Om de vakantieluiheid niet de spuigaten uit te laten lopen, is het af en toe tijd voor wat actie. Gisteren trok ik baantjes, wat natuurlijk heerlijk is met het warme weer. Echter, na een uurtje begon ik me wel een beetje een goudvis te voelen. Heen… en weer terug. Vandaag even iets anders dus, ik besloot te gaan skaten. Hoe het was? Vooral erg warm. Ik skate wel vaker, bijna altijd samen met mama. Dat is recreatief skaten: heerlijk, mijn hoofd is echt leeg daarna, maar erg zwaar is het niet. Dat was juist het doel van vandaag: even lekker moe worden en flink zweten. Ik kan je vertellen, dat is gelukt. Dit komt deels door het feit dat ik in het begin iets te enthousiast ben geweest, denk ik. Op mijn telefoon zag ik achteraf dat mijn topsnelheid 20 km/u was. Met dit weer was dat geen verstandige zet, na zo’n tien minuten was ik al lichtelijk aan het smelten. Doorskaten betekende de wind in mijn gezicht, dus dat is wat ik deed, zij het op een iets lager tempo. Alsnog haalde ik twee fietsers in, daar was ik erg trots op. (Al zegt het misschien meer over hun snelheid dan over die van mij.) Ondanks de hitte genoot ik. Toch kon ik negen kilometer en zevenendertig minuten later nog maar aan één ding denken: water. Het liefst ijskoud, om te drinken en om mezelf in onder te dompelen. Na een koude douche (écht koud deze keer. Of zou het alleen maar zo voelen omdat ik zelf zo warm was?) was mijn lichaam afgekoeld. Mijn gezicht bleef echter nog een paar uur knalrood. Wanneer de vakantieluiheid de overhand neemt, staan de ribbels van mijn badhandoek soms in mijn rug gedrukt. Laat ik dat rode hoofd dan maar zien als een teken van vakantie-sportiviteit.