Een week lang spelen. Een week lang teksten, uitdrukkingen, scènes, repetities, licht, geluid. Een week lang ‘nog één keer herhalen’, niet kunnen slapen want het is allemaal veel te leuk. Niet een week lang zenuwen – die komen pas vlak voor de eerste uitvoering. Wel een week lang lachen, schreeuwen, zingen, dansen. Een week lang toneel, en die begon vandaag.
We maakten er een goede start van. Het was een dag waarop allerlei stukjes bij elkaar kwamen, en dat gaf een goed gevoel. Want het paste.
(Gelukkig maar.)
Bovendien was het de dag waarop we voor het eerst voor publiek speelden. Dat was weer een interessante ervaring, na een half jaar of tegen mijn regisseuse, of tegen een muur aan te hebben gepraat. Ik was weer even vergeten dat zoiets best spannend was. Zeker gezien het feit dat we speelden in een klaslokaal, onder het niets verhullende licht van tl-buizen. En gezien de dingen die we moeten doen.
Het stuk gaat namelijk deels over de zeven zonden. Om te beginnen met… Lust. Wat betekent dat ik loop op hoge hakken, schud met mijn haren, zwoel kijk en op een super sexy manier een cocktail drink.
(HAHAHAHA zie je het voor je?
Nee, ik ook niet.)
En dan sta je tegenover de regisseurs en mensen van de techniek, die doen alsof ze een echt publiek zijn. En dan denk je, ja voor wie sta ik hier nou eigenlijk verleidelijk te doen? Maar goed, straks zitten mijn familie en docenten in de zaal. Het wordt er niet beter op.
Er werd gelachen, dat wel. Dat is fijn, hoor. (Nou hebben we tijdens een hoop scenes wel keiharde muziek aanstaan, dus als het helemaal stil blijft valt het in ieder geval niet op.) Alleen nog hopen dat het publiek straks eenzelfde gevoel voor humor heeft.
Tegen zevenen waren we klaar. Ik besefte: zo’n hele dag spelen doet iets met mij. Ik kan het niet helemaal omschrijven. Enerzijds leef ik heel erg in het moment: wat moet ik nu doen, nu zeggen, hoe moet ik nu kijken? Aan de andere kant gaat het allemaal in een soort waas voorbij. Dat ik, vlak voordat ik het schoolgebouw verlaat, denk: ‘Oh ja, nu ga ik naar huis. Jeetje, dat is er ook nog allemaal.’ Oh ja, ik heb ook nog een écht leven. Daar komt het eigenlijk op neer.
Ik ga helemaal op in alle drama, geloof ik.
(En sorry voor wéér zo’n foto. Ik kon het niet laten. En stiekem was ik ook vergeten om een andere te maken.)