Groots, dat was het eerste wat ik zag toen ik het stadion betrad. Gigantische letters vormden het décor voor een derde concert van Guus Meeuwis. De sfeer was mij dus al bekend: hordes uitgelaten mensen. En bier, héél veel bier. Voor ons ontstond wat commotie omdat mensen het over zich heen kregen. Tsja, als je daar niet tegen kan moet je eigenlijk niet naar zo’n stadionconcert gaan. Ik keek naar het veld en lachte om de variatie aan spullen waarmee mensen zichzelf bedekten tegen het vallende bier: van poncho’s in allerlei kleuren tot plastic zakken en zelfs winterjassen. Iedereen was vrolijk en zong luidkeels mee. Ook ik stond echt te genieten. ‘En straks komt Racoon,’ sprak papa naast me, alsof het niets was.’Wat?!’ Echt?! Hoe weet je dat?’ Ik ben groot fan van hun muziek, ‘Racoon Live’ staat dan ook al behoorlijk lang op mijn bucketlist. En nu zou ik het mee gaan maken, zonder het van tevoren te weten. Het volgende halfuur was ik behoorlijk opgewonden. En daar waren ze dan. ‘We hebben één Nederlands nummer,’ sprak leadsinger Bart. ‘Jaaaaaa!’ riep ik. Mijn favoriete nummer werd ingezet: Oceaan. Ik keek om me heen. De sfeer was bijna magisch. Het stadion werd gevuld met het geluid van één enkele gitaar en het gezang van duizenden mensen. Het schemerde, velen ontstaken hun aanstekers of gebruikten het flitslicht van hun mobiel. Een zacht briesje blies in mijn gezicht, het kippenvel stond op mijn blote benen. Het was zó mooi. En ik zal bekennen: ik heb gehuild. (Maar sssht, niet doorvertellen, want niemand heeft het gezien.)
Zelfs ik voelde het kippenvel bij het lezen!
Was niet anoniem!