Maar meestal richt ik mijn aandacht braaf op wiskunde, hoor.
Tag: Schaduw
#267 ZUNDERT
We moesten in Zundert zijn. Vraag me niet waarom juist daar, want dat snap ik zelf nog steeds niet. Het dorpje ligt aan de Belgische grens, en Mart en ik waren goed op weg. Navigatie aan, af en toe een bordje lezen, allemaal prima. Totdat Google Maps besloot om ons lekker een stukje om te laten rijden. En dan niet langs de grens af, nee, er overheen. Wat in de praktijk gelijkstaat aan geen internet, en dus geen routebegeleiding.
We reden een paar rondjes en stopten vervolgens bij een tankstation om een poging te doen de navigatie weer aan de praat te krijgen. Tevergeefs. We probeerden het nog een keer op gevoel, maar ook dat werd geen succes. We belandden ergens op de Belgische boerenbuiten.
‘Ahh, Zuundert. Amai, allé. Ge rijdt hier de straat uit, en gaat dan gaat ge lienks. Ge komt bij een rondpuunt. Daar gaat ge rechtuit en dan almaar rechtuit, tot aan de liechten. Bij de liechten gaat ge rechts, juust helemaal het dorp door, en dan komt ge vanzelf in Zuundert.’
‘Vanzelf’ zou ik het niet noemen. Maar we kwamen er. En gelachen heb ik wel.
#258 VENN DIAGRAM
#236 ONE-O-ONE
Mijn derde jaar als minimentor begon op dezelfde plaats als waar mijn middelbare schooltijd vier jaar geleden begon. Om een uur of acht arriveerde ik samen met Colette bij een kasteel in Baarlo, waar 101 leerlingen al sinds die ochtend waren. We trokken een sprintje door de regen en bijkomende modder, wat niet heel gemakkelijk ging – iets met zware koffers. Direct bij binnenkomst werd dit gecompenseerd door een erg warm welkom. Al binnen één minuut hing er een brugklasser om mijn nek, renden er drie voor me uit de trap op en was er zelfs één die vroeg of hij kon helpen mijn spullen naar boven te sjouwen. Wat ik hem nooit gevraagd zou hebben, natuurlijk. Maar ja, hij bood het zelf aan… Eenmaal op onze kamer was er van uitpakken geen sprake – we donderden onze spullen op een stapelbed en de rest zou later wel komen.
(Of niet.)
We moesten weer naar beneden, namelijk. De spelletjesavond stond op het punt te beginnen. De spellen varieerden van hints tot een (indoor) hindernisbaan. Ik zat bij ‘Wie ben ik’, waar ik voorhoofden beplakte met briefjes. Daarop kon ‘Spongebob’ staan, maar ook ‘Elvis Presley’. Die laatste bleek geen enkele brugger te kennen, overigens. Een generatiekloof kon het niet zijn, want hij stierf ook ver voor mijn geboortedatum. Maar zelfs toen ik hints gaf over veel gel en witte discopakken, ging er geen belletje rinkelen. Ach, alle voetballers raadden ze wel en dat kon ik dan weer niet zeggen.
Na honderd plakbandjes, tien maal uitleg en twintig stiekeme hints was de avond ten einde. Een vroege wekker, veel nieuwe indrukken en behoorlijk fanatisme zorgden voor redelijk vermoeide kinders. Maar de meesten lieten zich natuurlijk niet kennen – hé, zeg, het was pas de eerste avond. Ik trof dus behoorlijk wat stuiterballetjes op die slaapkamers, wat ik bij sommigen weet aan een klein suikeroverschotje. Gelukkig beschik ik over een tactiek die al een paar jaar best succesvol blijkt. Hij gaat als volgt: eerst even gezellig kletsen. Heel belangrijk, al is het alleen maar omdat ik het zelf leuk vind om al die verhalen te horen. Dan bonjour ik ze hun bed in, en zeg ik dat ze iets zachter moeten gaan praten. Dat kunnen ze maar beter doen, ‘want straks komt docent X, en die is echt niet zo aardig, hoor. Dus als die merkt dat het hier nog één groot feest is, zal hij/zij wel streng optreden.’ Een soort good cop/bad cop, al is de bad cop daar dus niet echt van op de hoogte. Maakt ook niet zoveel uit – zover komt het toch nooit.
Zo geruisloos als ik kon, ging ik de trap weer af – wat niet heel geruisloos was. Het gekraak van de treden echode door de hal van het kasteel, waar het gefluister achter de deuren langzaam maar zeker afzwakte. Eenmaal beneden was het ook niet erg stil. De (mini)mentoren sloten de dag af. We kletsten wat, bespraken wat er was gebeurd en wat er nog zou gaan gebeuren die week. Met het oog op de drukke planning maakten we het niet ál te laat. Ik spreidde mijn slaapzakje, stootte mijn hoofd tegen het bed van de bovenbuurvrouw en viel daarna vredig in slaap.
#38 SEE THROUGH SHADOW
#35 THANKS, GUYS
Naahhhh, wat een schattig plaatje hè? Ja, vond ik ook. Babs en Ilme vonden mij iets minder leuk, na het maken van deze foto. ‘Jaa, iets meer naar voren. Ja. Iets meer naar links. En nu iets meer naar achteren. Zo ja, top.’ Hier waren ze wel een tijdje zoet mee, dat snap je. Lopen er ook nog allerlei mensen langs die je raar aankijken, inclusief docenten die ‘aan het vergaderen zijn’ maar je ondertussen gewoon flink bespieden. Deze gedachte komt niet voort uit achterdochtigheid, trouwens – ze hebben het mij zelf verteld. Sorry, jongens. En bedankt voor de hulp. Het was iets wat me opviel vandaag: iedereen doet het toch maar.
Laat me even uitleggen wat ik bedoel. Het komt vaak voor dat ik, met het oog op een project, foto of ander gek idee, de hulp van andere mensen goed kan gebruiken. Om model te staan, iets vast te houden, te laten vallen, een beetje op te letten of ik niet, druk fotograferend, onder een auto loop of in zo’n rare positie beland dat mijn onderbroek zichtbaar is. En dat is niet altijd zo gemakkelijk. Vaak genoeg hoor ik ze denken: ‘Milou, waar ben je nou eigenlijk mee bezig?’ Maar in plaats van die gedachte uit te spreken en het me in mijn eentje uit te laten zoeken (wat ik eigenlijk wel begrijpelijk zou vinden…), helpen ze me, meestal zonder vragen. Want Milou, die heeft nou eenmaal haar blogje en de bijbehorende creatieve uitspattinkjes. Dus gaan ze wel met hun rug in de zon voor die muur staan, doen ze een stapje naar voren en weer een stapje terug. Ze maken die sneeuwengel, blazen nog maar een slinger terpentine, lachen nog een keer lief of negeren het feit dat ik al een kwartier foto’s aan het maken ben van een sleutelhanger. Ze gooien hun naamplaatje na een activiteitendag niet weg, maar geven hem aan mij. Al hebben ze geen flauw idee wat ik ermee wil. (En ik zelf vaak ook nog niet helemaal, op dat moment.) Maar ze doen het wel. En daarom wil ik even zeggen: jongens, bedankt.
SNAPSHOT: YOU’RE BEING SHADOWED
Ik heb het nogal druk gehad deze week (en heb ook nog een drukke week voor de boeg), vandaar dat het iets stiller is hier op mijn blog. Toch wil ik dingen blijven plaatsen, omdat ik dan ook nog eens wat anders doe dan huiswerk maken of aan andere verplichtingen voldoen. Korte berichtjes plaatsen, dat is het beste. En hoe kan dat beter met snapshots? Laatst zat ik ’s avonds op mijn kamer te tekenen. Mijn felle bureaulamp stond aan en deze pop gebruikte ik als model. Dat leverde de volgende plaatjes op.
Deze laatste is heel vaag door verkeerde scherpstelling, maar ik vind ‘m op de één of andere manier toch wel mooi!