Hoefde ik de eerste les alleen nog maar te gassen en te sturen, nu was het de bedoeling dat ik ook de koppeling en het rempedaal ging gebruiken. Naar verwachting ging dit niet gehéél soepel.
‘Eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig…’
VRRROOOEEEMMM
‘Ho, shit.’
‘Schakel maar door naar z’n twee.’
‘Ehm, even denken…’
‘Nee, niet denken, doen.’
‘Oké, oké.’
‘Wel blijven opletten, hè. Had je die auto gezien?’
(Nee.)
‘Rustig, rustig. Je mag hier maar vijftig. Schakel maar naar z’n drie.’
‘Ja, dat probeer ik! Hij doet het niet?’
‘Hoe zou dat komen?’
‘Oh, wacht, wacht. Ik moet eerst…’
(De koppeling intrappen, precies.)
VRRROOOEEEMMM
‘Zet de auto maar stil.’
…
‘Voet op de rem! Nee, nou heb ik het al gedaan. En rijd maar weer weg.’
VRRROOOEEEMMM
‘Naar z’n twee. Rijd maar lekker door, niet zo teuten. Had je die auto gezien?’
(Nee.)
‘Rustig, Milou! Rustig.’
Ik ben verdorie rustig!
Nee hoor, dat zei ik niet. Ik was vooral gewoon erg blij dat ik nog niet in mijn eentje in die auto zat en dus alle fouten mocht maken die ik maar wilde, zonder nare consequenties. En dat ik dus, in tegenstelling tot wat bovenstaande foto suggereert, nergens tegenaan geknald ben.
heel herkenbaar!