De woensdag begon rustig met een wandeling langs de Thames. Onze mini-pluutjes hadden het zwaar en dat was soms te merken – niet zelden passeerde ik een klasgenootje die tegen de wind in stond te stoeien met wapperend plastic en wiebelig uitziende spijltjes. We liepen over de Towerbridge, waarvan de spijlen er gelukkig wel stormbestendig uitzagen. De route eindigde bij het British museum. Het gebouw zelf vond ik het meest memorabel. Van buiten ziet het er enorm en massief uit, met dikke kolommen en gemaakt van zwaar gesteente. We zetten een paar passen door een donkere entree, om vervolgens uit te komen in een enorme ruimte. Het dak was van glas, waardoor de ruimte overspoeld werd met licht. We liepen wat rond, hingen wat rond. Ik kocht aardbeien en dat stemde me erg gelukkig, na een paar dagen enkel eten dat uit een pakje kwam.
’s Middags bezochten we Greenwich (je zegt ‘Grennitsj’. Ontdekte ik toen we er alweer weg waren), waar de nulmeridiaan ligt. We kregen een rondleiding, waarbij er een hoop werd verteld over de geschiedenis van Engeland. Ik heb eigenlijk totaal niet opgelet, moet ik je eerlijk bekennen. Ik weet dat het belangrijk is hoor, maar geschiedenis is zeg maar niet echt mijn ding. Daarnaast was onze gids nogal lang van stof. (Al mag ik daar eigenlijk niets van zeggen…) Tenslotte werd ik behoorlijk afgeleid, en wel door mijn eigen voeten. Die deden namelijk zo’n pijn dat ik constant op en neer hupste, van het ene been op het andere. Alsof heel mijn voetzolen vol blauwe plekken zaten, dat had ik echt nog nooit meegemaakt. Laten we zeggen dat ik blij was toen we met een boot teruggingen naar Londen.
Vanaf Leicester square verspreidden we ons over verschillende restaurantjes. Bij een random Italiaan at ik met een paar klasgenootjes, heel gezellig. We moesten wel een klein beetje haast maken, vandaag was er namelijk ook een avondprogramma. We gingen naar Wicked de musical, maar dat ging niet zonder slag of stoot. We moesten namelijk met de metro, midden in de spits. En met zo’n zeventig leerlingen, is dat geen pretje, kan ik je vertellen. Of ja – ikzelf vond het wel heel grappig. Het was nogal onduidelijk wanneer we nou wel in moesten stappen of niet. Soms konden we er niet eens met z’n allen in, omdat het zo druk was. De groep splitste zich steeds verder op, de docenten werden telkens iets paniekeriger. En wij maar lachen.
Uiteindelijk arriveerden we dan toch met de hele groep bij het theater. Veel jongens vonden het verhaal te zoetsappig, sommigen vielen in slaap, maar ik heb genoten, zoetsappig of niet. Ik houd gewoon van musicals, can’t help it. We misten de trein en wachtten een half uur op een verlaten perron. In de laatste trein richting Catford dommelde ik in slaap.