Vandaag stond in het teken van reizen. Inpakken, ontbijten, nog een keer heel goed om me heen kijken… en afscheid nemen van New York. Wel met een nieuwe stad in het vooruitzicht gelukkig, Washington. Ik had echt geen flauw idee wat ik me erbij voor moest stellen. Het Witte Huis, dat was het enige plaatje dat in mijn hoofd verscheen. Voor de rest zou ik het wel gaan zien. Maar eerst een stuk rijden, dus. Ik vind het wel leuk, roadtrippen in Amerika. Lekker muziekje op, een beetje uit het raam kijken, een spelletje, gezellig kletsen. Even een tussenstop bij zo’n typisch Amerikaans wegrestaurant. Ofwel, heel veel en heel ongezond eten. Wij hielden het binnen de perken, hoor. Voor de rest van de reis kochten we een doosje kersen en bessen, die je daar wonderwel ook kon krijgen. Ik weet niet wat er in die berries zat, maar ik werd er in ieder geval extreem melig van. Hikkend van de lach was ik aan één stuk door flauwe grappen aan het maken. Althans, dat probeerde ik. ‘Ja, sorry hoor Milou, maar ik versta je gewoon echt niet!’ Zo erg was het er aan toe… Ach, het zal de pubertijd wel zijn. Rond een uur of vijf kwamen we aan in Washington. Na New York leek het net een dorpje. (Dat zal dus even schrikken zijn, als ik over twee weken weer thuis kom.) We aten bij een Italiaans restaurant, waar ik het me voor de eerste keer lukte om mijn pasta op te draaien, in plaats van hem te snijden. Dat kan weer van de bucketlist. Een sprintje door de regen naar het hotel. Maar wel nog snel een foto van een Washingtonse straat.