in scène

‘Als dit allemaal in scène was gezet, wat zou je dan opvallen?’ De docent vroeg ons een paar seconden de ogen te sluiten, en daarna de collegezaal opnieuw te bekijken als ware het een theaterdecor dat weloverwogen tot stand was gebracht. ‘Die wasbak,’ zei een student rechtsachter me, ‘die wasbak daar voorin voelt niet op zijn plaats. Dus die zal later nog wel belangrijk worden.’ Ook de raambekleding viel opeens op: het uitzicht dat zich over de gehele linkerwand had kunnen uitstrekken werd geblokkeerd door zwart verduisterend materiaal, waardoor we met tl-licht genoegen moesten nemen. Waarom eigenlijk? Was er buiten iets gaande waarvan wij niet mochten weten?

Wat als alles betekenis heeft? Het bleek een amusante bril om de wereld door te bekijken. In de supermarkt is het opeens geen toeval meer dat er vier jonge, witte stellen bij de zelfscankassa’s staan, allemaal met een doos aardbeien en een pak babyavocado’s. Wachten bij een bushalte wordt ineens een interessante aangelegenheid. Wie is hier de hoofdpersoon? Waar gaat diegene heen? Waarom is deze scene relevant? Dergelijke speculaties onthullen ook weer veel over de kijker zelf: waar de een verwacht dat de bus niet komt, met alle gevolgen van dien, verwacht een ander misschien dat er een bom ontploft, of dat de hoofdpersoon in de bus de liefde van haar leven tegenkomt.

Gisteren ging ik naar de voorstelling Laura H, waar daadwerkelijk alles in scene was gezet – zoals dat bij theater gaat. Toch keek ik ook hier anders naar. Er waren twee acteurs. Een man speelde journalist Thomas Rueb, de schrijver van het gelijknamige boek, maar ook Laura’s ex en haar vader. Hij wisselde van rol door slechts een subtiel accent aan te brengen, of zijn schouders te laten hangen. Wat betekende het dat die grenzen zo vaag waren? Wat betekende het dat hij Laura steeds filmde, met een camera die hijzelf scherpstelde en verplaatste? De beelden werden geprojecteerd op grote schermen: haar blik, haar heupen, haar gekruiste vingers achter haar rug. Wat betekende het dat er geen beeld was terwijl Laura vertelde over het kalifaat – dat we haar daar alleen op haar woorden moesten geloven? Zo kon ik bij elk element wel een vraagteken plaatsen, terwijl sommige aspecten misschien ook toevallig tot stand gekomen waren. Eerder intuïtief, dan met voorbedachte rade. Ik zal het nooit weten.

In het eerste college had de docent zeker een half uur gesproken over het begrip ‘dramaturgie’, en wat dat precies betekende. Onder de streep was er geen eenduidige conclusie, zoals wel vaker bij dergelijke semantische discussies. (De geesteswetenschappen hebben daar absoluut een handje van – ik heb college gehad over de betekenis van de begrippen ‘kennis’, ‘emotie’, ‘communicatie’ en natuurlijk over ‘geesteswetenschap’. ) Een aantal interpretaties: dramaturgie was ‘het omzetten van gevoel in kennis en omgekeerd’, een dramaturg kon worden gezien als ‘de vriend van een probleem’. Het meest treffend vond ik de gedachte dat een dramaturg intuïtieve keuzes omzet in bewuste. Niets is zomaar. In een theater resulteert dat in symboliek, sfeer en dubbele lagen. Maar daarbuiten geloof ik toch graag dat de dingen soms van toeval aan elkaar hangen.

de illusie

Zaal 2 van Frascati. Samen met een een huisgenoot zit ik bij Love for Love, een voorstelling van de Theatertroep. Vier spelers houden een dialoog, tot die wordt onderbroken door een telefoon op de eerste rij.

‘Oh, neem maar even op, hoor,’ mompelen ze in koor richting de schuldige. ‘Dit is wel een beetje de crux van het hele stuk, maar geeft niet.’

Het geluid is gesust – ze gaan verder alsof er niets is gebeurd.

Naar voorstellingen gaan is iets waarvan ik zeg dat ik het vaker moet doen, om het vervolgens niet te doen.

(In dezelfde categorie: een taart bakken, een hele dag in mijn agenda leeg laten, mijn kamer écht goed schoonmaken in plaats van halfslachtig een stofzuiger er doorheen halen.)

Maar 2020 lijkt in dit opzicht een goed jaar te worden. In de afgelopen maanden zat ik al zeven keer in een zaal, voor stand-up, kleinkunst en traditioneel theater. De Theatertroep leerde ik kennen op de Parade, een festival dat de podiumkunsten voor mij een stuk minder statisch heeft gemaakt. De voorstellingen zijn in tenten en dat wordt meestal niet ontkend. Soms is er een lek, regelmatig is het bloedheet, of zit het publiek op het podium uit ruimtegebrek. Er wordt mee of omheen gespeeld, er worden grappen over gemaakt.

Buiten dat festival gaat de Theatertroep op dezelfde voet verder: ze vertellen een fictief verhaal en zullen dit nergens proberen te verbergen. Binnenkomend publiek wordt begroet, enkele spelers zijn nog bezig zich om te kleden achter een decor waar je zo doorheen kijkt. Ditmaal is het een rij deuren die eruit zien alsof ze net in elkaar zijn getimmerd. Wanneer iemand moet niezen, klinkt het ‘gezondheid’, als er een glas kapotvalt, pakt een van de spelers er rustig een bezem bij.

‘Wat knap dat ze al die teksten uit hun hoofd weten,’ hoorde ik een rij achter mij, na het applaus. Hoewel dat ook mijn respect verdient, ben ik vooral onder de indruk van hoe er gereageerd wordt op alles wat niet valt voor te bereiden. Zelf zou ik licht op tilt slaan bij een onverwachte gebeurtenis – een vergeten zin, een telefoon die afgaat. Deze acteurs implementeren het in wat ze spelen. Het publiek wordt daarmee onderdeel van het verhaal. Dit kan heel letterlijk (ieh, participatie!), maar ook al door te erkennen dat wij er zijn, dat iedere vertolking per definitie anders zal worden, dóór ons. Zoals een zin uit het stuk zei: ‘De waarheid ligt aan uw kant van de zaal.’

Een andere dag, een ander toneel. In de Stadsschouwburg in Utrecht speelt Peter Pannekoek. Ook hij sprak ons direct toe en week af van zijn bedachte lijn, toen twee laatkomers de zaal in kwamen. Toch was er meer afstand, door theatrale formaliteiten: een opkomst met applaus, een onzichtbaar publiek in een donkere zaal. Aan het einde brak hij de regels. Er was een staande ovatie, maar hij gebaarde ons te gaan zitten.

‘Ik ga niet aflopen en dan opnieuw opkomen, dat vind ik altijd zo’n onzin. Dus ik wil jullie gewoon even bedanken voor het komen.’

Ergens middenin zijn verhaal refereerde hij al naar een moment na de voorstelling. ‘Dan zien jullie me door de foyer lopen en denken jullie allemaal: hij is inderdáád heel klein.’

De zaal liep leeg, we dronken nog wat. De cabaretier passeerde ons op weg naar de uitgang, zijn witte tenue omgewisseld voor een onopvallende winterjas en dito rugzak.

Wij hielden ons aan het script – mijn moeder zei: ‘Oh, hij is wel écht heel klein!’, ik siste: ‘Mam, niet zo hard!’

Terwijl ik buiten afscheid nam van mijn gezelschap, verbrak Peter Pannekoek nogmaals de illusie: hij stapte op een ov-fiets en verdween de Nobelstraat in. Een uitverkochte schouwburg, maar gewoon met de trein naar huis.

Love for Love van de Theatertroep speelt nog in verschillende steden, tot en met 11 april: hier een linkje!

(Voor Peter Pannekoek hoef ik geen promotie te maken, want die heeft volgens mij zijn hele tournee uitverkocht. Ik heb wel erg gelachen, dus als je nog gaat, veel plezier!)

nashville | de paskamer

En dat was oktober. Een maand vol tentamens, repetities in de avonden; ik speelde mee in een toneelstuk. Theater vormde de brug tussen ‘net gewend’ en ‘bijna weer terug’.

Wanneer woorden je wapen zijn, is het een vreemde ervaring om met je mond vol tanden te staan. Het gebeurde nogal eens, de afgelopen maanden. Me verstaanbaar maken is eenvoudig genoeg – het gebabbel van alledag vraagt niet al te veel van me. Toch voel ik me regelmatig beperkt door de taal. Ik gebruik nou eenmaal graag woorden als ‘bewonderenswaardig’ of ‘gewaarwording’. In het Engels rolt zoiets niet zomaar mijn mond uit.

Daarnaast heb ik simpelweg meer tijd nodig om mijn gedachten te vertalen. In de tweede week hier stelde een professor me een vraag op naam. Ik schrok enorm – het was alsof ik in een paskamer stond en opeens het gordijn werd opengedaan. ‘Ik ben nog niet klaar!’ wilde ik roepen. ‘Ik ben nog niet in staat iets zinnigs te fabriceren dat jij kan verstaan.’

Het lijkt eenvoudiger om een script te hebben dat de tekst voor je bepaalt. Dat bleek toch niet waar.

Bepaalde woorden voelen raar in mijn mond. Dik, papperig. Het Engels bevindt zich vooraan, bij mijn lippen, op het puntje van mijn tong. Het is alsof de spieren daar nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn om bepaalde geluiden te produceren. Het zit hem in de schakelingen: van de ‘d’ naar de ‘th, van ‘sci’ naar ‘ti’.

En soms weet ik het gewoon niet. Abrasive, regal, conscientious – moest ik even opzoeken. Of ik vraag het.

‘In this scene I use the word ‘splendiferous’. What does that mean?’

‘Oh, nothing, actually. We made that up.’

Zoals elk woord ooit is bedacht, natuurlijk. Deze week werd het me duidelijk dat iedere taal in feite slechts een verzameling geluiden is. De eerste voorstelling stond op het punt te beginnen. In de kleedkamer stuurde ik nog een berichtje naar een vriend van thuis. Vervolgens wilde ik iets vragen aan mijn medespelers.

‘Hoe laat moeten we eigenlijk beneden zijn?’

Ik sloeg mijn hand voor mijn mond in een poging het gordijn van de paskamer te sluiten, maar het was al te laat. Katie, Katie en Grace keken me verbaasd aan en barstten in lachen uit.

Humor in een tweede taal kan lastig zijn. Maar als het niet werkt om een grap te vertalen, kan je hem dus ook gewoon in het Nederlands maken.

#51 CREATING MEMORIES

IMG_9433

De zware klapdeuren waren zwart afgeplakt en toen ik ze opende, straalde fel licht mijn richting in. Fotografie voor theater, dag twee. De dag waarop ik iets meer van me wilde laten horen. En dat deed ik. Ik zei wat ik wilde zeggen, nam wat meer tijd als ik dat nodig vond of vertelde dat het nu toch eigenlijk wel zaak was om een béétje op te gaan schieten. Ik gaf aanwijzingen, stelde vragen over het stuk en fietste weer met een camera vol foto’s terug naar huis.

En natuurlijk heb ik er heel erg van genoten. Ik weet niet hoe en waarom, maar ik word zo blij van fotograferen. Het fijne geluidje dat mijn camera maakt, het zoeken naar een mooi beeld. En dan achteraf een hele verzameling aan foto’s, waarvan ik soms denk: was ik daarbij? Heb ik dat zelf meegemaakt? Bij een opdracht als deze, komt daar nog iets extra’s bij. Door het maken van die foto’s heb ik de voorstelling vastgelegd waar de spelers en regisseurs  zo veel tijd en moeite in hebben gestoken, en hopelijk ook veel plezier aan hebben beleefd. Ik creëer als het ware een soort herinnering voor hen. En dat vind ik best een bijzondere gedachte.

#50 THE GIRL BEHIND THE CAMERA

IMG_9380

Vandaag was een leuke dag. Waarom? Ik kon me een hele middag bezighouden met één van de dingen die ik het liefste doe: fotograferen. (Ook verpeste ik mijn wiskundetest en liet ik mijn telefoon heel hard vallen… Maar daar had ik het even niet over.) Ik maakte foto’s voor de theatervoorstellingen die deze week te zien zijn op mijn school. ‘Huh, Milou, maar je zit toch zelf ook bij het schooltoneel?’ Klopt, klopt, maar: toneel en theater zijn twee verschillende dingen. Op mijn school tenminste. Waar er bij theater zo’n 10 groepen zijn die elk een kort stuk spelen, zijn er bij toneel drie groepen die elk een wat langer stuk opvoeren. De meeste mensen die meedoen met theater zijn ook wat jonger, aangezien je voor toneel minstens in de derde klas moet zitten. Goed, genoeg uitleg!

Ik werd dus gevraagd voor het maken van foto’s, en zei meteen volmondig ‘ja’. Hallo, fotograferen onder schooltijd, hoe leuk is dat? En weer anders dan de dingen die ik normaal doe qua fotografie. Kan ik  weer nieuwe dingen leren en uitproberen. De foto’s maakte ik niet tijdens de voorstelling zelf. Ze waren geënsceneerd. Op die manier heb je wat meer tijd om na te denken over hoe je een bepaalde foto wil maken. Als je dat tijdens het toneelstuk zelf uitgebreid zou gaan doen, is het moment alweer voorbij. Nu kon ik dus iets meer de tijd nemen om te kijken hoe ik het allemaal wilde hebben. Leuk, maar soms ook best lastig.

Om een voorbeeld te noemen: ik kende de spelers niet bij naam. ‘Ehm, het meisje achteraan? Zou je misschien…? Het meisje met het roze vestje? Ja, jou bedoel ik! Echt waar! Zou je misschien een stapje naar links kunnen doen? Dankjewel!’ Nog zoiets: soms hadden de regisseurs een beeld bedacht, dat naar mijn idee niet zo goed werkte voor een foto. Maar dat durfde ik dan niet altijd te zeggen. Want zij hadden het al druk genoeg, en waren al een beetje gestrest (begrijpelijk: zo’n voorstelling brengt nou eenmaal veel last-minute problemen met zich mee). Dus dan wilde ik niet ook nog aan komen zetten met mijn fotografische opmerking.

Gaandeweg ging het beter, en kon ik het iets meer naar mijn hand zetten. Ik zou wel wat zekerder mogen zijn op dat soort momenten. Kijk, ik ben geen gestudeerd fotografe, maar ik ben er wel veel mee bezig. Ik weet er best wat vanaf en ik doe het prima – anders hadden ze me hier ook niet voor gevraagd. En als ik de foto’s nu bekijk op mijn laptopje, ben ik er absoluut tevreden mee. 

Het is raar eigenlijk, dat dit zo loopt. Ik ben namelijk nooit bang om van me te laten horen, te spreken voor groepen of mijn ongezouten mening te geven. Dus dan moet dat in combinatie met fotografie toch ook kunnen. Morgen ga ik nog een paar groepen fotograferen, en dus iets meer van mezelf laten zien. Ik ben dan wel het meisje behind the camera, maar soms mag ik er echt wel eens achter vandaan komen. Mocht het morgen niet lukken, dan heb ik over een maand nog een kans. Dan sta ik namelijk, met mijn eigen toneelvoorstelling, letterlijk zelf in de spotlights.

Heel erg bedankt lieve Eline, dat ik bovenstaande foto van jou mocht plaatsen! Verder kan ik waarschijnlijk geen foto’s plaatsen die ik gemaakt heb vanmiddag, omdat ik altijd de toestemming wil hebben van alle mensen die erop staan. En aangezien dat er een stuk of 50 zijn… Gaat dat niet helemaal lukken!

#30 DANCE

IMG_2992

 

Een heerlijk weekend werd afgesloten met een avond vol dans, in de vorm van de eindshow van mijn vriendin Carmen. Eentje van hoog niveau, in een theater dat plaats bood aan duizend mensen. ‘Maar ik was niet echt zenuwachtig, eigenlijk.’ aldus Carmen. Gelukkig maar, ik doe het haar niet na. Ze danste zoals ze altijd doet: strak, snel, vol energie. Mensen kijken vol bewondering wanneer zij beweegt. Maar aan de lach op haar gezicht kan je zien: zelf geniet ze nog het meest.