‘Wat je (niet) ziet’ gaat over wat er zich allemaal kan afspelen in je hoofd, terwijl dit voor de buitenwereld niet zichtbaar is. Het kan gaan om gedachten, gevoelens, twijfels, herinneringen of ideeën waar je door in beslag genomen wordt. Met deze video heb ik die onzichtbare binnenwereld geprobeerd in beeld te vatten.
Maand: januari 2016
ONDERTUSSEN
Geduld I
Geduld II
Taxi
Geduld III
Geen geduld
Gezelschap
Bewaking
Model
Verveling
Gids/tolk
Afleiding
Blik
Geduld IV
Verlicht
Deze fotoserie vormt deel 2 van mijn toelating voor de HKU, richting Audiovisual Media, studiejaar 2016 – 2017.
LOTERIA
Je kan hen vrijwel overal op het eiland tegenkomen: bij supermarkten, op een bankje naast het water, op een stoeltje naast de weg. Losjes wapperend met hun lootjes. Ik fotografeerde de dames van de Curaçaose loteria. En één heer.
RECHT VAN SPREKEN
Er is een hoop aan de hand in de wereld. Naar mijn idee gebeurt er ieder jaar meer. Waarschijnlijk is dat slechts een gevoel, veroorzaakt door twee ontwikkelingen. Ten eerste ben ik de afgelopen jaren ouder geworden, waardoor ik me meer ben gaan interesseren voor het nieuws. Mijn bronnen zijn niet meer beperkt tot de Kidsweek en het Jeugdjournaal. Dan iets wat niet alleen voor mij geldt: we hebben toegang tot steeds meer informatie. Vroeger hield het nieuws op na de avondkrant, nu kan een bericht van de andere kant van de wereld in luttele seconden bij ons zijn, zelfs om drie uur ’s nachts.
Het internet veroorzaakt een onophoudelijke nieuwsstroom. Dat zal ik niet goed of slecht noemen. Maar wat het internet ook biedt, is een kans om op al die gebeurtenissen te reageren. Over veel zaken heb ik een mening. Soms schroom ik niet deze (hier) te ventileren, maar vaak genoeg houd ik mijn mond. Natuurlijk vind ik iets van het vluchtelingenprobleem. Ik denk na over Keulen, Madaya, Parijs, maar laat me er niet altijd over uit. Ik vraag me soms af wat mijn mening toevoegt. En belangrijker: wie ben ik om er iets over te zeggen?
In de tijd waarin we leven, heeft vrijwel iedereen de kans om te vinden wat hij of zij wil. Op internet is hier eindeloos veel ruimte voor: op Facebook en Twitter verkondigen we aan de lopende band onze mening. Zonder helder standpunt lijk je niets voor te stellen. Nuance is nutteloos – statements maken, dat is van belang. We beroepen ons hierbij op de vrijheid van meningsuiting die in dit land geldt. In mijn hoofd klinkt geregeld de vraag: nemen wij niet veel te gemakkelijk de vrijheid om onze mening te uiten?
Wat ik op internet steeds vaker tegenkom, zou ik willen omschrijven als ‘geschreeuw’: meningen in blokletters, die vooral heel erg tégen alles zijn. Wat we niet willen, wat we niet moeten doen, waarom iets niet goed is. Dit zijn allemaal meningen die volgens de wet uitgesproken mogen worden. Naar mijn idee zijn deze opinies hol en van weinig waarde. Soms vanwege een slechte argumentatie (‘Dat stond op Facebook!’), maar vaker vanwege een gebrek aan verdieping en verbreding. We kunnen in deze tijd putten uit enorm veel bronnen, ons baseren op allerlei visies en opinies. Maar we lijken selectiever dan ooit.
Er is behoefte aan duidelijkheid. ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons.’ Een midden lijkt uitgesloten. En dus worden mensen met heldere ideeën nagepraat, zonder dat men zich verdiept in een tegengeluid. Hoe kan je nu iets vinden, wanneer je niet weet hoe het alternatief klinkt? Ja, misschien luisteren we sporadisch naar de mening van een opponent. Maar dan luisteren we niet om te begrijpen, maar om te weerleggen. Of – nog treuriger – om te tweeten dat diegene “een teringlijer is die naar de hel moet”.
Dit lokt natuurlijk weer reacties uit van andersgezinden en uiteindelijk zijn we enkel bezig elkaar te overstemmen. We roepen steeds harder wat we vinden, zonder na te denken over het ‘waarom’ achter onze mening. Dat resulteert in leeg geschreeuw. Zo is onze vrijheid van meningsuiting op den duur niet veel meer waard.
Dit is een oproep om je open te stellen voor het alternatief. Om eens een andere krant te lezen. Om in gesprek te gaan met iemand waar je het niet mee eens bent – zonder vooroordelen, zonder vijandige houding. Of om een keer niets zeggen, wanneer je twijfelt over wat je vindt. Dat zou geen schande moeten zijn. Ik vraag niemand zijn mening voor zich te houden – slechts om deze op een andere manier te vormen. Zodat je steeds voor jezelf blijft denken. Volgens mij voeg je dan pas iets toe aan de discussie. Dan pas bezit je datgene wat een mening geldig maakt: recht van spreken.
“VOLWASSEN”
Het lijkt een soort ongeschreven regel onder leeftijdsgenoten: op je verjaardag plaats je een schattige babyfoto van jezelf op Facebook of Instagram. Maar wanneer ik over weet-ik-hoeveel-jaar terugdenk aan mijn achttiende verjaardag, wil ik juist weten hoe ik er op die dag uitzag. Babyfoto’s heb ik al genoeg.
Vandaag ben ik jarig. Dinsdag was ik eens fotograaf en model tegelijk – ik maakte een serie zelfportretten, van toen ik nog net niet volwassen was.
Sinds vandaag heb ik stemrecht, word ik verantwoordelijk gehouden voor mijn eigen acties. (Een vriendin gisteren: “Als ik jou was, zou ik vandaag nog even een bank overvallen.”) Ik hoef me niet meer naar binnen te bluffen bij cafés, mag mijn eigen drankjes halen aan de bar. Voortaan kan ik zelf absentiebriefjes schrijven. (“Hoi meneer! Ik was er niet want ik was ziek. Groetjes!”) Ik mag alleen autorijden, zonder goedbedoelde waarschuwingen vanaf de bijrijdersstoel – helemaal zelfstandig tegen paaltjes opbotsen. Sinds vandaag ben ik geen kind meer.
Officieel gezien volwassen, maar voor mijn gevoel is het nog lang niet zo ver. Vroeger dacht ik dat ‘volwassen zijn’ samen ging met het begrijpen van alles. Wanneer ik volwassen was, zou ik weten waarom dingen liepen zoals ze liepen, waarom mensen deden zoals ze deden. Wat goed was, en wat slecht. Wat mijn plekje in de wereld was, of wat ik wilde dat het zou zijn. Hoe dichter ik die leeftijd naderde, hoe zekerder ik wist dat mijn ideeën niet klopten. Er was juist steeds meer wat ik niet wist.
Als kind is je wereld klein, je kennis beperkt. Wat er buiten jou bestaat is onbekend, en bovendien niet van belang. Je weet niet wat je niet weet. Dan word je ouder, je omgeving groeit. Je begint te snappen dat er meer is dan de mensen en plaatsen die jou bekend zijn. Je leert rollen kennen die je zou kunnen vervullen, plaatsen waar je heen zou kunnen gaan. Met die kennis over mogelijkheden, groeit onzekerheid over hoe ze in te vullen. ‘Volwassen zijn’ kan niet gelijk staan aan ‘alles weten’. Want dan zou ik met de jaren steeds minder volwassen worden.
Misschien is het een loos begrip, waar ik te veel waarde aan hecht. Feitelijk gezien betekent het weinig, afgezien van bovenstaande voordeeltjes*. In de nacht van 13 op 14 januari werd ik volwassen, maar veranderde er niets. Mijn ouders maken me nog steeds wakker ’s ochtends. Ik moet nog steeds naar school, waar ik luister naar wat anderen me zeggen. Ik kan nog steeds niet soepel inparkeren – behoorlijk onhandig, maar vooral irritant omdat ik clichés over vrouwen liever ontkracht dan bevestig. Over een half jaar ga ik het huis uit, maar ik zal geregeld terugkomen. In dit huis, op deze bank, met een kater en een zak vol was. De eerste lading al draaiend in de trommel, blij dat iemand me weer eens ‘kleine’ noemt.
Geen kind meer, maar nog niet echt volwassen. Door wetenschappers die niet houden van grijze gebieden is daar een begrip voor bedacht: adolescentie. “De overgang in de ontwikkeling tussen de jeugd en volledige volwassenheid, hetgeen een periode representeert waarin een persoon biologisch, maar niet emotioneel volgroeid is.” Ik betwijfel of ik die omschrijving ooit ga gebruiken – het dekt misschien de lading, maar klinkt ronduit kut. Als een excuus voor twintigers die niet op willen groeien. Die hun gedrag zo kunnen wijten aan de adolescente fase waarin ze verkeren.
Misschien horen sommige eigenschappen die we beschouwen als ‘kinderlijk’ gewoon bij onze persoonlijkheid. Terwijl je ouder wordt ontdek je wat die eigenschappen zijn, en hoe je ze kan inpassen in je leven. Je zal niet meer constant zeggen wat je denkt. Je zal niet hardop vragen meer stellen, puur uit verwondering over de wereld. Mogelijkerwijs zal je nooit perfect leren inparkeren. Wie weet is dat wel volwassen worden: leren omgaan met hoe je bent. En soms accepteren hoe het nu eenmaal is.
*N.B. Een deel van mij ziet dit ‘slechts’ als voordeeltjes. Voor een ander deel van mij zijn het dé redenen om überhaupt achttien te willen worden. Feesten! Roadtrippen! Drank! Uit huis! De wereld veroveren! (Etcetera.) Ga ik doen, ga ik doen. Geen zorgen.
NOG EVEN TERUG
Zo’n twee weken geleden was ik nog hier – op de plek waarvan ik, terug in de Nederlandse grauwheid, het bestaan in twijfel trek.
GENIETEN
Vrijdagmiddag. De school was stil, de gangen verlaten. Ik bouwde een natuurkundelokaal om tot mijn eigen studio. Daar creëerde ik een enorme puinhoop, plus een video voor mijn toelating.
Het werd dus een chaos, want dat werkt het prettigst. Ik sleepte met stoelen, wisselde van standpunten, lenzen, aanwijzingen, ideeën. Ik maakte het donker en weer licht, zette projecties aan en weer uit. Ik stond op meerdere tafels, zat op de grond, leunde met één been in de wasbak. Ik keek op mijn scherm tijdens het filmen en zag ontstaan waar ik op gehoopt had. Vriendin Tessa stond model en deed dat super. Ze dacht met me mee en was gewoon haar prachtige zelf, zoals je hier kan zien.
Twee uur later, thuis. Ik zit stuiterend achter mijn computer het resultaat te bekijken. Mijn spullen op bed gegooid, mijn jas nog aan. Ik weet weer precies waar ik het voor doe: dit gevoel. Dit moment, waarop de ideeën die in mijn hoofd al lang bestaan, werkelijkheid worden. En dat ik daar zo niet normaal blij van word.
Het was niet mijn week – dat heb je soms. Maar dit soort projecten doen stress en verdriet vervagen. Waar ik soms het idee heb dat alles me tegenwerkt, werkt dan alles mee. Of eigenlijk: iedereen.
Tessa die model voor me staat. Mijn oom die me een hele ochtend over een eiland rijdt, continu in zijn geheugen gravend naar geschikte locaties. Mijn ouders en broer die nooit te beroerd zijn op me te wachten, me ergens heen te brengen, mijn ideeën te bekijken. Mijn vriendinnen die me geruststellen wanneer bestanden onvindbaar zijn, hun vertrouwen uitspreken dat het gaat lukken.
Mensen die mijn doel includeren in hun nieuwjaarsbericht. ‘Een geweldig 2016, met hopelijk jouw toelating tot de kunstacademie.’ Mijn mentor die me zegt dat ik school maar even op een lager pitje moet zetten, ook al is het bijna testweek. Dat ik me beter kan richten op mijn toelating, omdat dat voor mij nu belangrijk is.
Onafhankelijk of het lukt, of het zal zijn zoals ik me had voorgesteld – dit gevoel, deze mensen, maken dat ik van de weg ernaartoe al enorm kan genieten.