De mensen ontwaakten eerder dan ze gewild hadden – rustig dromend de ochtend in fietsen werd onmogelijk gemaakt door vlagen en buien. Capuchons veranderden in ballonnen, paraplu’s in levensgevaarlijke objecten – voor de eigenaar, maar vooral voor degene die ernaast liep. De lichtjes van de vroege morgen weerspiegelden in de druppels op de ruiten van waarachter ik de stad bekeek. Ik zag er fronsende gezichten, ietwat verbitterd door de kou. Maar toch kon ik zeggen: zelfs als het regent is Amsterdam mooi.