opeens was alles roze

fullsizeoutput_e8a

De lucht lokte me naar buiten vanavond. Vanachter mijn laptop zag ik de dag starten, de lantaarns uitgaan, de zon draaien en weer verdwijnen achter de huizen aan de overkant. De lantaarns weer aan. En opeens was alles roze.

Een blauwe lucht verraadt zich middels een frisse morgen, een storm kondigt zich vaak onheilspellend aan. Maar wanneer de schemer roze zal zijn, daar valt geen pijl op te trekken. Juist dat maakt het zo fijn. Dat je niet weet hoe het komt, of hoe lang het zal blijven. Er zullen heus wel theorieën over zijn. Zelf heb ik liever dat de wereld af en toe een beetje magisch is. Alsof daarboven een potje pastelverf is omgegooid. Alsof iemand me wil zeggen: kom nou éven naar buiten.

Het maakt een doorsnee dag het herinneren waard. Het lukte nauwelijks de pracht ervan waarheidsgetrouw vast te leggen, dus moest ik zelf zien te onthouden hoe mooi het precies was.

Desondanks deed ik een poging – ik stond er toch, daar in de deuropening. Ik wilde het roze boven me voelen stralen, haar kou door mijn neus naar binnen laten kruipen terwijl ik ademde. Een paar foto’s, de boodschappen en toen was de wereld weer blauw.

Eenmaal thuis had ik bericht van m’n nichtje. ‘Heb je een roze lucht voor ons?’ Met een glimlach stuur ik het plaatje door. ‘Ja.’ Alsof ze me had zien staan, daar op de drempel. We zien elkaar niet vaak. Maar wanneer de lucht weer roze kleurt, denk ik vanaf nu ook aan haar.

#255 BACK ON TRACK

IMG_3319

We vertrekken weer iets later dan vorig jaar, en om tien voor acht volstaat een gaap als begroeting. De eerste so’s zijn gepland. Op de bodem van mijn tas bevindt zich een samengeperste laag papier, gevormd door lege pakjes kauwgom en brieven die ik steeds vergeet aan mijn ouders te geven. Mijn kluisje lijkt wel een overhead locker – open carefully, as luggage might fall out. Huiswerk wordt deels gemaakt, deels genegeerd, deels vergeten. Mijn pennen zijn leeg of kapot, mijn kamer is een chaos. Ik zit weer helemaal in het ritme.

#251 LES 1

IMG_3192

‘Nou, stap maar in.’

‘Aan deze kant?’

‘Aan deze kant, ja. Ik kan jou wel rond gaan rijden, maar daar heb je niets aan, hè.’

 

‘Oké, Milou. Heb je wel eens eerder gereden?’

‘Nee, nog nooit.’

‘Ook niet stiekem, zo ergens op een parkeerplaats?’

‘Nee.’ ‘Nou, dat is niet erg, hoor. Je bent hier om het te leren.’

‘Ik vind het wel een beetje spannend.’

‘Ja, dat had ik al gemerkt.’

 

‘Probeer maar eens naar z’n twee te schakelen.’ ‘

Even kijken. Ehm.’

‘Gas los. Koppeling in.’

‘Ja. En dan..’

VRRRRROOOEEEEMMMM.

‘Ho.’

‘Geeft niks, geeft niks.’

 

‘Dan gaan we naar rechts.

Dat was links.’

(Nee, dat is niet echt gebeurd, hoor.)

 

‘Oh, nou rijden we zomaar een doodlopende straat in! Parkeer maar achter die auto, daar.’

‘Maar dan moet ik achteruit.’

‘Dan moet je inderdaad achteruit.’

 

‘Rechts, rechts, rechts. Blijven sturen. Sturen, sturen, sturen. Eennnn links, links, links. Ja, nog een beetje gas.’

Zucht.

‘Kijk eens even.’

Weer thuis legde ik dit stilleven vast. Autorijden en fotograferen gaat nou eenmaal niet zo goed samen.

#230 BIG & PINK

IMG_0010

Vandaag was ik met Mienke en Julie. We vulden onze dag met het uitwisselen van verhalen en het kijken van foto’s – zoals die dingen gaan in de zomervakantie. Daarnaast kochten we een gieter voor Mienke’s moeder, want die was bijna jarig. (Al geweest inmiddels, dus geen zorgen: ik heb de verrassing hiermee niet verpest.) Bij de kassa bedacht ik me wat een hels karwei het wel niet zou zijn om dat ding in te pakken. ‘Succes daarmee,’ zei ik tegen Mienke. De vrouw achter de toonbank loste het voor haar op – knoop ergens een strik omheen en het ziet er ook feestelijk uit, nietwaar? Het was eigenlijk een beetje een lullig strikje, in verhouding met de gieter zelf, vonden wij. Maar ja, wat wil je ook met een ding van zo’n buitensporig formaat. Op de weg naar huis hing hij over mijn stuur, waar hij door de regen meteen gevuld werd.

Ik maakte hier best een leuke foto van, maar die is – vraag me niet hoe – spoorloos verdwenen. Onder het mom ‘beter iets dan niets’: een crappy telefoonfoto. 

#12 X

IMG_4608

Ik stond te wachten. Het was koud, ik stond al eventjes stil. Wachten duurt altijd lang. Links van me viel er gelukkig wel iets te zien: een filmcrew was bezig met het maken van opnames. ‘Klaar? Actie!’ klonk het boven de stadsgeluiden uit, soms voorgegaan door ‘Hé! Kunnen jullie even doorrijden?!’ De meeste fietsers maakten zich verbaasd uit de voeten. Er was één jongetje dat het niets kon schelen wat er allemaal gaande was. Op zijn kleine fietsje racete hij over de stoepen. Vlakbij mij kwam hij tot stilstand.  ‘Kijk, papa, hier ligt een schat!’ Ik keek op van m’n telefoon en zag een zuurstokroze kruis op de grijze stoep.  ‘Maar, hier kan je helemaal niet graven!’ Het jongetje keek naar boven, alsof de schat misschien boven zijn hoofd zou hangen. Hij stapte van zijn fietsje en stampte een paar keer op het roze stukje stoep. De stenen weken niet uiteen, er begon geen helder licht te stralen. ‘Kom,’ sprak de vader een beetje ongeduldig, ‘we gaan.’ Hij duwde het jongetje zachtjes vooruit. Die keek nog één keertje achterom, teleurgesteld over dat roze kruis dat niets meer bleek te zijn. ‘En… Actie!’ klonk het aan de overkant. Het leven ging weer verder.

GIRLY GIRL

IMG_7457

Vandaag zat ik bij economie. Met mijn gedachten was ik echter bij alles behalve dat. Mijn ogen dwaalden de klas rond. Rechts van me was een vriendin opdrachten aan het maken uit een roze multomap. Links van me markeerde een meisje iets met een felroze stift. Ik haalde een roze potlood uit mijn roze etui en tekende een lijn in een grafiek uit de lesbrief. Die stevig vastzat in een roze snelhechter. Mijn gedachten waren echter nog steeds ergens anders, dus enig verband constateerde ik niet. Pas toen ik een antwoord noteerde in mijn roze schrift, vroeg ik me af: wat is dat toch met meisjes en hun roze frutsels?

Ik zal toegeven, voor sommige dingen op bovenstaande foto heb ik behoorlijk diep moeten graven (die roze haarelastiekjes bijvoorbeeld, hebben denk ik minstens vijf jaar geen daglicht meer gezien). De kleur roze is al zeker 6 jaar niet meer mijn favoriet, roze kleding is nauwelijks in mijn kast te vinden. Aan de andere kant wordt ik wel omringd door een hoop roze gebruiksvoorwerpen. Waarom? Gewoon, omdat het kan, denk ik. Verder ben ik niet zo’n meisjes meisje. Toch?

Om dat te kunnen bepalen, zal ik eerst de definitie van ‘meisjes meisje’ moeten vinden. Daar zullen de meningen ongetwijfeld over verschillen, maar hier volgt de mijne. Ik zou een ‘meisje meisje’ omschrijven als iemand die een beetje giechelig is, wel behoorlijk wat tijd besteed aan haar uiterlijk (of er in ieder geval altijd verzorgd uitziet: nageltjes gelakt, haren in de plooi), bezig is met mode, graag jurkjes en rokjes draagt, af en toe een gilletje slaakt, absoluut niet vies wil worden, altijd ruikt naar een wolkje parfum en natuurlijk houdt van de kleur roze.

Als ik mezelf vergelijk met deze (door mezelf opgestelde) definitie, kan ik er heel kort over zijn. Ik ben wél een meisjes meisje. Maar, een andere eigenschap van mij (en van mijn blog), is dat ik nooit ergens kort over ben. Dus hieronder een wat uitgebreidere analyse.

Een beetje giechelig, dat klopt wel. Ik heb zo mijn momentjes en kan dan echt extreem hard lachen met vriendinnen, om de onnozelste dingen. (Dat ik er later aan terugdenk, met mijn ogen rol en tegen mezelf zeg: ‘Dûh, Milou.’)  Dan, besteed ik veel tijd aan mijn uiterlijk? Tsja, wat is veel? ’s Ochtends kan ik er soms lang over doen om mezelf klaar te maken. Ik kijk misschien iets te vaak in de spiegel. Bezig met mode: check. Draagt graag jurkjes en rokjes: check.

Maar. (‘Pfoeeee is dit verhaal nou nog niet afgelopen?’ Nee, je bent ongeveer op de helft.)

Ik zei dat ik lang bezig kán zijn ’s ochtends. Het lukt me ook wel in tien minuutjes. Daarnaast stap ik stiekem wel eens op de fiets met hetzelfde kapsel als toen ik wakker werd (niet verder vertellen), en zijn mijn nageltjes nooit netjes gelakt. (Al ligt dat misschien meer aan het feit dat ik daar gewoon erg slecht in ben.) Ik heb regelmatig een ladder in m’n panty, mijn haren hebben de neiging om zich nogal wild te gedragen en draag ik wel eens een broek met een vlekje erop, hopend dat ik de enige ben die het was opgevallen. Ik draag graag rokjes en jurkjes, maar geen ‘rokjes’ en ‘jurkjes’ (lees: franjes, kantjes en andere frutseltjes). Comfort gaat altijd boven ‘er leuk uitzien’, trouwens. Of eigenlijk probeer ik een gulden middenweg te vinden. Maar als iets prikt of kriebelt of schuurt, dan is het helaas.

Ik moet altijd niezen van zoete parfums, sla gerust een beest dood (dan heb ik het over een insect, hè. Geen konijntjes of zo), en wanneer ik er een beetje op voorbereid ben, schrik ik niet van modder op mijn broek. Ik draag vaak zwart, wat zo’n beetje tegenovergestelde is van roze.

Ten slotte ben ik niet lief genoeg om door te gaan voor meisjes meisje. Zij is een persoon met een eeuwige glimlach, waar ik bij sommigen bekend sta om mijn sarcastische opmerkingen. (Waarvan het sarcasme niet altijd door iedereen gezien wordt. Sorry als je je ooit beledigd hebt gevoeld. Ik meende het niet zo.) Conclusie van dit hele verhaal: ik ben lang van stof en geen meisjes meisje. Ik houd gewoon van roze frutsels.