Pauzes tussen de testen zijn er om even je gedachten te verzetten en je knorrende maag tot bedaren te brengen met een peperkoekje. Maar in de praktijk gaat dat er anders aan toe. Dichtvallende ogen en lonkende bedden – oké, en soms een matige planning – zorgen ervoor dat niet alle stof de vorige avond is bestudeerd. En dan komt het aan op die laatste tien minuten. Ervaring leert mij dat er op dat moment beter geen vragen meer gesteld kunnen worden. Want dat gaat dan ongeveer zo:
Persoon 1: ‘Ik snap dit niet, kan iemand het nog even snel uitleggen?’
Persoon 2: ‘Wat, van hoofdstuk vier? Die hoefden we helemaal niet te kennen.’
Persoon 3 mengt zich in het gesprek: ‘Hoezo niet? Die heb ik juist super goed geleerd!’
Persoon 2: ‘Nee, ik weet het zeker. Echt hoor, die hoefden we niet te kennen. Toch..?’
Persoon 4 roept vanaf een paar meter afstand: ‘Frans zou alleen gaan over hoofdstuk zes.’
Persoon 1: ‘We hebben het helemaal niet over Frans!’
Al snel volgen er nog vijf mensen met een mening en is de chaos compleet. Paniek! Stress! Nee, je kan je beter even afzonderen in een hoekje van de gang. Rekenmachine volknallen met formules, nog één laatste blik op de samenvatting. En dan die test zelf natuurlijk nog.