Bij Curaçao denk je waarschijnlijk meteen aan Bountystranden met wit zand, kristalhelder water en wuivende palmbomen. Aan de zuidkant zien inderdaad alle stranden er zo uit, maar het eiland kent ook een andere kant. Letterlijk en figuurlijk: de noordkant van het eiland bestaat uit een ruige kust waar ik voor geen goud in zee zou springen. Ten eerste schijnen er haaien te zitten (wat naar mijn idee al een goede reden is om uit het water te blijven), maar ook slaan de golven er zo hard tegen de rotsen dat het klinkt alsof er een kanon wordt afgeschoten. Niet geschikt voor een dagje strand dus, wel erg mooi om foto’s te maken. We gingen naar Shete Boka, een plek die ik zou omschrijven als ‘het einde van de wereld’. (Al is het wel grappig dat we er, ik denk drie jaar geleden, een collega van mijn vader tegenkwamen. Hij had ook besloten het eind van de wereld te bezoeken tijdens zijn kerstvakantie.) Op het einde van de wereld was de internetverbinding alleen niet zo goed, dus besloot ik de foto’s thuis te uploaden. Klik verder als je ze wilt zien!