Nee, mij niet gezien.) Wat ik er wel ga doen is foto’s maken, zoals ik dat eerder al deed. Ik vind het altijd erg leuk om te doen – door zo’n donkere zaal sluipen, komen waar niemand mag komen en daardoor zien wat niemand anders ziet. En bovenal: uren achtereen doen wat ik het liefste doe.

Wat ik het liefste doe, dat kan ik doen, de komende weken. Ik ga toneelspelen, filmen, schrijven, fotograferen en ervan genieten. Dat ik niet hoef te leren wat juist is, maar zelf kan uitzoeken wat juist voelt.

Rest mij jullie een fijn paasweekend te wensen!

PROJECT 338

Opgeven is niet mijn ding. Wanneer iets niets goed (meer) loopt, ploeter ik liever door tot het einde dan dat ik toegeef dat ik het niet kan afmaken op de manier waarop ik het voor ogen had. Perfect, dus.

Mijn Project 365 liep al een tijdje niet meer op die manier. Vaak was een foto maken pas het laatste wat ik deed op een dag, waardoor de kwaliteit te wensen over liet. Tijd om te schrijven had en nam ik niet. Bovendien begon het te voelen als nog een verplichting die ik ’s avonds van mijn lijstje kon strepen.

Dat was nou precies niet de bedoeling. In 2012 ben ik dit project gestart om twee redenen. Ten eerste wilde ik beter worden in fotografie, iets waar ik heel nieuwsgierig naar was. Ten tweede wilde ik veel foto’s maken omdat ik het simpelweg heel leuk vond. Ergens in november begon ik te beseffen dat ik aan allebei deze doelen niet meer kon voldoen. ‘Gewoon doorgaan!’ was de standaard reactie van mijn geweten. Maar sinds ik bezig ben mijn leven wat rustiger en blijer te maken, is er ook een andere stem aanwezig. Een stem die zegt: ‘Waarom zou je, Milou? En voor wie?’ Ik bedacht me: voor mij was stoppen eigenlijk een grotere prestatie dan doorgaan. En dus is Project 365, Project 338 geworden. En het mooiste is dat ik daar zelf vrede mee heb.

Wat gebeurt er dan met Picture this by Milou? Om eerlijk te zijn weet ik dat zelf ook nog niet precies. En dat vind ik eigenlijk wel prima. Ik ga eens lekker de tijd nemen om erover na te denken. Ik weet vrijwel zeker dat ik binnenkort mijn creativiteit hier weer zal uiten. Ik kan niet ‘niet’ creatief zijn. Het hoort bij mij en de manier waarop ik naar de wereld kijk. Het zal wel in een lagere frequentie zijn, denk ik. Want ook dat miste ik: de tijd nemen om mooie dingen te maken. Laatst heb ik gemerkt dat, wanneer ik de kans krijg om te schaven en schrappen, ik tot betere dingen kom.

Er zijn een hoop dingen die ik hier niet laat weten. De voortgang van mijn film, bijvoorbeeld. Ik zou het zo graag delen, maar ben bang dat het eindresultaat dan niet interessant meer is. Tenslotte heb je dan alle stukjes al gezien. Toch denk ik dat er een manier moet zijn om jullie op mijn blog mee te nemen in dit proces. Voor jullie leuk (denk ik?), voor mij heel nuttig ter reflectie. (En ik ben mega enthousiast, dus ik wil het graag delen.) Dat is iets waar ik dus nog op terug zal komen.

Verder is er vandaag iets heel tofs gebeurd: ik sta in de krant. Met een column. Via school kreeg ik de kans, die ik natuurlijk met beide handen aangreep. Het is een klein krantje, maar wel 500 woorden, met naam en foto, alles erop en eraan. Ik denk dat ik hem morgen in kan scannen en hier kan plaatsen. Het is waarschijnlijk dat het niet bij één keer blijft. Dus ook dat is iets wat je hier nog kan verwachten.

Rest mij nog één ding: de mensen bedanken die mijn project gevolgd hebben. De reacties die ik van jullie kreeg, digitaal en mondeling, hebben me telkens heel blij gemaakt. Bedankt daarvoor! Dan ga ik nu vakantie vieren. Foto’s maken wanneer ik daar zin in heb. Het vooral niet doen wanneer ik er geen zin in heb. En dan horen jullie snel weer van mij.

#179 HOW ARE YOU?

DSC00060

Als iemand vraagt hoe het gaat, zeg je meestal ‘goed’. Toch? Ik in ieder geval wel. Omdat het daadwerkelijk goed gaat, of omdat ik geen zin heb om uit te leggen waarom het niet goed gaat.

(En soms omdat het diegene waarschijnlijk toch geen reet kan schelen.)

Maar sommige ‘hoe gaat het’s’ zijn niet met één woord te beantwoorden. De vraag gaat dan gepaard met een indringende blik die zegt: ‘Waag het niet om enkel het sociaal wenselijke antwoord te geven.’

Naar aanleiding van wat ik eerder vertelde, wordt de vraag vaak aan mij gesteld. In mijn poging om hier voortaan eerlijk in te zijn, vertel ik dat dan. Soms zijn het geen leuke verhalen. Want er zijn momenten waarop ik er toch even doorheen zit. Het verschil is dat ik het nu uitspreek, het wat beter kan relativeren en daardoor niet meer in zo’n negatieve spiraal terechtkom.

Vanuit diezelfde eerlijkheid kan ik zeggen dat het heel vaak wél goed gaat. Ik doe het rustig aan. Dat voelt nog wat onwennig, omdat ik dat niet vaak doe en het mezelf nu eindelijk eens toesta. Maar ik probeer ervan te genieten. En dat lukt me best goed.

De zorgen die ik alsmaar liet groeien in mijn hoofd, maken plaats voor fijne gedachten, over dingen waar ik blij van wordt. Ze waren er altijd al, die dingen, maar het lukte me vaak niet om ze te zien. Dat vind ik wel verdrietig, frustrerend soms ook. Dat ik zoveel mag en kan, maar dat ik daar niet altijd van heb kunnen genieten. ‘Zonde’ is het juiste woord. Aan de andere kant heeft het geen zin om er op die manier op terug te kijken. Ik kan er niets meer aan doen, en er me schuldig over voelen zou alleen maar in de weg staan bij datgene waar ik naar streef: weer ongecompliceerd blij zijn. Met mezelf, met hoe het is. Want ik ben verdorie pas zestien – veel te jong om me zorgen te maken. Zeker als die nergens voor nodig zijn.

Er zijn een paar dingen die ik hiervan geleerd heb.

1. Ik kan niet alles zelf oplossen. En dat hoeft ook niet.

2. Praat. Het helpt. Wees eerlijk tegen anderen, maar vooral ook tegen jezelf.

3. Ik heb een heleboel lieve mensen om me heen. Die willen weten hoe het écht met me gaat. Die ik kan vertrouwen, die me de ruimte geven. En af een toe een schop onder mijn kont. Want naast mensen die luisteren en advies geven, ben ik ook blij met hen die gewoon eens zeggen: ‘Meid, maak je niet druk.’