mvg, het universum

IMG_1304 2

Tijdens de eerste dagen in een nieuw huis is vormt elk geluid een potentieel probleem. Wat is die kraak? Hoorde ik nou een deur? Is dat de vaatwasser die zo vreemd borrelt? Met de tijd raak je gewend aan het klikken, tikken en ratelen tussen de muren. Vandaag hoorde ik echter een geluid dat ik nooit eerder had gehoord.

Soms heb je zo’n dag waarop het maximale bereikt lijkt. Ik trok de voordeur achter me dicht, plofte neer op de bank en wilde even helemaal niets meer. Zoals dat vaak gaat wanneer je het universum om wat rust vraagt, krijg je het tegenovergestelde op je afgestuurd. Ditmaal kwam het in de vorm van een hevig gebonk vanonder mijn voeten. Ik overwoog nog even het te negeren, in de hoop dat het dan daadwerkelijk weg zou gaan.

Die strategie blijkt in de praktijk nooit te werken.

Zo gold ook voor deze aardbeving in onze kelder. ‘Dit is echt niet goed, hoor,’ sprak huisgenoot Amber gealarmeerd. Ze moest haar stem verheffen om boven het lawaai uit te komen. Ik zuchtte en volgde haar naar beneden. Daar troffen we een op tilt geslagen wasmachine, van de betonnen verhoging gedonderd, nu op z’n kant, trillend en bonkend. Uit meerdere gaten spoot water, in hoog tempo vormden zich plassen op de vloer.

‘Kut, kut, kut,’ panikeerde ik terwijl ik zocht naar de voornaamste bron van het kwaad. Die vond ik in de vorm van een slang aan de achterkant, die door de val was losgeraakt. In een impuls sloot ik mijn hand eromheen. Dat maakte de situatie niet per se beter, maar zo deed ik in ieder geval iets. Het ding moest terug omhoog. Al snel bleek dat een vrij kansloze missie – Amber zat tot voor kort op ijshockey, maar voldoet bepaald niet aan het profiel. (Groot, breed, die dingen.)

‘Nu komen! Nu!’ schreeuwde ik naar boven. Ik klampte me nog altijd als een hedendaagse Hans Brinkerman vast aan die slang, die daardoor de transformatie tot hogedrukspuit maakte. ‘Nu!’ Op hun sokken haastten mijn andere huisgenootjes zich de trap af, door het water, waarna we met z’n vijven de machine weer op het betonblok tilden.

(Hierbij gingen – enigszins tegen mijn verwachting in – geen vingers verloren.)

In alle hectiek, chaos of blinde paniek was ik even vergeten mijn gezonde verstand in te schakelen. ‘Waarom draaien we die kraan niet gewoon dicht?’ zei Eline droogjes.

Dus dat deden we.

Ik weet niet precies wat het universum ons uiteindelijk wilde vertellen. Dat de dag nog wat actie nodig had. Dat de wasmachine aan vervanging toe is. Of dat we echt een keer onze keldervloer moesten dweilen.

ZOALS HET IS

IMG_0980

De wind drijft donkere wolken naar ons toe. Ze onttrekken de gouden lucht aan het zicht. Het blijkt geen loze dreiging. Al snel klinkt het getik van duizenden druppels op de bladeren boven ons.

We lopen, met voor ons uit rennend een hond die denkt dat zij de route bepaalt. (We laten haar in die waan, maar weten beter.) De kou laat mijn wangen gloeien, regen koelt ze weer af. Mijn haar is inmiddels zo onstuimig als het weer. Er zit modder op mijn schoenen en een pootafdruk op mijn broek. Maar het maakt niet uit. Ik hoef alleen maar hier te zijn.

Dus dat is wat ik doe. Ik geniet, van de kou, van de wind – van de geur van de herfst, terwijl de lente al bijna begint.

En dat alles goed is zoals het is.

IMG_0982  IMG_0993IMG_0974IMG_0998

#223 NOT SURE

IMG_6497

Door de combinatie ‘veel doen en weinig slapen’ bevind ik me op zeilkamp een beetje in een roes. Ook is er sprake van een bepaalde routine, waardoor elke dag er een enigszins hetzelfde uitziet: het lied waarmee je om acht uur uit je bed getoeterd wordt, de momenten waarop je eet, met wie en waar je dan ongeveer zit. Dit alles maakt dat ik achteraf gezien soms niet meer weet wat er nou op welke dag gebeurd is.

Ik gok dat het woensdagochtend was. We maakten de boot klaar voor vertrek. We trokken onszelf de box uit, terwijl de rest nog druk bezig was met reven. Op één of andere manier is dat altijd het streven: als eerste wegvaren en als laatste weer aanleggen. Niemand spreekt het ooit uit, maar toch is het zo. Goed, we hadden het dus weer geflikt vandaag, maar daarna ging het alles behalve soepel. We lagen nog in de sloot en zelfs daar waaide het al extreem hard. Het zeil hijsen is een hele opgave wanneer het wind vangt, snap je? Met drie man hingen we aan het lummelbeslag (zo heet het echt – ik heb het ook niet bedacht), maar het wilde niet baten.

Opeens hoorde ik een motor brommen. Ik keek achterom en zag dat het die van ons was. ‘Het gaat toch niet zó slecht?’ vroeg ik, aangezien de motor eigenlijk alleen maar aangaat bij wijze van laatste redmiddel. ‘Nee,’ sprak onze instructeur, terwijl hij ons in volle vaart terug richting de zeilschool stuurde, ‘het onweert.’ Door al het gedoe met het zeil hadden we geen flits gezien of klap gehoord. Fijn dat Dennis wel oplette. Met een mast van acht meter is een sloot tussen de weilanden niet bepaald de ideale plek om te zijn. Met het oog op bliksem en zo.

De regendruppels vormden stralen toen we weer aanlegden. We renden naar binnen, waarbij ik nog even hard op mijn gat ging op de gladde houten steiger. Gelukkig had niemand het gezien, want iedereen zat alweer hoog en droog – toen het onweer losbrak waren zij nog niet eens vertrokken.

Aan de foto te zien werd het later die dag beter. Maar dat kan ik dus niet met zekerheid zeggen.

#209 HEAT

DSC00415

Tijdens zomers in Dubai leef je van airco naar airco. Warmte is fijn, temperaturen boven de veertig graden niet – dat is hitte. Verzengende hitte die, in combinatie met de felle zonnestralen, ervoor zorgt dat je een ei kan bakken op een motorkap en dat je het liefst zo snel mogelijk weer naar binnen wilt. Hoe stralend blauw de lucht ook is.

Die hitte hing niet alleen in de lucht, zo bleek vandaag. We gingen zwemmen in de zee. Het was nog vroeg, de zon had nog niet de kans gehad om alles te beschijnen met haar warme stralen. Ik liep het water in, voorzichtig, verwachtend dat mijn tenen zouden terugschrikken van de kou. Dat was niet het geval. Het water was niet koud. Het water was niet lauw. Het was warm – alsof je in een pas volgelopen bad stapte. Je kon nog niet zinken al wilde je het graag, zo zout was het water. Ik kon op mijn rug in de zee drijven, alsof ik op een luchtbedje lag, zonder daadwerkelijk een luchtbedje nodig te hebben. Met mijn hoofd achterover hoorde ik de onderstroom en het tikkelen van de schelpen. Dat geluid, daar wil ik wel een cd’tje vol van.

(Dit hierboven is niet de zee, overigens. Het is een fontein. Daar vaart inderdaad een bootje in. Want dit is Dubai en daar kan dat. Het verbaast me niet eens meer, dat zegt genoeg, toch?)

#67 GIRL TROUBLE

IMG_3197

 

Een snelle blik door de gordijnen beloofde dat het weer een mooie dag zou worden: de zon scheen en de vlaggen op de steiger wapperden uitbundig. Na het ontbijt volgde het twijfelmoment waar ik de hele week mee te maken zou gaan hebben: lange broek, of korte broek? Lang is fijn, want lekker warm. Maar wanneer er water door die boot loopt en je de hele dag in een natte spijkerbroek rondloopt ben je niet blij. Dan is een korte broek juist weer handig. Bij voorkeur zo’n bikinishort, die drogen namelijk lekker snel. Nadeel van een korte broek: je krijgt het snel koud. Dan heb je wel een zeilpak wat heerlijk zit. Maar wanneer je daarin door zo’n Fries dorpje loopt voel je je nou niet echt op je mooist. En ja, dat maakt wél uit, ik blijf natuurlijk een meisje. Natuurlijk liep ik deze week nog door Sloten in mijn zeilpak – verkeerde keuze gemaakt. Middagpauze hielden we weer in een weiland. Heerlijk om daar een beetje te liggen in het gras en te genieten van de zon. Klein nadeeltje: weilanden hebben geen toilet. Nog meer girl trouble – op zo’n moment had ik echt graag een piemel gehad. Excuse my French, maar het is zo waar. Als jongen plas je van het voordek als je echt heel nodig moet. Ik als meisje moet het doen met een heel klein struikje, waarachter je in een erg oncomfortabele houding je behoefte doet terwijl er minstens vijf rietstengels in je billen prikken en er ondertussen net zoveel boten zijn langsgevaren. Oké, je snapt mijn punt nu denk ik. ’s Avonds speelden we, net als vorig jaar, trefbal. Cursisten tegen instructeurs. De uitslag was, net als vorig jaar, erg verassend: we werden keihard ingemaakt. Sommige jongens zorgden er nog voor dat we niet compleet kansloos waren. Ikzelf ben gewoon echt niet goed in trefbal. Mijn tactiek is erg druk bewegen zodat het lijkt alsof je heel fanatiek bezig bent. Wanneer ik ongehoopt toch een bal in mijn handen krijg, speel ik hem snel door naar iemand die wel hard kan gooien. Tijdens het voetballen (wat we ook nog deden) idem dito. Al dat gehobbel zorgde er wel voor dat ik ’s avonds als een blok in slaap viel.

#65 INITIATION

IMG_3184

 

Na weken of misschien wel maandenlang aftellen vertrokken Merel en ik vandaag richting Friesland. Tussen half vier en half zes werden we verwacht, om half vier stonden we voor de deur. We waren bijna de eersten. De navigatie gaf een reistijd van ongeveer twee uur aan, maar die houd natuurlijk geen rekening met de rijstijl van de bestuurder. (Papa, in dit geval. Zijn rijstijl: gas erop.) We vonden het wel prima, nu hadden we flink de tijd om ons te settelen. Onze roomies waren er nog niet, dus konden we ons eigen bedje kiezen. En toen was het wachten geblazen en duimen voor leuke kamergenootjes. Onze gebeden werden verhoord, na een halfuurtje stapten twee gezellige meisjes uit Amstelveen de kamer binnen. (Dat moet ik ook wel zeggen, aangezien er een grote kans is dat ze dit lezen. Nee hoor, grapje schatjes.) De inwijding van onze kamer kon beginnen. Ofwel: de verspreiding van alle zooi die we hadden meegenomen. Niet alleen ik had veel bij me, met het excuus ‘het zekere voor het onzekere’. Muziek knalde door meegebrachte boxjes en al snel voelden we ons behoorlijk thuis. ’s Avonds gingen we meteen het water op en bleken we met z’n vieren op de boot te zitten. Ook nog een leuke instructeur – onze week kon nu al  niet meer stuk. We zeilden bij zonsondergang. Eenmaal terug op de kamer hadden we elkaar enorm veel te vertellen. We kletsten we tot de lichten al lang en breed uit waren. Binnen een halve dag kenden we al behoorlijk wat (onbelangrijke) details uit elkaars leven. Er was echter één detail waar we het niet over wilden hebben: de wekker die de volgende ochtend om acht uur zou gaan. ‘Jongens, we kunnen nog maar vijf uur slapen!’ Oeps…

#27 SUNKEN (AND SURFACED)

IMG_2953

Naast de weg lag een flinke hoop ijzerwerk. Alles was bedekt met algen, waterplanten en een soort mini-mosselen. Ik vraag me dan af wie er in zo’n sloot gaat staan hengelen. (Om over de manier waarop nog maar niet te spreken. Hoe zouden ze dat gedaan hebben? Echt met een hengel? Of een schepnet?) Vervolgens héb je een stapel verroeste fietsen en twee winkelwagentjes… en dan laat je ze doodleuk in het gras verder creperen. Ik kan me wel voorstellen waarom diegene ze niet per se mee naar huis wilde nemen. Maar dan vraag ik me af waarom hij überhaupt in het kanaal is gaan vissen. Hoopte hij op een betere vangst? Een stad onder water, een gezonken schip vol gouden munten? Ik denk dat hij dit allemaal niet tegen is gekomen. Maar als die hengelaar slim is geweest, heeft hij het muntje van 50 cent uit die winkelwagentjes heeft getrokken. Geen Atlantis, maar wel een euro rijker.