#66 GOING BACK HOME AGAIN

IMG_5133

We namen de trein terug naar huis. Met de sneeuw verdween de zorgeloosheid die er in Arosa leek te heersen. Of je de eerste lift ging halen, waar je zou lunchen die middag. Of je de zwarte piste zou gaan overleven. Wel of geen thermoshirt, waar heb ik mijn skibril gelaten. Dat waren de dingen waar je je mee bezighield. En verder met het genieten van de blauwe lucht en de fijne sneeuw. De broodjes met Nutella bij het ontbijt. Het gevoel van hard naar beneden zoeven, warme thee op een koude bergtop. Lachen om de valpartij van je skigenootje. (Sorry.) Het uitdoen van skischoenen na een lange dag.

En ik genoot toch ook wel van de treinreis terug naar huis. De zon scheen door het raam en maakte me – in combinatie met een korte nachtrust en een dosis Primatour – slaperig. Mijn ogen zakten af en toe dicht, gingen af en toe even open voor een overstap. En dan weer dicht. We vlogen, landden. Reden met de auto het laatste stukje, door stakingsacties gedwongen tot binnendoorroutes en achterafweggetjes. En toen waren we thuis. Ik moest mijn koffer gaan uitpakken en werd door de stapels schoolboeken in mijn kast herinnerd aan het nog te verrichten werk. Thuis was het niet meer geheel zorgeloos. Maar wel heel fijn.

#65 NACHTSCHLITTELN

IMG_5127

Je zou zeggen dat sleeën makkelijker is dan skiën. Er zijn zoveel kleuters die het doen – dat kan nooit heel moeilijk zijn. Ha, fout. Sleeën is wel moeilijk. Het gaat heel hard. En het is best eng. Maar boven alles is het heel erg grappig.

Vanavond was het weer zo ver hoor: het befaamde Nachtschlitteln in Arosa. Op donderdagavond blijft de lift langer open en kan je van vijf tot negen naar hartelust naar beneden sleeën. Het klinkt misschien een beetje suf of kinderachtig. En dat zou het ook zijn, als je op een normaal weitje naar beneden zou roetsjen. Maar de Schlittelnbahn in Arosa is niet zomaar een weitje. Het is een heus parcours, met alle haarspeldbochten, hobbels en steile hellingen van dien. En als gevolg daarvan de bijkomende lachstuipen, crashes in de tiefschnee en gestuiter over de baan.

Het leek veel sneller te gaan dit jaar. Dat zou kunnen liggen aan het feit dat ik iets schijteriger geworden ben. Maar zelf had ik een andere oorzaak beredeneerd. Vorig jaar bestond de baan namelijk uit behoorlijk wat poedersneeuw, waar je flink je hakken in kon zetten. En dan stond je vrij snel stil. Dit jaar was de baan echter veel ijziger, waardoor remmen er niet echt in zat. Er was niet echt een optie tussen ‘stilstaan’ en ‘als een malle naar beneden stuiteren’. De jongens maakten een wedstrijd van het sleegebeuren, en kozen natuurlijk voor de hoogste versnelling. Ik probeerde toch die tussenliggende optie mogelijk te maken. Soms lukte dat. En soms ook niet, getuige de blauwe plekken op mijn achterwerk. Niet zo erg – morgen hoefde ik er alleen nog maar mee in de trein en het vliegtuig te zitten.

#64 WHITE WHEREVER YOU GO

IMG_5111

 

Het leek alsof ik in een droom beland was. Overal waar ik keek, was het wit. Ik zag geen structuren, geen diepte. Achteraf gezien was het best mooi. Maar de bordjes die aangaven of je nog wel over de piste skiede, waren ook nauwelijks zichtbaar. Ik viel, wist niet meer waar ik heen moest. Ik werd omring door enkel sneeuw.

Oké, oké, dit is misschien de lichtelijk gedramatiseerde versie. Ik was niet helemaal alleen. Carmen skiede achter me, Mart voor me en verderop lag Jean-Paul op zijn snowboard te chillen in de sneeuw. Bovendien schrijf ik dit, en heb ik het dus allemaal overleefd. Nu kan ik er wel om lachen. Op het moment zelf niet bepaald.

Laat me de situatie nog iets verduidelijken. We zouden met z’n vieren gaan skiën. Mart, Jean-Paul, Carmen en ik. De eerste twee behoorlijk ervaren op de piste. Carmen en ik… iets minder. Maar, het ging steeds beter. Goed genoeg om vandaag eens een nieuw gebied te gaan verkennen. Het weer was niet perfect, maar daar konden we wel tegen. Dachten we.

We kwamen aan bij de lift, maar die leek niet te gaan. Uiteindelijk bleek alleen de piste gesloten. Je mocht met de lift naar boven, en vervolgens met een andere verder naar een ander gebied. De afdaling na de eerste lift mocht je niet maken – te gevaarlijk. Dit hadden we als een teken kunnen zien. Maar dat deden natuurlijk niet. Hoppa, niet zeuren, met de lift naar boven.

De overstap tussen de twee liften werd een uitdaging op zich. Er zat een afstand van zo’n vijftien meter tussen. Meer kan het echt niet geweest zijn. Maar de tweede lift was niet te zien. Mart ging op verkenning uit. Na een paar stappen zag ik hem nog maar heel vaag. ‘Kunnen jullie me zien? Kom maar hierheen, de lift is deze kant op!’ Voorzichtig stapten we richting Mart. Naast me stortte iemand bijna van de piste naar beneden. Wij bereikten de lift. In het andere gebied zouden de omstandigheden vast beter zijn.

Dat waren ze niet. We namen een liftje omlaag. Hoe lager op de berg, hoe minder mist. Ja, hier viel het wel mee. Rode piste, prima. Daar gingen we. Na vijf minuten zagen we enkel nog wit. Ja, en daar sta je dan. Niet wetend of je recht de piste afgaat of recht een ravijn in stort. We skieden van paaltje naar paaltje, telkens blij als er één opdoemde uit de mist. ‘Ja, daar, ik zie er weer één!’ Het was een blauwe, met het SOS-nummer. ‘Sla die maar even op.’

Dit ging geen leuk ski-tochtje meer worden, dat was inmiddels wel duidelijk. Je kon het sowieso geen skiën meer noemen, eigenlijk. De meeste stukken schoven we naar beneden. We moesten wel door om bij een lift te komen die ons terugbracht. Stukken zwart en rood. Twee dagen geleden deden we het ook, maar nu was er geen Godi die voor ons uit skiede. Wel Mart en Jean-Paul, die allebei heel kalm bleven en ons er bochtje voor bochtje doorheen hielpen.

Het leek eindeloos te duren, maar dit dramatische verhaal kwam toch echt tot een einde. We bereikten de lift (ik met trillende beentjes), en gingen zo terug naar bekend gebied. Daar was ook een heleboel witte sneeuw. Maar met al die zichtbare, liften, huisjes, bomen en vooral mensen, was het daar toch een stuk kleurrijker.

#63 WINTERSPORT

IMG_5106

Deze week hier in Arosa zou ik meestal omschrijven als ‘skivakantie’. Maar vandaag ging dat even niet op. We gingen namelijk niet skiën. Het sneeuwde hevig en je zag geen hand voor ogen. Het werd een lekker dagje zwemmen. Dat is ook sporten. En buiten was het ijskoud. Wintersport was voor vandaag dus een betere benaming. (Al zaten we voornamelijk in de hottub. Niet echt sportief. Maar dat mag ook wel eens, in de vakantie.)

#62 SCHWARZ

IMG_5097

Ik beken: tot vandaag had ik alleen nog maar blauwe pistes gedaan. Na drie jaar, ja, dat klopt. Het leek me gewoon geen slim plan. Ik vond het eng, zou daardoor onnodige rare bewegingen gaan maken, nog banger worden, ergens over een rand storten in een soort oneindige diepte… Beter van niet. Maar vandaag werd anders besloten. ‘En nu schwarz, dat gaat wel lukken, huh?’ Godi stelde het als een vraag, maar we konden er eigenlijk niets tegenin brengen. Ik besloot me er maar aan over te geven. ‘Als jij denkt dat wij het kunnen Godi, dan gaan we het doen.’

En zo gingen we van het eeuwige blauw naar rood, en zelfs zwart. Binnen één dag. Wederom zagen we helemaal niets. Dat de piste ongeveer recht naar beneden ging, was dan weer wél zichtbaar. Maar dit ging ons lukken. Stukje bij beetje, achter Godi aan. Af en toe maakte Godi een plotselinge stop. Ik denk om ons vermogen tot remmen te testen. ‘Gaat gut, huh?’ En dan storten we ons weer een stukje verder naar beneden. Na een tijdje bleef Godi wat langer staan en keek hij over zijn schouder naar boven. Ik volgde zijn blik en zag een angstaanjagend steile helling. Waar wij net vanaf gekomen waren. ‘Zo. Dan zijn wij wieder beneden, huh.’ Je snapt, ik was trots. En Godi ook. ‘Gaat heel gut mit jullie.’

We skieden nog even vrolijk door en toen was het al weer tijd voor de finale afdaling richting het dorp. Eenmaal daar namen we afscheid van Godi. We bedankten hem voor de lessen. ‘Jullie kunnen nu met zijn tweeën ook de zwarte piste doen, huh!’ Carmen en ik vielen even stil. Dat leek ons nog steeds niet zo slim. ‘Ik heb een broer, die kan goed skiën. We gaan wel een keer met hem samen.’ ‘Ah, so. Aber nicht zu snel gaan. Altijd ein beetje voorover buigen. Und gut remmen, huh.’

#61 WIEDER GODI

IMG_9798

Na een jaar namen we weer de lift naar boven. Bindingen vast, helm op, stokken gereed. Daar gingen we. Niet slecht, zeker niet slecht! Het voelde ongeveer als in een schrift schrijven na een lange zomervakantie. Een beetje onwennig in het begin, met ietwat scheve letters, maar je bent het niet verleerd. Natuurlijk ging ik wel nog een paar keer flink onderuit, maar ik had eigenlijk ook niet anders verwacht.

We lunchten en toen was het tijd voor een les. Leek ons toch wel slim. Carmen en ik konden ons redelijk redden, maar echt goed skiën is toch nog iets anders. Bovendien is het erg fijn om niet in je eentje alles uit te hoeven zoeken. Dat als je dan valt, de weg kwijt raakt of de piste toch moeilijker blijkt dan verwacht, er in ieder geval een leraar is die ervoor zorgt dat je niet acuut in de stress schiet. Bovendien bleek het niet zomaar een leraar. Het was Godi.

Voor degenen die dit vorig jaar helemaal gemist hebben: van Godi heb ik een jaar geleden ook les gehad. Laat me hem voor je omschrijven: voorbij pensioenleeftijd, een huid die door de zon de structuur van leer en de kleur van cognac heeft gekregen. Ongeveer vergroeid met zijn ski’s, er sprecht ein bietje Nederlandsch. En hij kan natuurlijk skiën als de beste. De man achter de balie zei dat hij ons bij Godi had geplaatst omdat we hem dan goed zouden begrijpen. Dat, maar waarschijnlijk ook omdat hij beschikt over veel geduld

Godi bleek wel in voor wat nieuws. Onbekende afdalingen, rondjes skiën, We gingen door het Funpark, inclusief ramps en een heuse halfpipe. We brachten het er goed vanaf. En vielen vervolgens in het sleepliftje. (De meningen over hoe dit kon gebeuren, zijn verdeeld. Iets met in elkaar hakende ski’s, de één viel en de ander besloot dat ook maar te doen. Behoorlijk gênant was het, daar waren we het wel over eens.)

Tegen het einde van de middag begon het mistig te worden rond de bergtoppen. We zagen enkel nog Godi en deden maar wat hij deed. Als hij een ravijn in geskied was, waren wij hem zo achterna gegaan. Er was nauwelijks zicht. Misschien maar goed ook, want hierdoor merkte ik niet dat het naast mij wel heel steil naar beneden ging. En dat er maar één foute beweging nodig was geweest om zo die hele berg af te rollen. Maar we kwamen veilig beneden. Eenmaal daar scheen de zon. ‘Jullie hebben heel gut gemacht. Bis morgen.’

 

PICTURE THIS: AROSA

IMG_8056

De zon brak door op de piste

Op skivakantie heb je het druk. Aan het eind van de dag ben je altijd moe. Een lekkere soort moeheid, die ontstaat door kou, inspanning, vallen (en opstaan) en het feit dat je soms iets te veel gegeten blijkt te hebben. Een heerlijk soort moeheid. Het zorgt ervoor dat je aan helemaal niets anders denkt dan aan vakantie, hier en nu. Geen school, huiswerk, nog in te leveren formulieren, onopgeloste (onbenullige) problemen… Super. Je bent alleen maar bezig met het skiën (of sleeën) van bergen, met opperste concentratie zodat je niet valt. En verder doe je ook niet zo veel. Beetje eten, veel slapen. Een dag hier is al snel weer voorbij. Tussen de bedrijven door maakte ik foto’s in Arosa. Hier komen ze!

IMG_8018

IMG_7979

Deze is niet bewerkt naar zwart wit, het was echt een hele grijze dag!

IMG_8022

IMG_8039

IMG_8052

IMG_8050

Dat was het, ik hoop dat je het leuk vond!