de ruimte

Het nieuwe normaal betekent dat weinig nog zomaar kan.

(Het tijdelijke abnormaal, de abnormale tussentijd, de tussentijdse realiteit – kies maar.)

Om een winkel binnen te kunnen gaan, dient er eerst een protocol te worden doorgenomen. Die bestaat zelden uit een overzichtelijk aantal regels, en vaker uit een combinatie van afzetlinten, looprichtingen, desinfectiestations, getapete wachtstrepen of wachtstippen en officieel uitziende posters, aangevuld met haastig geprinte A4-tjes, vaak in hoofdletters en met een hoop uitroeptekens.

Ook voor andere alledaagse handelingen die eerst gedachteloos plaatsvonden, is nu een reglement, beleid of op z’n minst een advies.

Zomaar bij een vriend langs, zomaar naar het strand, zomaar de hond van de buren aaien – in theorie kan het, in de praktijk is het beter van niet.

Zomaar iemand zoenen.

‘Heb je verkoudheidsklachten? Benauwdheid? Mag ik je temperatuur even opmeten?’

De afzetlinten beginnen slap te hangen, de hoeken van de stickers krullen om. In de binnenstad worden eenrichtingsborden voor voetgangers massaal genegeerd, zoals de fietsers dat voorheen ook al deden. Sommigen timmeren liever een bord voor hun kop, dan er nog een te lezen.

Het is ook verwarrend, die veelheid aan signalen die onze aandacht behoeven.

Doe Altijd Dit (Met Uitzondering Van Dat)

!!! vergeet zus niet !!!!

— MAAR JE MAG OOK NIET ZO —

~~~ wij [hip bedrijf] zijn normaal niet zo van de regels ~~~ maar nu moet het dus ja ~~~ haha kijk maar even wat je doet ~~~

We zijn regelmoe, hebben behoefte aan spontaan, nonchalant. Zomaar. Het gaat ook over autonomie, die wordt afgenomen wanneer een ander bepaalt hoeveel ruimte je mag innemen. Zeker in een stad als deze, met rondslingerende fietsen die de route blokkeren, bergen oud papier op smalle stoepen en altijd wel ergens een wegopbreking.  Ruimte geven aan de een betekent hier dat je het bij een ander wegneemt. Het is lastig jezelf tot die ander te maken.