Stad nummer twee in mijn trip langs de Oost-kust: Washington. Hier is weer een overzicht met alle foto’s die ik gemaakt heb, met daarbij een soort verslagje. Veel plezier met kijken!
Stad nummer twee in mijn trip langs de Oost-kust: Washington. Hier is weer een overzicht met alle foto’s die ik gemaakt heb, met daarbij een soort verslagje. Veel plezier met kijken!
Washington. Een stad waar het ruikt naar vers gemaaid gras, en waar de stoepen eruit zien alsof ze gestofzuigd worden. Waar ze op elke hoek van de straat een standbeeld neergezet hebben en belangrijke gebouwen eruit zien alsof ze uit het centrum van Rome getakeld zijn. Zo ook het Capitool: het bestuurscentrum van Washington en de rest van de Verenigde staten. Een enorm gebouw met brede statige trappen, enorme witte zuilen en hoge plafonds – om maar aan te geven dat hier de belangrijke zaken van de wereld besproken worden. Overal waar je keek zag je schilderijen, standbeelden en muurschilderingen. We werden rondgeleid door een gids, en hoewel ik er stiekem niet heel veel zin in had (sommige gidsen zijn zo langdradig en blijven maar feitjes oprakelen), vond ik het erg interessant. De mevrouw in kwestie leek alles te weten, maar beperkte zich tot de hoofdlijnen en leuke weetjes. (Twee ministers die op een schilderij tenentrappend werden afgebeeld bijvoorbeeld, om duidelijk te maken dat zij niet zo’n goede band met elkaar hadden.) Maar wanneer een familie uit Michigan dan wél heel graag wilde weten welke twee standbeelden hun staat aan het Capitool geschonken had… Dan wist ze dat ook nog te vertellen.
De eerste dag in Washington bekeken we een paar highlights van de stad. The Mall met al zijn musea, de Needle Tower (ingepakt vanwege renovatie) en natuurlijk Het Witte Huis. ‘Zou hij thuis zijn?’ vroeg een van mijn familieleden, doelend op de president. In Nederland wappert de vlag op de Dam wanneer de koningin aanwezig is. Maar hier in Amerika kan je uit een vlag niets opmaken – die wapperen hier altijd en overal, vanwege de Amerikaanse trots. Later op de dag gebeurde er iets waardoor we wél meteen wisten dat de president in Het Witte Huis aanwezig was geweest. Het was rond een uur of half zeven. We stonden voor een stoplicht te wachten om over te steken, toen er opeens een politiemotor met zwaailicht en sirene aan een tunnel uit kwam crossen. Hij gebaarde druk naar alle wachtende auto’s dat ze door moesten rijden. Snel volgden er nog meer motors en politiewagens, allemaal met loeiende sirenes. Bij ons begon er natuurlijk iets te dagen. Er verschenen vele zwarte auto’s, waaronder twee grote zwarte Cadillacs met geblindeerde ramen. Ja hoor: we waren midden in een escorte beland, waarschijnlijk van niemand minder dan Barack Obama. Tijdens het eten werden er de nodige grappen gemaakt: misschien was het wel Michelle die naar de kapper ging, of Malia die terugkwam van pianoles. Alles bij elkaar duurde het slechts een halve minuut. De meeste mensen op straat stonden gewoon te wachten en liepen vervolgens door, alsof ze het wekelijks zagen gebeuren. Even later bedacht ik me: misschien is dat ook wel zo.
Vandaag stond in het teken van reizen. Inpakken, ontbijten, nog een keer heel goed om me heen kijken… en afscheid nemen van New York. Wel met een nieuwe stad in het vooruitzicht gelukkig, Washington. Ik had echt geen flauw idee wat ik me erbij voor moest stellen. Het Witte Huis, dat was het enige plaatje dat in mijn hoofd verscheen. Voor de rest zou ik het wel gaan zien. Maar eerst een stuk rijden, dus. Ik vind het wel leuk, roadtrippen in Amerika. Lekker muziekje op, een beetje uit het raam kijken, een spelletje, gezellig kletsen. Even een tussenstop bij zo’n typisch Amerikaans wegrestaurant. Ofwel, heel veel en heel ongezond eten. Wij hielden het binnen de perken, hoor. Voor de rest van de reis kochten we een doosje kersen en bessen, die je daar wonderwel ook kon krijgen. Ik weet niet wat er in die berries zat, maar ik werd er in ieder geval extreem melig van. Hikkend van de lach was ik aan één stuk door flauwe grappen aan het maken. Althans, dat probeerde ik. ‘Ja, sorry hoor Milou, maar ik versta je gewoon echt niet!’ Zo erg was het er aan toe… Ach, het zal de pubertijd wel zijn. Rond een uur of vijf kwamen we aan in Washington. Na New York leek het net een dorpje. (Dat zal dus even schrikken zijn, als ik over twee weken weer thuis kom.) We aten bij een Italiaans restaurant, waar ik het me voor de eerste keer lukte om mijn pasta op te draaien, in plaats van hem te snijden. Dat kan weer van de bucketlist. Een sprintje door de regen naar het hotel. Maar wel nog snel een foto van een Washingtonse straat.