Het is weer tijd om uit te ademen. Om me achterover op bed te laten vallen met een hoofd vol zorgeloze gedachten en dat er even geen twijfel bestaat. Niet meer dat zenuwachtige geklik van pennen of het massale gesnif in bedompte klaslokalen na een fietstocht door de koude morgen. Donderdagmiddag zette ik de laatste punt op mijn proefwerkpapier.
Het ging allemaal goed overigens, mocht je je dat afvragen. Op één vak na – mogen jullie raden welke. Ik ga er even niet meer aan denken. De testweek is voorbij en nu heb ik vier vrije dagen. Ik beschouw het als minivakantie – het is maar net wat je er zelf van maakt, natuurlijk. Samen met mijn ouders en Mart ben ik in Amsterdam, waar het perfect weer belooft te worden om paaseitjes te zoeken.
Verder ga ik mijn tijd gebruiken om wat dingen te filmen voor mijn project. Vrijdag maakte ik al een begin in het dorp, waar ik over de ventweg racete. Mart zat achter het stuur, ik hing als een soort razende reporter uit het open dak, met mijn camera in de aanslag. Maar daarover later meer.
Vijf toneelspelers, één idyllisch berglandschap
Dinsdag beginnen mijn lessen weer, maar of ik me veel met school bezig ga houden, durf ik te betwijfelen. Na een aantal maanden van repetities, vinden volgende week de voorstellingen van het schooltoneel plaats, waar ik in meespeel. Zoals ieder jaar is het weer een enigszins absurd stuk. Toen we het script voor het eerst lazen, heb ik meermaals hardop moeten lachen. In de praktijk lijkt het allemaal wat serieuzer, maar het gaat er natuurlijk om hoe serieus je het neemt. Donderdag hadden we voor het eerst een hele doorloop met publiek. Op het einde zaten zij zo te lachen dat ik zelf mijn gezicht niet meer in de plooi kon houden. Nog een week om daarop te oefenen, dus.
Voor die voorstellingen worden ieder jaar posters gemaakt. Dat is natuurlijk een goede zaak, aangezien het zo onder de aandacht wordt gebracht. Echter is er dit jaar voor gekozen een foto van de spelers te gebruiken. De voorstelling heeft op een vreemde manier te maken met The Sound of Music. Op die poster staan we dan ook in vol Dirndl-ornaat, gefotoshopt voor een idyllisch berglandschap. En dat hangt dan door de hele school, gedurende drie weken. Er is ook geen ontkomen aan: welke ingang ik ook neem, ik kom die posters tegen. Inmiddels word ik dan ook herkend, wanneer ik over het schoolplein loop.
(Grapje.)
Wat juist voelt
Vrij snel na de voorstellingsweek vinden de jaarlijkse schoolconcerten plaats. Daar doe ik zelf niet aan mee. (Gelukkig niet, zeg. Toneel vind ik geweldig, maar dan heb ik een personage waarachter ik me kan verschuilen. Ik zou maar als mezelf op zo’n podium moeten gaan staan. Nee, mij niet gezien.) Wat ik er wel ga doen is foto’s maken, zoals ik dat eerder al deed. Ik vind het altijd erg leuk om te doen – door zo’n donkere zaal sluipen, komen waar niemand mag komen en daardoor zien wat niemand anders ziet. En bovenal: uren achtereen doen wat ik het liefste doe.
Wat ik het liefste doe, dat kan ik doen, de komende weken. Ik ga toneelspelen, filmen, schrijven, fotograferen en ervan genieten. Dat ik niet hoef te leren wat juist is, maar zelf kan uitzoeken wat juist voelt.
Rest mij jullie een fijn paasweekend te wensen!