De wind drijft donkere wolken naar ons toe. Ze onttrekken de gouden lucht aan het zicht. Het blijkt geen loze dreiging. Al snel klinkt het getik van duizenden druppels op de bladeren boven ons.
We lopen, met voor ons uit rennend een hond die denkt dat zij de route bepaalt. (We laten haar in die waan, maar weten beter.) De kou laat mijn wangen gloeien, regen koelt ze weer af. Mijn haar is inmiddels zo onstuimig als het weer. Er zit modder op mijn schoenen en een pootafdruk op mijn broek. Maar het maakt niet uit. Ik hoef alleen maar hier te zijn.
Dus dat is wat ik doe. Ik geniet, van de kou, van de wind – van de geur van de herfst, terwijl de lente al bijna begint.
En dat alles goed is zoals het is.
Prachtige foto’s (en tekst natuurlijk)!