Ik bracht mijn middag door in de Effenaar, het poppodium waar de voorbereidingen voor het jaarlijkse schoolconcert bezig waren. Technici waren druk bezig met opbouwen en alle artiesten oefenden hun nummer voor de laatste keer. Wat fotografie betreft viel er voor mij niet zoveel voor te bereiden. Maar op de avond zelf ben ik vooral bezig met kijken in plaats van luisteren, waardoor ik niet veel van de optredens meekrijg. Tijdens de repetities komen kijken is dan een goede oplossing. Daarnaast maakte ik nog wat behind the scenes-achtige foto’s en werd er geoefend met introvideo, in combinatie met live muziek. Om kwart over vier kwam ik weer buiten, met hetzelfde gevoel dat ik altijd heb als ik uit de bioscoop kom: ik was verbaasd dat alles er nog was en vooral dat de zon nog scheen.
Kwart voor acht, we stonden klaar in de coulissen. We wachtten. De spanning liep enigszins op en ik was stiekem blij dat ik niet op moest treden. Nee, ik mocht gewoon mijn eigen ding doen. Gehuld in het zwart verplaatste ik mezelf, zo zacht en zo snel mogelijk, om niemand te storen maar vooral ook niets te missen. Dan weer was ik in de zaal, dan weer backstage of zelfs op het podium. Ik klikte, zoomde en hield soms even mijn adem in om de camera zo stil mogelijk te houden. Soms moest ik spontaan glimlachen. Als een zangeres met grote ogen een uithaal zong, als een duo net even contact maakte. Als de drummer van de band een seconde in de lens keek, vlak voordat hij op moest. En dat ik dan wist dat ik precies op dat moment een foto had gemaakt.