over de grens (vi) | ik ben er niet

‘LOU’, appte een vriendin me laatst. Je naam in hoofdletters, dan weet je dat het menens is. ‘9 oktober, zet in je agenda: John Mayer.’ In mijn hoofd kocht ik direct een kaartje, tot ik me iets realiseerde.

‘Ik hoop dat dit concert in de VS plaatsvindt,’ stuurde ik haar.

‘Nooo! Ik was dit dus even vergeten.’

‘Geeft niet.’

Het zit ook nog niet in mijn systeem. Ik ga echt weg – dat is niet zomaar iets wat ik zeg, omdat het tof klinkt. De afgelopen weken heb ik me zo gefocust op waar ik heen ga; het besef dat het leven hier gewoon door zal gaan, schiet er soms bij in. Maar langzaam ontstaan er plannen voor het najaar. Weekendjes weg, 21-diners, concerten, exposities.

‘Merci voor de uitnodiging! Ik ben er alleen niet.’

Ik spreek die zin uit met gemengde gevoelens. Enerzijds hoor ik bij de generatie die Altijd Overal Bij Wil Zijn. Anderzijds schijnt dat juist zo fijn aan een periode in het buitenland: je hoeft er vrijwel niets.

Soms heb je toch van die dagen, dat je liefst de dekens over je kop zou trekken om even niet te bestaan? Onvermijdbaar komt er een vraag (of tien): ‘Kan jij misschien…’ ‘Donder op,’ wil je roepen, ‘niet vandaag.’ Dat kan ik straks een half jaar lang zeggen!

(Ik zal mijn best doen het iets aardiger te formuleren.)

Wel of niet naar dat festival? Wie gaat kaartjes regelen? ‘Even’ kijken naar document dit of dat? Wasmachine kapot? Cadeau voor die en die, ideeën over dit en dat? Challas – zie het maar. Zonder mij, in ieder geval. En dat kan ook prima. Tenslotte, ben je ooit écht onmisbaar? Het lijkt me best gezond daaraan te twijfelen.

(Eigenlijk wel raar dat ik moet migreren voor het me lukt ergens ‘nee’ tegen te zeggen, maar goed, daar kunnen we het later over hebben.)

Ook bij andere mensen daalt het besef in. ‘Je komt toch wel weer terug?’ vroeg mijn moeder laatst. Ik moest in eerste instantie lachen, maar voor haar was het een serieuze vraag. ‘Ja,’ antwoordde ik, naar mijn beste weten. ‘Natuurlijk.’

‘Want wat als je daar nou iemand ontmoet?’ hoor ik regelmatig. Op zich een romantisch idee: ver van huis, maar wel met een tall handsome stranger. Echter is er de afgelopen paar jaar niemand geweest van wie ik écht hotel de botel was. Misschien dat een of andere Amerikaan dat wel in me losmaakt, maar ik vraag het me af.

Mijn voorgangers vertellen me dat bij terugkomst alles nog hetzelfde zal zijn. Misschien ben ik veranderd. Misschien moet ik wennen – aan het tempo van het leven, aan wat hier normaal is. Maar al snel zal ik weer meehuppelen met de alledaagse realiteit – met of zonder langeafstandsrelatie.

Laat een reactie achter

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.