DUIZEND

9R7A1891

Dit is het duizendste verhaal.

Een verhaal over smalle zandweggetjes die nergens naartoe leiden, afgezien van een weiland aan weerskanten.

We stapten uit, liepen richting de zon. We baanden ons een weg door takken en over sloten, tot we de rand van nog zo’n weiland bereikten. Mijn zwarte laarsjes zakten weg in de stoffige aarde. Voetstappen doorbraken nu het gestreepte patroon dat daarin zo zorgvuldig was aangebracht.

Over hoe we wachtten tot de zon verder zou zakken en de lucht roze zou kleuren. En dat we ons afvroegen hoe dat eigenlijk kon. Dat ik dat zou moeten snappen, maar niet deed.

(Over hoe het heel sereen had kunnen zijn, ware het niet dat er zich een puppyschool honderd meter verderop bevond. Maar dat kan je op de foto’s natuurlijk niet zien.)

Batterijen raakten leeg en het werd kouder, het was tijd om te gaan. We liepen terug, ik keek nog één keer om. De silhouetten van de bomen staken af tegen een voorzichtig roze lucht.

9R7A1906    9R7A18319R7A19119R7A19629R7A19609R7A1954

NIETS OM AAN TE DENKEN

Collages3

Het was weer even stil hier – ik moest vorige week mijn stem ergens anders laten horen. Mijn eigen stem, andermans woorden.

Er is geen aandacht meer voor grote lijnen. Het betreft nu details, die onze regisseuse telkens opschrijft in een turquoise notitieboekje. Het was ooit slechts gevuld met horizontale strepen, nu staan er duizenden letters die samen ideeën en aandachtspunten vormen. We volgen de lijst: een verwarrende blik, een verkeerd geplaatste pas, een handgebaar dat meer aandacht trekt dan het zou moeten doen. Het zijn zaken die op zichzelf niemand zullen opvallen. Echter, samen maken ze een verschil.

We verkennen de ruimte en wennen aan het fellere licht. Het toneel verandert langzaam in een kleedkamer. Er staan wat tafels en stoelen die stiekem uit het biologielokaal komen. De spiegels die erop staan worden omringd door delen van scripts, toitjes, grimespullen en allerhande prullaria.

Door een verlaten school loop ik naar het laatste verlichte lokaal. Morgen zullen hier weer brugklassers razen. Nu sluit ik de ramen en doof ik het licht.

Toneel 20151

De avond van de première, mijn hoofd is leeg. Het is iets wat ik regelmatig wens – dat ik eens een moment nergens aan zou kunnen denken. Juist nu komt die wens uit. Soms herinner ik me een enkele zin of handeling, die in een flits voorbij komt. Het biedt me geen houvast, omdat ik ze niet kan combineren tot een lopend geheel, zoals ik dat straks wel hoop te kunnen. We eten (of eten niet). Ik probeer mijn rode wangen weg te poederen, maar tevergeefs. Ieder bereidt zich voor. Sommigen lezen hun teksten. Ik durf niet meer naar mijn script te kijken, bang voor alle woorden die ik ben vergeten.

We doen nog een concentratie-oefening, waardoor je er van iedereen achterkomt wat zijn lievelingsdier is en wat zijn vader voor werk doet. Het werkt, ik vind mijn rust.

En dan is het ieder voor zich, alleen met de stilte of drukte in zijn hoofd. We worden omringd door duisternis, afgebakend door de zwarte vierkante vloer. Een zachte gloed beschijnt ons van onderen. Het warme licht strijkt langs mijn koude armen, waarop haren recht overeind staan. Alles in mij staat op spanning. Nog drie minuten.

Een laatste woord. We moeten genieten, vooral alles loslaten en de vrijheid nemen elkaar te verassen. (De nodige grappen worden gemaakt: ‘Zullen we gewoon iets heel anders spelen. Of de hele rolverdeling omgooien.’) We roepen heel hard ‘HOER’ bij wijze van een yell, want dat bekt lekker. Dan is het tijd.

Toneel 2015

De deuren gaan open. Het publiek zoekt een plaats in de zaal, wij hebben de onze op het toneel al ingenomen. Beide avonden verwacht ik vrienden en familie. Ik zoek hen en zij zoeken mij. Onze ogen zullen elkaar onvermijdelijk kruisen. Zij lachen en ik lach terug, maar dat valt niet op. Ik lach de hele tijd al, net als mijn tegenspelers. Mijn lip begint te trillen –  achteraf heb ik vernomen dat daar niets van te zien was.

Het lukt me alles los te laten. Al doende vallen de stukjes op zijn plaats. Als vanzelf weet ik waar ik moet zijn en wat ik moet zeggen. Spelen maakt plaats voor zijn, ik sta midden in het verhaal. En dan is er dat gevoel. Dat gevoel dat ik al eerder ervoer maar waar ik op dit moment pas van kan genieten: er is niets om aan te denken. Nu is alles wat er is.

Processed with VSCOcam with f2 preset

(En ziehier de reden dat ik normaliter de foto’s maak en er zelf niet op sta.)

Wij, vrienden!

Wij zijn rijker dan de zeeën diep.

Wij hebben alles wat er is.

Wij hebben — luister goed! — elkaar!

– uit ‘De Jossen’, Tom Lanoye (2004)

WAT IK HET LIEFSTE DOE

9R7A1528

Het is weer tijd om uit te ademen. Om me achterover op bed te laten vallen met een hoofd vol zorgeloze gedachten en dat er even geen twijfel bestaat. Niet meer dat zenuwachtige geklik van pennen of het massale gesnif in bedompte klaslokalen na een fietstocht door de koude morgen. Donderdagmiddag zette ik de laatste punt op mijn proefwerkpapier.

Het ging allemaal goed overigens, mocht je je dat afvragen. Op één vak na – mogen jullie raden welke. Ik ga er even niet meer aan denken. De testweek is voorbij en nu heb ik vier vrije dagen. Ik beschouw het als minivakantie – het is maar net wat je er zelf van maakt, natuurlijk. Samen met mijn ouders en Mart ben ik in Amsterdam, waar het perfect weer belooft te worden om paaseitjes te zoeken.

Verder ga ik mijn tijd gebruiken om wat dingen te filmen voor mijn project. Vrijdag maakte ik al een begin in het dorp, waar ik over de ventweg racete. Mart zat achter het stuur, ik hing als een soort razende reporter uit het open dak, met mijn camera in de aanslag. Maar daarover later meer.

9R7A1534

Vijf toneelspelers, één idyllisch berglandschap

Dinsdag beginnen mijn lessen weer, maar of ik me veel met school bezig ga houden, durf ik te betwijfelen. Na een aantal maanden van repetities, vinden volgende week de voorstellingen van het schooltoneel plaats, waar ik in meespeel. Zoals ieder jaar is het weer een enigszins absurd stuk. Toen we het script voor het eerst lazen, heb ik meermaals hardop moeten lachen. In de praktijk lijkt het allemaal wat serieuzer, maar het gaat er natuurlijk om hoe serieus je het neemt. Donderdag hadden we voor het eerst een hele doorloop met publiek. Op het einde zaten zij zo te lachen dat ik zelf mijn gezicht niet meer in de plooi kon houden. Nog een week om daarop te oefenen, dus.

Voor die voorstellingen worden ieder jaar posters gemaakt. Dat is natuurlijk een goede zaak, aangezien het zo onder de aandacht wordt gebracht. Echter is er dit jaar voor gekozen een foto van de spelers te gebruiken. De voorstelling heeft op een vreemde manier te maken met The Sound of Music. Op die poster staan we dan ook in vol Dirndl-ornaat, gefotoshopt voor een idyllisch berglandschap. En dat hangt dan door de hele school, gedurende drie weken. Er is ook geen ontkomen aan: welke ingang ik ook neem, ik kom die posters tegen. Inmiddels word ik dan ook herkend, wanneer ik over het schoolplein loop.

(Grapje.)

9R7A1540

Wat juist voelt

Vrij snel na de voorstellingsweek vinden de jaarlijkse schoolconcerten plaats. Daar doe ik zelf niet aan mee. (Gelukkig niet, zeg. Toneel vind ik geweldig, maar dan heb ik een personage waarachter ik me kan verschuilen. Ik zou maar als mezelf op zo’n podium moeten gaan staan. Nee, mij niet gezien.) Wat ik er wel ga doen is foto’s maken, zoals ik dat eerder al deed. Ik vind het altijd erg leuk om te doen – door zo’n donkere zaal sluipen, komen waar niemand mag komen en daardoor zien wat niemand anders ziet. En bovenal: uren achtereen doen wat ik het liefste doe.

Wat ik het liefste doe, dat kan ik doen, de komende weken. Ik ga toneelspelen, filmen, schrijven, fotograferen en ervan genieten. Dat ik niet hoef te leren wat juist is, maar zelf kan uitzoeken wat juist voelt.

Rest mij jullie een fijn paasweekend te wensen!