Zo’n zondag was het.
Tag: Spijkerbroek
#88 BLUE JEANS
De spijkerbroek is zo’n ding waar ik een haat-liefde verhouding mee heb. Om positief te beginnen: ze zitten natuurlijk heerlijk. Ik snap, mannelijke lezers, dat jullie je daar misschien niets bij voor kunnen stellen. Zo’n skinny jeans ziet er ook niet comfortabel uit, dat ben ik met jullie eens. Maar het tegendeel is waar, want zal ik eens een geheimpje verklappen? Die dingen stretchen als een malle. Sterker nog: sommigen hebben niet eens een gulp – het zijn gewoon vermomde leggings. Daar zou je tien kilometer in kunnen hardlopen, mocht je dat graag willen. Kleine sidenote: het kan even duren voordat je die perfecte goedzittende spijkerbroek hebt gevonden. Maar dat verhaal zal ik bewaren voor een andere keer. Ik houd ook van de spijkerbroek wanneer ik iets mors. Niet vanwege de vlek die dan achterblijft (want vlekken zijn irritant en ik denk dat ik niet de enige ben die dat vindt), maar omdat het niet zo veel uitmaakt – je zegt gewoon dat het erbij hoort. Zelfde geld voor gaten. (Al moet je wel een beetje strategisch knoeien. Ik had eens gele verfvlekken op een lichtblauwe spijkerbroek, nou, niemand ging geloven dat dat erbij hoorde. Het zag eruit alsof ik een kuipje McDonalds mayonaise op mijn schoot had laten vallen.) De haat-zijde, ik zal het kort houden: blauwe vlekken op je benen omdat de stof afgeeft. De hele dag met een natte broek rondlopen wanneer het geregend heeft terwijl je naar school fietste. Ten slotte: iedereen loopt ermee. Het lijkt wel het tenue van ‘de middelbare scholier’: t-shirt, gympen… En een spijkerbroek. Dat vind je misschien niet per se een nadeel. Maar wanneer ik eens denk: ‘Hé, laat ik vandaag een spijkerbroek aandoen!’ en ik merk dat de rest van de school die ochtend precies hetzelfde dacht… Dan voel ik me wel een beetje saai. Aan de andere kant: wanneer ik eens niet mijn setje voor de volgende dag heb klaargelegd (want living on the edge of gewoon te lui), en ik weet het echt niet ’s ochtends, dan pak ik gewoon een spijkerbroek. En dan zit het meestal wel goed – letterlijk en figuurlijk.