Ik ben opgegroeid in het centrum van de wereld. Tien jaar lang woonde ik op de plek waar iedereen zich bevond en waar alles gebeurde. Mijn vriendinnetjes woonden er ook. Ik kende hen van school of van de sportclub. Onze huizen waren op spuugafstand van elkaar. We vonden dezelfde dingen leuk en leidden eenzelfde soort leven.
Het was een veilige en vooral vertrouwde omgeving. De mensen leefden volgens een vast stramien. Er was de man op de hoek, die van zijn huis een tweedehandswinkel had gemaakt. Iedere dag stalde hij zijn spullen uit op zijn oprit. Soms hield hij koopzondag. De jeugd ging elke zaterdag naar hetzelfde café. Op het informatiebord werd eens in de zoveel tijd een bingoavond aangekondigd.
Nog steeds woon ik op die plek, een dorpje vlakbij Eindhoven. Het was voor mij lange tijd ondenkbaar dat ik er ooit weg zou gaan. Alles was daar goed en fijn, dus waarom zou ik? Toen ik naar de middelbare school ging, kwam ik erachter. Sindsdien is mijn wereld gegroeid. Ik realiseerde me dat mijn dorp niet meer het centrum was. Nooit geweest, zelfs. ‘Iedereen’ had voor mij uit zestienduizend mensen bestaan, terwijl het er in werkelijkheid zeven miljard waren.
Langzaam maakte ik me los van het dorp. Ik begon te zien dat de mensen al jaren dezelfde dingen deden. En vooral dat ze die nog jaren zouden blijven doen. Veilig en vertrouwd werd suf en saai. Soms ergerde ik me eraan, soms lachte ik erom. Ik wist in ieder geval zeker: dit was precies wat ik níét wilde. Ik was klaar met de ons-kent-ons-cultuur en had genoeg van de vraag: ‘Bende gij d’r één van…’ Ik wilde mijn eigen ding gaan doen.
Op dat punt bevind ik me nu. Ik kijk ernaar uit om over anderhalf jaar het dorp achter me te laten. Waar precies ik terecht zal komen, weet ik nog niet. Wat ik wel weet, is dat wat er ook gebeurt – in de wereld, in mijn leven – er een plek is waar alles nog hetzelfde zal zijn. Waar de man op de hoek zijn spullen uitstalt en op het informatiebord een bingoavond is aangekondigd. Ergens vind ik dat een geruststellende gedachte. Maar het zal een gedachte blijven. Want in de praktijk ga ik vertrekken. Over anderhalf jaar ben ik weg. De wereld roept.
Deze column verscheen ook in De Nuenense Krant.
Journalist aspiraties? Dan kun je echt de wereld rond!
[…] podium, waar een blaasband de bekende nummers speelde. Het ons-kent-ons-gevoel was sterk aanwezig. Hoewel ik daar meestal niet zo blij van word, vond ik het nu wel leuk. Iedereen groet elkaar, iedereen is blij. Althans… Bijna iedereen. […]