misschien toch maar gaan

De smaak van vakantie ligt op mijn lippen; een mengeling van chloorwater en perenijsjes terwijl ik opdroog in de zon. Het is vakantie, maar ook alles behalve dat.

Maandagochtend, we hebben nog drie dagen. We leren biologie, Mienke en ik. Drie hoofdstukken in een uur, het lijkt heel wat. Maar we focussen ons meer op herkennen dan kennen. ‘Dit weet ik. Dit weet ik ook wel. Oh ja. Dat staat in je Binas. Tabel 78C. En dit – nee, dit niet. Maar dat kan je hieruit afleiden. Dat onthoud je misschien. Trouwens, dat gaan ze tóch niet vragen. Nee… Toch?’

Om en om proberen we afleiding te voorkomen en op te zoeken. Beide kanten op gaat dat niet geweldig. Tijdens het leren lonkt mijn telefoon, ’s avonds kan ik mijn gedachten niet van de formules en begrippen afhouden. PSV en OZ doen een goede poging de spanning te verleggen. Zelf proberen we het ook, tijdens avondjes op limonade, kletsend over alles behalve. Toelevend naar de vakantiestip op de horizon.

Natuurlijk komen we er toch steeds op uit. We bespreken wat we geleerd hebben, of hadden moeten leren die dag. We vragen ons af of iemand je wakker zou maken, mocht je in slaap vallen daar in de gymzaal. Er wordt een verhaal verteld over een meisje dat vol goede moed wilde beginnen met schrijven. Ze zuchtte nog eens diep, knakte haar vingers… en trok er daarbij vier uit de kom.

Ik leef op mijn planning, die inmiddels al zaligmakend neon kleurt. Wat er buiten dat schema om gebeurt, bestaat niet. Ik schrik dan ook wanneer ik een melding ontvang van Facebook. ‘Je hebt interesse getoond in een evenement dat later deze week plaatsvindt. Laat weten of je aanwezig bent.’ Het staat niet op mijn planning, dus nee. Ik klik verder. ‘Centraal Eindexamen 2016’. Misschien toch maar gaan.

‘Vooral geen stress hebben, dat is nergens voor nodig’ is het meest gehoorde goedbedoelde advies. Als ik eens wist hoe dat moest. Het komt met vlagen van buikpijn en gezucht, nachtelijke rekensessies waarbij ik check wat ik minimaal moet halen. Die cijfers zijn ook echt minimaal, kan ik je vertellen – de stress is inderdaad niet nodig. Het feit dat ik het toch ervaar is irritant, frustrerend en soms lachwekkend, als ik denk aan de uit mijn fantasie voortkomende doemscenario’s die al de revue zijn gepasseerd. Voor anderen heb ik tientallen tips en geruststellende woorden. Maar zelf neem ik ze niet aan.

Maandagmiddag inmiddels, we hebben biologie opgegeven. Het valt gemakkelijk goed te praten, vanuit een gebrek aan concentratie en een overschot aan blauwe lucht. Dus liggen we in de tuin, voorzichtig zonnend in de leerpauze. (Voorzichtig lerend in de zonpauze, wat je wilt.) Ik denk aan de melanine die zich vormt in mijn huid. Er loopt een mier over mijn handdoek en ik denk aan zijn kleine lichaam, dat zelfs daarin zich synapsen, bloedlichaampjes en receptoreiwitten bevinden. (Althans, dat verwacht ik – de anatomie van de mier staat niet in mijn syllabus.) Ik denk aan nog duizend andere dingen die ik volgend jaar ben vergeten en waar ik nu niets aan heb. Maar ondertussen word ik wel degelijk bruin – fijn dat sommige dingen vanzelf gaan.

Gelukkig gaat de tijd ook vanzelf. Het wordt vanzelf 25 mei – hoe dan ook. Het wordt vanzelf morgen, de dag waarop ik mijn eerste examen maak. En dan zie ik vast dat het meevalt. Ik loop de rijen tafels af op zoek naar de mijne. In mijn handen een flesje water en koekjes die veel te hard kraken. En dan is het half twee. Ik kijk de anderen aan, doe alsof ik mijn vingers ga knakken. We lachen, ondanks alles, en slaan onze boekjes open.

Lieve examenkandidaten: heel veel succes!

3 gedachten over “misschien toch maar gaan”

Laat een reactie achter

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.