nashville | de paskamer

En dat was oktober. Een maand vol tentamens, repetities in de avonden; ik speelde mee in een toneelstuk. Theater vormde de brug tussen ‘net gewend’ en ‘bijna weer terug’.

Wanneer woorden je wapen zijn, is het een vreemde ervaring om met je mond vol tanden te staan. Het gebeurde nogal eens, de afgelopen maanden. Me verstaanbaar maken is eenvoudig genoeg – het gebabbel van alledag vraagt niet al te veel van me. Toch voel ik me regelmatig beperkt door de taal. Ik gebruik nou eenmaal graag woorden als ‘bewonderenswaardig’ of ‘gewaarwording’. In het Engels rolt zoiets niet zomaar mijn mond uit.

Daarnaast heb ik simpelweg meer tijd nodig om mijn gedachten te vertalen. In de tweede week hier stelde een professor me een vraag op naam. Ik schrok enorm – het was alsof ik in een paskamer stond en opeens het gordijn werd opengedaan. ‘Ik ben nog niet klaar!’ wilde ik roepen. ‘Ik ben nog niet in staat iets zinnigs te fabriceren dat jij kan verstaan.’

Het lijkt eenvoudiger om een script te hebben dat de tekst voor je bepaalt. Dat bleek toch niet waar.

Bepaalde woorden voelen raar in mijn mond. Dik, papperig. Het Engels bevindt zich vooraan, bij mijn lippen, op het puntje van mijn tong. Het is alsof de spieren daar nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn om bepaalde geluiden te produceren. Het zit hem in de schakelingen: van de ‘d’ naar de ‘th, van ‘sci’ naar ‘ti’.

En soms weet ik het gewoon niet. Abrasive, regal, conscientious – moest ik even opzoeken. Of ik vraag het.

‘In this scene I use the word ‘splendiferous’. What does that mean?’

‘Oh, nothing, actually. We made that up.’

Zoals elk woord ooit is bedacht, natuurlijk. Deze week werd het me duidelijk dat iedere taal in feite slechts een verzameling geluiden is. De eerste voorstelling stond op het punt te beginnen. In de kleedkamer stuurde ik nog een berichtje naar een vriend van thuis. Vervolgens wilde ik iets vragen aan mijn medespelers.

‘Hoe laat moeten we eigenlijk beneden zijn?’

Ik sloeg mijn hand voor mijn mond in een poging het gordijn van de paskamer te sluiten, maar het was al te laat. Katie, Katie en Grace keken me verbaasd aan en barstten in lachen uit.

Humor in een tweede taal kan lastig zijn. Maar als het niet werkt om een grap te vertalen, kan je hem dus ook gewoon in het Nederlands maken.

nashville | kwijt

Vandaag liet ik mijn zonnebril in de liftschacht vallen. Op de achtste verdieping van de bieb wilde ik uitstappen. Terwijl ik me richting de deuren bewoog, viel de bril uit mijn hand. Hij balanceerde heel even op de rand en viel toen de verkeerde kant uit, de schacht in.

Het was zo’n moment dat zich onnatuurlijk ver uitstrekte in de tijd. Ik keek naar de spleet, waar een echo bevestigde wat ik niet helemaal kon geloven: het geluid van bril op metaal, acht verdiepingen naar beneden.

Waar die bril dan precies beland was, vond ik lastig voor te stellen. Ik zag de liftschacht als een portaal naar de verzamelplaats voor dingen die nooit meer terug zouden komen.

Ik raak een hoop kwijt sinds ik hier ben. Vooralsnog bestaat de lijst uit een oorbel, een oplader, een etui, een Dopper (meerdere malen) en een zonnebril (niet die van vandaag). Soms hervonden, deels vervangen, een keer onvervangbaar.

Ik zuchtte en startte mijn mantra: ongelofelijk stom en jammer en zonde maar het is ook maar een bril en joh er zijn belangrijkere dingen in het leven, het zijn maar spullen, daar zou je je niet zo druk om moeten maken. De conciërge in de lift had schijnbaar ervaring met dit soort situaties. Als ik nou even naar die en deze balie ging, dan konden ze bellen naar weer andere mensen en wie weet konden zij het wel regelen. Dus dat deed ik.

Een paar uur later had ik mijn bril weer in mijn handen. Een beetje stoffig, enigszins scheef, maar completer dan ik me had kunnen wensen, aangezien hij uit een ander universum was teruggehaald. Ik liet hem meteen maar even rechtzetten.

‘I do have to let you know that, since you did not buy these with us, we can not be held responsible if they break when I try to readjust them.’

‘Is that something you are supposed to say, or is there an actual possibility that will happen?’

‘I am just supposed to tell you.’

‘Okay!’

Dat was toch weer een ding minder om me druk over te maken.

nashville | road trip

1CA823E0-5D63-4D2F-8E4B-DC47D703F020

Een advies dat ik vaak gehoord heb voor mijn vertrek, is dat je op alles ja moet zeggen. Tot nu toe heb ik auditie gedaan voor een theaterstuk, op nationale televisie over een football field gerend en ben ik om half zes ’s ochtends opgestaan om naar een feest te gaan. Ook zei ik ja tegen een regatta, een race met het zeilteam van Vanderbilt. Ik was even vergeten dat dit land zo groot is als heel Europa. We gingen op een road trip: het was zo’n zeven uur rijden richting South-Carolina.

Na twee maanden hier heb ik de indruk dat de studentenpopulatie in tweeën is te verdelen. Er is de groep vaderlandlievenden, van wie het land niet great hoeft te worden gemaakt – dat is het al. En dan is er de groep die zich haast schaamt, die zich verontschuldigt voor het imperiaal systeem, voor de politieke schandalen en het egocentrische wereldbeeld dat heerst in Amerika – een term die ze liever ook niet gebruiken, aangezien dat meer omhelst dan de Verenigde Staten alleen.

Ik was op pad met groep twee. In een gehuurd busje verlieten we op vrijdagmiddag de campus. Onder de uitwisselingsstudenten was er discussie geweest over wat je zou aantreffen vanaf een half uur buiten Nashville. Niet heel veel, zo bleek. Asfalt, winkelcentra en advertenties uit de naam van God of Jezus. ‘Hell is real,’ ‘Keep Christ in Christmas’. Eronder stond vaak een telefoonnummer. Ik vroeg me af wie van de twee je aan de lijn zou krijgen.

Er was wat discussie over waar we zouden eten. Ben opteerde voor Waffle House, een keten die in het zuiden prominent aanwezig is. Tijdens onze reis kwamen we er zeker vijftien tegen. ‘It’s so good that it’s bad,’ aldus Ben. De rest vond het enkel bad en dus reden we er voorbij. Wel kwam mij een interessant feit ter oren. Chris vertelde me over de Waffle House Index. Aangezien de restaurants van deze keten altijd open zijn, dag en nacht, met kerst en pasen, geven ze een redelijke indicatie van de ernst van orkanen en tornado’s. Een gesloten Waffle House betekent dat het mis is.

(Ik vroeg me af of we hier een Nederlandse equivalent voor zou bestaan. Wat moet er gebeuren, wil de Albert Heijn zomaar dichtgaan? De enige keer dat ik winkels gesloten heb gezien midden op een normale dag, was na het schietincident in Utrecht. Die hebben ze hier dan weer dagelijks.)

En zo was dit weekend ruim voorzien van verhalen over dit land, die soms niet waar bleken, maar niet minder amusant waren. Zo zouden er in de staat Tennessee maximaal zes vrouwen onder een dak mogen wonen, omdat het anders volgens de wet als bordeel werd gezien. Fake news, zo bleek, maar wel dermate hardnekkig dat er in de verenigingshuizen op de campus inderdaad maar plaats is voor zes.

De aux-kabel werd om de paar uur doorgegeven. Roadtrips nodigen uit tot nostalgie en  uit onze muziekkeuze bleek een gedeelde geschiedenis. Pop uit onze tienerjaren klonk over de speakers: Katy Perry, Bruno Mars, B.o.B.

Na een zachtroze zonsondergang werden we opgeslokt door een schijnbaar eindeloze duisternis. We reden door de bergen, dacht ik, maar het konden ook bruggen zijn. Afgezien van het schijnsel van de koplampen was het donker. Met nog zo’n twee uur te gaan werd de koelbox uit de kofferbak getild en veranderde de achterbank in een pregame. Degene aan het stuur was solidair met shotjes cola. We kwamen aan rond enen, in een verlaten Columbia. We gingen slapen toen we er zeker van waren dat er nergens meer feestjes gaande waren.

Wat het zeilen betreft, daar kan ik heel kort over zijn: er was bijna geen wind. We wachtten en wachtten op het startsein. Het kwam uiteindelijk, maar voordat alle races gevaren waren, werd het geheel toch nog afgelast. Ik bereidde me voor op chagrijn, maar daarvan was geen sprake. Het was hoe dan ook een fijne dag aan het water. We zwommen in het meer terwijl onze telefoons oververhit raakten in onze zwarte rugzakken.

Op de terugweg besloten we niet voor het gemiddelde fastfoodrestaurant te gaan, want daar konden we altijd nog heen. Het alternatief was niet per se gezonder, maar wel meer authentiek.

(‘No one say anything controversial.’)

Ik nam mee naar huis: verbrandde schouders, rust in mijn hoofd. Nieuw perspectief, nieuwe telefoonnummers.

IMG_5800.jpeg